klimaatgrafiek en klimaatsystemen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Droge en Natte zones

De temperatuur verdeling en de wind op aarde zorgen ervoor dat er zones bestaan waar de lucht meestal stijgt en zones waar de lucht meestal daalt.

Zones met stijgende lucht = veel regen

Zones met dalende lucht = droog

Natte zones:

evenaar & 60° 

droge zones:

30°  & polen

Klimaatgrafieken en het klimaatsysteem van Köppen

Leerdoelen vandaag

• Je weet hoe je een klimaatgrafiek moet aflezen
• Je weet wat de 5 klimaatgroepen zijn en hoe je dat kunt zien a.d.h.v. een klimaatgrafiek
• (VWO) je weet waar de 2e letters voor staan binnen de 5 klimaatgroepen

klimaatgrafiek

wat kun je er in aflezen?

klimaatgrafiek

De gemiddelde:

- temperatuur

klimaatgrafiek

De gemiddelde:

- temperatuur

- neerslag

klimaatgrafiek

De gemiddelde:

- temperatuur

- neerslag

per maand

Hoeveel mm neerslag valt er gemiddeld in februari?

1. 50 mm
2. 300 mm
3. 250 mm
4. 200 mm

Wat is de gemiddelde temperatuur in Oktober?

1. -10 graden
2. 12 graden
3. 0 graden
4. - 5 graden

Klimaatsysteem van Köppen

Klimaatsysteem van Köppen

• Een gebied met hetzelfde klimaat noem je een klimaatgebied. 

(wat betekent klimaat ook alweer?)

Klimaatsysteem van Köppen

• Een gebied met hetzelfde klimaat noem je een klimaatgebied. 
• Köppen verdeelde alle klimaatgebieden op aarde in vijf groepen.               (A, B, C, D en E)

Klimaatsysteem van Köppen

• Een gebied met hetzelfde klimaat noem je een klimaatgebied. 
• Köppen verdeelde alle klimaatgebieden op aarde in vijf groepen. 
• Daarbij keek hij vooral naar de planten die in een bepaald gebied groeien

De vijf klimaatgroepen

A - klimaat of tropisch klimaat

• De gemiddelde maandtemperatuur is hier het hele jaar hoger dan 18 graden                      
• De A - klimaten vind je vooral rond de evenaar

B - klimaat of droog klimaat

• In een droog klimaat verdampt bijna alle neerslag

• er valt minder dan 400 mm neerslag per jaar

C - klimaat of gematigd klimaat

• de gemiddelde maandtemperatuur van de koudste maand is hoger dan -3 graden, maar lager dan 18 graden.    
• In de warmste maand wordt het gemiddeld warmer dan 10 graden

D - klimaat of landklimaat

• ook hier is het in de warmste maand gemiddeld warmer dan 10 graden                                                           
• maar in de koudste maand wordt het kouder dan -3 graden

E - klimaat of poolklimaat

• De Gemiddelde maandtemperatuur in deze gebieden komt zelfs in de warmste maanden niet boven de 10 graden uit.

De                             letters

S, W, F ,H EN T

GROTE

BS en BW

BS - klimaat of steppeklimaat = voor bomen is het hier te droog, maar je vindt er wel uitgestrekte grasvlakten

BS en BW

BS - klimaat of steppeklimaat = voor bomen is het hier te droog, maar je vindt er wel uitgestrekte grasvlakten

BW - klimaat of woestijnklimaat. Hier is het zelfs te droog voor gras. er groeit hier bijna niets

EF, EH en ET

EF - klimaat of sneeuwklimaat = er ligt het hele jaar sneeuw en er is geen begroeiing. 

EF, EH en ET

EF - klimaat of sneeuwklimaat = er ligt het hele jaar sneeuw en er is geen begroeiing. 

EH - klimaat of hooggebergteklimaat = Hetzelfde klimaat als het EF - klimaat, maar dan op grote hoogte.

EF, EH en ET

EF - klimaat of sneeuwklimaat = er ligt het hele jaar sneeuw en er is geen begroeiing. 

EH - klimaat of hooggebergteklimaat = Hetzelfde klimaat als het EF - klimaat, maar dan op grote hoogte.

ET - klimaat of Toendraklimaat. De bodem is bevroren. Maar een deel van het jaar ontdooit alleen het bovenste deel van de bodem. Dat heet permafrost: de ondergrond ontdooit nooit helemaal. Er groeien mossen en wat planten.

De gemiddelde temperatuur bij een A - klimaat is altijd hoger dan......

1. 20 graden
2. 18 graden
3. 15 graden
4. 25 graden

Wanneer is een gebied een B - klimaat?

1. Als het er gemiddeld altijd warmer is dan 15 graden
2. Als er minstens 100 mm neerslag valt
3. Als er minder dan 400 mm neerslag valt
4. Als het er gemiddeld nooit kouder dan 18 graden is

Welke gemiddelde temperaturen horen bij een C - klimaat?

1. warmste maand warmer dan 8 graden koudste hoger dan 0
2. Warmste maand warmer dan 15 graden koudste hoger dan -3
3. Warmste maand warmer dan 10 graden koudste hoger dan 0
4. Warmste maand warmer dan 10 graden koudste hoger dan -3

Een landklimaat is een klimaat waar de koudste maand kouder is dan....

1. -3 graden
2. -5 graden
3. 3 graden
4. 0 graden

Bij een E - klimaat komt zelfs in de warmste maand de gemiddelde temperatuur niet boven de ......graden

1. 10
2. 5
3. -3
4. 3

Welk klimaat zien we op deze grafiek?
licht je antwoord toe

Welk klimaat zien we op de grafiek?
licht je antwoord toe.

Groepsopdracht uitleg

lees mee vanuit de studiewijzer