Leesvaardigheid: tekstdoelen les 1

welkom
- denk aan je mobiel
- eerste deel van de les = luisteren + aantekeningen maken. Pen + schrift klaarleggen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

welkom
- denk aan je mobiel
- eerste deel van de les = luisteren + aantekeningen maken. Pen + schrift klaarleggen

Slide 1 - Diapositive

Leesvaardigheid - tekstdoelen
Toetsstof voor de toets in de toetsweek. 
Maak aantekeningen!

Slide 2 - Diapositive

Tekstdoelen
  • Informeren;
  • Overtuigen;
  • Activeren;
  • Amuseren;
  • Instrueren - instructie geven.
  • Beschouwen

Slide 3 - Diapositive

Informeren
  • Je leest feiten.
  • Er staat geen mening in.
  • Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek of een handleiding.

Slide 4 - Diapositive

Overtuigen
  • Je leest de mening van de schrijver.
  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Slide 5 - Diapositive

Activeren
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  • Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.

Slide 6 - Diapositive

Amuseren
  • Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  • Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.

Slide 7 - Diapositive

Instrueren - instructie geven

  • Een tekst die geschreven is om iets uit te leggen.
  • Bijvoorbeeld: recept, stappenplan hoe je een kast van Ikea in elkaar moet zetten.

Slide 8 - Diapositive

Beschouwen

  • Een tekst die geschreven is een eigen mening als lezer te vormen
  • Er wordt een onderwerp van verschillende kanten bekeken (voor- en nadelen uitgewerkt, verschillende meningen over een onderwerp)
  • Bijvoorbeeld: artikel in een tijdschrift, artikel in een krant (soms)

Slide 9 - Diapositive

Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 10 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 11 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 12 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 13 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 14 - Quiz

Bij welk tekstdoel kom je de woorden 'maar' en 'echter' veel tegen?

Slide 15 - Question ouverte

Welk doel komt vaak voor bij 'omdat'

Slide 16 - Question ouverte

Welke twee tekstdoelen maken vaak gebruik van de gebiedende wijs?

Slide 17 - Question ouverte

Welke tekstdoelen kun je herkennen aan de woorden: 'wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat....'

Slide 18 - Question ouverte

Welke tekstdoelen kun je herkennen aan de woorden: 'wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat....'
Leg uit waarom juist bij informeren en overtuigen:

Slide 19 - Question ouverte

Bij welke tekstdoelen is het belangrijk dat je weet wie het geschreven heeft?

Slide 20 - Question ouverte

Waarom is het belangrijk dat je bij de tekstdoelen overtuigen en activeren weet wie de schrijver is?

Slide 21 - Question ouverte

Les 1: Opdracht 1 ,2en 6 maken
Klaar?
NUMO

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo