Het geschenk van de Nijl

De Oude Egyptenaren


Geschenk van de Nijl
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Oude Egyptenaren


Geschenk van de Nijl

Slide 1 - Diapositive

     Onderwerpen:

  • Het oude Egypte
  • De Nijl
Planning
Begrippen: 

  • Agrarisch-stedelijke samenleving
  • Leerdoelen
  • Uitleg 
  • D-toets

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de Egyptenaren de Nijl gebruiken voor de landbouw.
  • Je kunt uitleggen hoe de Egyptische agrarisch-stedelijke samenleving functioneert.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je eigenlijk
van Egypte?

Slide 4 - Carte mentale



Eerste bewoners trekken achter hun dieren aan
en komen uit langs de oevers van de Nijl

Slide 5 - Diapositive

Nijl
Nijldelta (Beneden-Egypte)
De Egyptenaren noemden de Nijdelta Beneden-Egypte. 
Nijldal
Boven-Egypte
Nijldal
Middenlandse zee

Slide 6 - Diapositive

Hoe werkt de Nijl?

Slide 7 - Diapositive

Van de zwarte periode...
...naar de groene periode

Slide 8 - Diapositive

En van de groene periode...
...naar de gele periode.

Slide 9 - Diapositive

Zwarte periode
  • september-december

  • Tijd van de overstroming van de Nijl

  • Op het land kan niet worden gewerkt

  • Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels (belasting betalen)

Slide 10 - Diapositive

Groene periode
  • januari-april

  • Tijd van het zaaien en bewerken van het land

  • Hierbij wordt gebruik gemaakt van irrigatie

  • Irrigatie betekent dat het water met hulpmiddelen wordt gebruikt om het land te bevloeien

Slide 11 - Diapositive

Gele periode
  • mei-augustus

  • Tijd van het oogsten (graan)

  • De opbrengst van de oogst wordt bijhgehouden en opgeschreven.

  • Voorraden worden aangelegd

Slide 12 - Diapositive

Zitten we nog in de prehistorie?

Slide 13 - Diapositive

Video
Overstroming van de Nijl

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

De Nijl was van levensbelang: als de Nijl niet hoog genoeg kwam, ontstonden hongersnoden...
...maar als hij te hoog kwam, een overstroming!

Slide 16 - Diapositive

Hoe gingen de oude Egyptenaren daarmee om?
  • De Nijl moet goed in de gaten worden gehouden

  • Er moet verstandig worden omgegaan met de hoeveelheid water: irrigatielandbouw

  • Er worden voorraden aangelegd voor mindere oogstjaren. Alle oogsten worden nauwkeurig bijgehouden

Slide 17 - Diapositive


Hoe heet de vruchtbare grond
die achterblijft door de overstroming van de Nijl?
A
Modder
B
Vruchtbare grond
C
Slib
D
Mest

Slide 18 - Quiz


Welke zin past het best bij
de gebeurtenissen in de afbeelding?

A
De Nijl is overstroomd.
B
Het water van de Nijl is een paar dagen geleden weer gezakt; op het land ligt een laagje vruchtbare modder.
C
Het water van de Nijl is een paar maanden geleden weer gezakt.

Slide 19 - Quiz

Wat is irrigatielandbouw?
A
Een waterschep om het water naar de slootjes te brengen.
B
Een emmer om water naar de slootjes te dragen.
C
Een systeem om het water te zuiveren.

Slide 20 - Quiz

Landbouwsamenleving
  • Graanopbrengsten zijn groot genoeg, zodat niet iedereen meer boer hoeft te zijn

  • Er ontstaan nieuwe beroepen: ambachtslieden

  • Er ontstaan ook meer verschillen in aanzien.

Slide 21 - Diapositive

Markt
  • Spullen die ze maakte ruilen.

  • Ze ontstonden langs de Nijl omdat ze goed bereikbaar waren. 

  • Handelaar ->
  • Iemand die alleen producten kocht, verkocht en vervoerden. 

Slide 22 - Diapositive

Landbouw-stedelijke samenleving
  • Oorzaken: 
  • 1. Landbouw, ambacht en handel zorgen voor rijkdom. Bevolking neemt toe.
  • 2. ambachtslieden en handelaren gaan bij markten wonen.

  • Er ontstaat een landbouw-stedelijke samenleving. 


Slide 23 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de Egyptenaren de Nijl gebruiken voor de landbouw.
  • Je kunt uitleggen hoe de Egyptische agrarisch-stedelijke samenleving functioneert.

Slide 24 - Diapositive

D-toets
Ben je klaar? Lezen of een ander vak. Geen geschiedenis! 

Slide 25 - Diapositive