Basisstof 2, de bloedsomloop + basisstof 3, het hart

Woensdag 18 december, les 5 + 6, h2a
1. Aanwezigheidscontrole + HW- controle + HW noteren door jullie!
2. Herhaling uitleg §3.2, de bloedsomloop
3. Verbeter zoveel mogelijk de rode bolletjes van §3.2
4. Uitleg §3.3, het hart 
5. Aan de slag met het huiswerk

HW voor woensdag 8 januari, les 5 + 6:
M. opd. 1 t/m 3+ 5 t/m 9 van §3.3
Woensdag 15 januari, les 5 + 6:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)
Leer §3.1 + 3.2 (over bloed en de bloedsomloop) + M. opd. 1 t/m 4+ 6 t/m 8 van §3.2
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Woensdag 18 december, les 5 + 6, h2a
1. Aanwezigheidscontrole + HW- controle + HW noteren door jullie!
2. Herhaling uitleg §3.2, de bloedsomloop
3. Verbeter zoveel mogelijk de rode bolletjes van §3.2
4. Uitleg §3.3, het hart 
5. Aan de slag met het huiswerk

HW voor woensdag 8 januari, les 5 + 6:
M. opd. 1 t/m 3+ 5 t/m 9 van §3.3
Woensdag 15 januari, les 5 + 6:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)
Leer §3.1 + 3.2 (over bloed en de bloedsomloop) + M. opd. 1 t/m 4+ 6 t/m 8 van §3.2

Slide 1 - Diapositive

Woensdag 18 december, les 5 + 6, h2a
1. Aanwezigheidscontrole  + HW- controle + HW noteren door jullie!
2. Herhaling uitleg §3.2, de bloedsomloop
3. Verbeter zoveel mogelijk de rode bolletjes van §3.2
4. Uitleg §3.3, het hart 
5. Aan de slag met het huiswerk

HW voor woensdag 8 januari, les 3 + 4:
M. opd. 1 t/m 3+ 5 t/m 9 van §3.3
Woensdag 8 januari, les 3 + 4:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)
Leer §3.1 + 3.2 (over bloed en de bloedsomloop) + M. opd. 1 t/m 4+ 6 t/m 8 van §3.2
Woensdag 15 januari, les 5 + 6:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)
HW voor woensdag 8 januari, les 5 + 6:
M. opd. 1 t/m 3+ 5 t/m 9 van §3.3

Slide 2 - Diapositive

Na deze uitleg kun je 
drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
 de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.  

Slide 3 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 4 - Diapositive

Grote Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Zuurstof afgegeven aan cellen
Zuurstof opnemen in het bloed
koolstof-dioxide afgeven aan de longen
koolstof-dioxide opnemen in het bloed

Slide 5 - Question de remorquage

ONTHOUD
- linkerhelft op plaatjes is rechterhelft in het echt en andersom. 
- zuurstofarm bloed = op plaatjes altijd blauw gekleurd
- zuurstofrijk bloed = op plaatjes altijd rood gekleurd. 
rechterhelft 
linkerhelft

Slide 6 - Diapositive



De rechterkant van het hart pompt het bloed naar de longen.

Slide 7 - Diapositive



Hart-longen-hart = kleine bloedsomloop

Slide 8 - Diapositive


De linkerkant van het hart pompt het bloed naar de organen/rest van het lichaam.

Slide 9 - Diapositive



Hart-organen-hart = grote bloedsomloop

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

3 typen bloedvaten:
1. Aders -> bloed stroomt naar het hart toe.
2. Haarvaten -> kleinste bloedvaten, één cellaag dik.
3. Slagaders -> bloed stroomt van het hart weg.

Bloedvaten hebben de naam van het orgaan waar ze naar toe of vanaf lopen. Een slagader die naar de maag loopt heet bijv. maagslagader.  Natuurlijk zijn er ook weer wat uitzonderingen, zie volgende slide.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
1 cellaag dik
Vervoert bloed 
naar de organen
Hier vindt gaswisseling
plaats
Vervoert bloed naar het hart
Aorta 

Slide 14 - Question de remorquage

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 15 - Question de remorquage

Uitzonderingen naam bloedvat: 
1. Onderste en bovenste holle ader (dit zijn de aders waar het bloed zich in bevindt, vlak voor het bloed de rechterboezem van het hart binnenstroomt)
2. Aorta (de grootste slagader in ons lichaam, bevat bloed dat direct uit de linkerkamer van het hart komt)
3. Poortader (vervoert zuurstofarm bloed vanaf het darmkanaal naar de lever)

Slide 16 - Diapositive

Hoe heet het bloedvat dat van het hart naar de nieren stroomt?
A
Nierader
B
Nierslagader

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat van het de nieren naar het hart stroomt?
A
Nierader
B
Nierslagader

Slide 18 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat van de longen naar het hart stroomt?
A
Longader
B
Longslagader
C
Hartader
D
Haarvaten

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat van het hart naar de lever stroomt?
A
Leverader
B
Leverslagader

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat van de darmen naar de lever stroomt?
A
Darmader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Poortslagader

Slide 21 - Quiz

bloedvatenstelsel


rood = zuurstofrijk
blauw = zuurstofarm
Zie blz. 185 in je boek voor een groter plaatje.

Slide 22 - Diapositive

Aders
Door de aders stroomt het bloed van de organen weg terug naar het hart. Het hart zuigt het bloed in de aders naar zich toe.

- lopen naar het hart toe
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn minder gespierd dan bij de 
  slagaders
- liggen minder diep in je lichaam dan de
  slagaders
- bevatten vaak aderkleppen

Aders bevatten kleppen (vooral in de armen en benen)

Slide 23 - Diapositive

Is alles besproken en begrepen? Kijk nog eens naar de leerdoelen van deze les:

Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.  
Hopelijk kun je ook al wat onderdelen van het hart herkennen en de functies hiervan noemen

Slide 24 - Diapositive

Woensdag 18 december, les 5 + 6, h2a
1. Aanwezigheidscontrole + HW- controle + HW noteren door jullie!
2. Herhaling uitleg §3.2, de bloedsomloop
3. Verbeter zoveel mogelijk de rode bolletjes van §3.2
4. Uitleg §3.3, het hart 
5. Aan de slag met het huiswerk

HW voor woensdag 8 januari, les 5 + 6:
M. opd. 1 t/m 3+ 5 t/m 9 van §3.3
Woensdag 8 januari, les 3 + 4:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)
Leer §3.1 + 3.2 (over bloed en de bloedsomloop) + M. opd. 1 t/m 4+ 6 t/m 8 van §3.2
Woensdag 15 januari, les 5 + 6:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)

Slide 25 - Diapositive

timer
15:00
Verbeter zo veel mogelijk antwoorden van §3.2 over de bloedsomloop in 15 minuten!


Klaar?
Ga alvast aan de slag met §3.3 over het hart

Slide 26 - Diapositive

Woensdag 18 december, les 5 + 6, h2a
1. Aanwezigheidscontrole + HW- controle + HW noteren door jullie!
2. Herhaling uitleg §3.2, de bloedsomloop
3. Verbeter zoveel mogelijk de rode bolletjes van §3.2
4. Uitleg §3.3, het hart 
5. Aan de slag met het huiswerk

HW voor woensdag 8 januari, les 5 + 6:
M. opd. 1 t/m 3+ 5 t/m 9 van §3.3
Woensdag 8 januari, les 3 + 4:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)
Leer §3.1 + 3.2 (over bloed en de bloedsomloop) + M. opd. 1 t/m 4+ 6 t/m 8 van §3.2
Woensdag 15 januari, les 5 + 6:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)

Slide 27 - Diapositive

Basisstof 3: Het hart

Slide 28 - Diapositive

Na deze uitleg kun je 
de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft bevat zuurstofrijk bloed?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 39 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft pompt het bloed naar de 
aorta?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 40 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Met welk nummer wordt de aorta aangegeven?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 41 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Met welk nummer wordt de rechterkamer aangegeven?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 42 - Quiz

Zuurstofrijk bloed komt het hart binnen via de
A
Aorta
B
Longader
C
Holle ader
D
Longslagader

Slide 43 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Vidéo

Je kunt nu: 
de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 46 - Diapositive

Woensdag 18 december, les 5 + 6, h2a
1. Aanwezigheidscontrole + HW- controle + HW noteren door jullie!
2. Herhaling uitleg §3.2, de bloedsomloop
3. Verbeter zoveel mogelijk de rode bolletjes van §3.2
4. Uitleg §3.3, het hart 
5. Aan de slag met het huiswerk

HW voor woensdag 8 januari, les 5 + 6:
M. opd. 1 t/m 3+ 5 t/m 9 van §3.3
Woensdag 8 januari, les 3 + 4:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)
Leer §3.1 + 3.2 (over bloed en de bloedsomloop) + M. opd. 1 t/m 4+ 6 t/m 8 van §3.2
Woensdag 15 januari, les 5 + 6:
SO basisstof 1 t/m 3, thema 3 (bloed, de bloedsomloop en het hart)

Slide 47 - Diapositive