Tekst: We leren (n)iets van de geschiedenis

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Komende week:

- Boekverslag met recensie (maandag 7-10)

-Verder met tekst We leren (n)iets... (woensdag en donderdag)

-Boekverslag en recensie inleveren (maandag 14-10)

-Start MW1 op 16-10

Stof voor de meetweek

- De toets bestaat uit een theoriedeel van 7 punten;

- en een tekstbegripdeel van 25 punten.

Te leren theorie vakboek: paragraaf 1, 5 en 10 (10.1, 10.2 en 10.5)

Tekst: We leren (n)iets van de geschiedenis

Pak je tekst, de bijbehorende vragen en jouw antwoorden t/m 7 erbij.

Vraag 4

1. A
2. B
3. C
4. D

Vraag 5

1. A
2. B
3. C
4. D

Alinea 4: "een argumentatie"

 1. Ik heb vrijwel mijn hele werkzame leven doorgebracht onder historici. = constatering

2. Mij is echter nooit opgevallen dat historici betere analisten van hun eigen tijd waren dan niet-historici. 

3. Zij waren onveranderlijk even verrast door de gebeurtenissen in hun eigen tijd als niet-historici. 

4+5. Zagen zij het einde van de Koude Oorlog aankomen, en wat daarvan de betekenis en consequenties zouden zijn? Helemaal niet. 

6. Met de kredietcrisis ging het al niet anders. 

7. Historici onderscheidden zich in niets van hun verwarde tijdgenoten. = herh. standpunt

Vul het juiste functiewoord in. Schrijf de woorden achter elkaar op als opsomming met komma's.

Alinea 4: "een argumentatie"

 1. Ik heb vrijwel mijn hele werkzame leven doorgebracht onder historici. 

2. Mij is echter nooit opgevallen dat historici betere analisten van hun eigen tijd waren dan niet-historici. = gelijk aan Historici onderscheiden zich in niets van hun verwarde tijdgenoten.

3. WANT: Zij waren onveranderlijk even verrast door de gebeurtenissen in hun eigen tijd als niet-historici. 

4+5. WANT: Zagen zij het einde van de Koude Oorlog aankomen, en wat daarvan de betekenis en consequenties zouden zijn? Helemaal niet. 

6. EN: Met de kredietcrisis ging het al niet anders. 

7. Historici onderscheidden zich in niets van hun verwarde tijdgenoten. = herh. standpunt

Vul het juiste functiewoord in. Schrijf de woorden achter elkaar op als opsomming met komma's.

Aan welke twee criteria is de zinnigheid van hist. kennis af te meten volgens al. 3 en al. 4?

Alinea 3

Je hebt niet veel aan historische kennis. In Nederland hebben we de afgelopen jaren te maken gehad met de uitzonderlijke situatie dat twee opeenvolgende minister-presidenten

geschiedenis hadden gestudeerd. Zij hebben echter nimmer de indruk gewekt dat hun beleid aan kwaliteit heeft gewonnen door hun historische kennis.

Alinea 3

Je hebt niet veel aan historische kennis. In Nederland hebben we de afgelopen jaren te maken gehad met de uitzonderlijke situatie dat twee opeenvolgende minister-presidenten

geschiedenis hadden gestudeerd. Zij hebben echter nimmer de indruk gewekt dat hun beleid aan kwaliteit heeft gewonnen door hun historische kennis.

Alinea 4

Ik heb vrijwel mijn hele werkzame leven doorgebracht onder historici. Mij is echter nooit opgevallen dat historici betere analisten van hun eigen tijd waren dan niet-historici. Zij waren onveranderlijk even verrast door de gebeurtenissen in hun eigen tijd als niet-historici. Zagen zij het einde van de Koude Oorlog aankomen, en wat daarvan de betekenis en consequenties zouden zijn? Helemaal niet. Met de kredietcrisis ging het al niet anders.

Historici onderscheidden zich in niets van hun verwarde tijdgenoten. 

Alinea 4

Ik heb vrijwel mijn hele werkzame leven doorgebracht onder historici. Mij is echter nooit opgevallen dat historici betere analisten van hun eigen tijd waren dan niet-historici. Zij waren onveranderlijk even verrast door de gebeurtenissen in hun eigen tijd als niet-historici. Zagen zij het einde van de Koude Oorlog aankomen, en wat daarvan de betekenis en consequenties zouden zijn? Helemaal niet. Met de kredietcrisis ging het al niet anders.

Historici onderscheidden zich in niets van hun verwarde tijdgenoten. 

Aan welke twee criteria is de zinnigheid van hist. kennis af te meten volgens al. 3 en al. 4?

Aan het (huis)werk

Maak vraag 8 t/m 11 en 13 t/m 17 in je schrift.