20230117 Les Com Cal Examen Examentraining 2
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat wordt binnen een onderneming verstaan onder een balans ?
A
Overzicht van alle kosten en opbrengsten
B
Overzicht van alle bezittingen, schulden en eigen vermogen
C
Overzicht van alle schulden
en eigen vermogen
D
Overzicht van alle schulden en opbrengsten en eigen vermogen
Slide 3 - Quiz
Een balans heeft 2 zijdes, wat is de naam van de linkerzijde en van de rechterzijde? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Links: - Activa
Rechts: - Passiva
B
Links: - Debet
Rechts: - Credit
C
Links: - Passiva
Rechts: - Activa
D
Links: - Credit
Rechts: - Debet
Slide 4 - Quiz
Een balans heeft een debetzijde en een creditzijde, aan welke zijde staan de bezittingen, schulden en eigen vermogen?
A
Debet: schulden & eigen vermogen
Credit: bezittingen
B
Debet: schulden
Credit: bezittingen & eigen vermogen
C
Debet: bezittingen
Credit: schulden & eigen vermogen
D
Debet: bezittingen & schulden
Credit: eigen vermogen
Slide 5 - Quiz
Welke subgroepen bestaan er om een balans in te delen?
A
Vaste passiva, vlottende passiva, liquide middelen, eigen vermogen, vreemd vermogen lang, vreemd vermogen kort
B
Vaste passiva, vlottende activa, liquide middelen, vreemd vermogen lang, vreemd vermogen kort, crediteuren
C
Vaste activa, vlottende activa, liquide middelen, eigen vermogen, vreemd vermogen lang, vreemd vermogen kort
D
Vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, vreemd vermogen lang, vreemd vermogen kort, debiteuren
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat wordt binnen een onderneming verstaan onder een resultatenrekening?
A
Een overzicht van bezittingen en opbrengsten
B
Een overzicht van kosten en schulden
C
Een overzicht van bezittingen en eigen vermogen
D
Een overzicht van kosten en opbrengsten
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Wat verstaan we onder de term liquiditeit?
A
Het vermogen van een bedrijf om haar eigen vermogen af te betalen
B
Het vermogen van een bedrijf om haar langlopende schulden af te betalen
C
Het vermogen van een bedrijf om haar bezittingen af te betalen
D
Het vermogen van een bedrijf om haar kortlopende schulden af te betalen
Slide 10 - Quiz
Wat verstaan we onder de term solvabiliteit?
A
De mate waarin bij faillissement uit de verkoop van bezittingen de schulden terugbetaald kunnen worden
B
De mate waarin bij faillissement uit de verkoop van schulden het eigen vermogen terugbetaald kunnen worden
C
De mate waarin bij faillissement uit de verkoop van panden de crediteuren terugbetaald kunnen worden
D
De mate waarin bij faillissement uit de verkoop van bankrekeningen de hypotheek terugbetaald kunnen worden
Slide 11 - Quiz
Wat verstaan we onder de term rentabiliteit?
A
De aantrekkelijkheid van een onderneming
B
De winstgevendheid van een onderneming
C
De rente die een onderneming moet betalen voor het afsluiten van een hypotheek
D
De rente die een onderneming ontvangt wanneer zij geld uitlenen aan derden
