10 dec: PTO bespreken

Welkom klas!

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4

Op tafel:
Niets

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
  • PTO bespreken
Vandaag vrijdag 6 december:

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning periode 1:

Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
4 Inleiding, kern en slot
6 Alinea's en verbanden
26 Recensie

Taal
9 Framing

Literatuur
Literair werk lezen
1 De kunst van lezen en schrijven
2 Fictie en werkelijkheid
3 Literaire genres
In PTO 1 geef je antwoorden bij een leestekst én schrijf je een boekopdracht. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Eerst zelfstandig toets doorlopen. 

Dan klassikaal per vraag. 

Achteraf neemt de docent de toetsen weer in.

Maximaal 34 punten. 
timer
3:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 1 - 2p
Noteer de nummers van de lege vakjes uit onderstaand schema op je antwoordblad en vul verder in.

Let op: alleen de eerste twee antwoorden worden nagekeken.
Let op: alleen 1 punt bij twee juiste antwoorden. Er worden geen halve punten gegeven. 

Vergelijking > noem twee signaalwoorden (1)
  • evenzeer, evenals, eveneens, net als, alsof, hetzelfde is het geval 
Noem tekstverband bij signaalwoorden: samengevat, kortom
  • samenvatting (1p)



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 2 - 1p
Leg uit wat het stijlfiguur ‘eufemisme’ inhoudt.

  • Iets onaangenaams of aanstootgevends wordt vriendelijker voorgesteld. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 3 - 1p
Hoe wordt in de tekst ‘Je mag ook niks meer!’ het onderwerp geïntroduceerd?

Leerlingantwoorden: 
  • actuele gebeurtenis, maar waarom? Het gaat over 1920 en 1959.

Juist antwoord:
  • Door een voorbeeld te geven. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 4 - 1p
Wat is het onderwerp van de tekst? 

  • Weerstand tegen taalaanpassing 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 5 - 1p
In alinea 3 staan geen functiewoorden. Toch zijn er drie functies in deze alinea te herkennen: de eerste zin is een conclusie en de tweede zin een nuancering.
Welke functie hebben de laatste twee zinnen van alinea 3? 

  • toelichting (antwoord C). 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 6 - 1p
In alinea 2 en 3 wordt gesproken over de twee manieren waarop woorden in onbruik kunnen raken, omdat ze als ongepast worden beschouwd.
 Wat is het belangrijkste verschil tussen deze twee manieren? 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 6 - 1p
In alinea 2 en 3 wordt gesproken over de twee manieren waarop woorden in onbruik kunnen raken, omdat ze als ongepast worden beschouwd.
 Wat is het belangrijkste verschil tussen deze twee manieren? 

  • Van het langzame proces in de samenleving is de bron of het tijdstip van de verandering niet precies aan te wijzen (1 p), van beslissingen van bovenaf (beslissingen die ineens/snel genomen worden) wel (1 p). 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 7 - 2p
In alinea 4 wordt gesproken over de ‘negatieve connotatie’ die een woord kan hebben. Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen de connotatie en de betekenis van een woord. 

  • De betekenis van een woord is de letterlijke definitie van het woord (1 p), de connotatie is de gevoelswaarde die het woord heeft (1 p).

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 8 - 2p
‘Mensen die slaaf vervangen door tot slaaf gemaakte geven er eenvoudig blijk van de betekenis van het woord slaaf niet te kennen.’ staat er in alinea 5. 
Leg in eigen woorden uit wat hiermee wordt bedoeld.  

  • In de betekenis van het woord ‘slaaf’ zit al de betekenis dat iemand door een ander mens tot slaaf wordt gemaakt. (2 p)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 9 - 2p
a Welk tekstverband herken je in het tekstgedeelte van alinea 7 tot en met 9? (1 p)
  • Opsomming: waarom er zo'n weerstand is tegen hun taalverandering
  • Alinea 7, 8: Sociaalpsycholoog Sander Hermsen
  • Alinea 9 Vincent de Rooij, antropoloog van de UvA en communicatiewetenschapper Camiel Beukeboom van de VU Amsterdam

 b Citeer uit de tekst twee signaalwoorden die bij dit tekstverband horen. (1 p) 
Let op: alleen de eerste twee antwoorden worden nagekeken. 
Let op: alleen 1 punt bij twee juiste antwoorden. Er worden geen halve punten gegeven. 
  • ‘bovendien’ (alinea 8) en ‘ook’ (alinea 9).  

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 10 - 2p
De ondertitel van deze tekst is een vraag: waar komt de weerstand tegen taalaanpassing vandaan? Leg in eigen woorden uit wat het antwoord op deze vraag is. (2 p)
  • Als een verandering wordt opgelegd, voelen mensen zich aangetast in hun autonomie en dat roept weerstand op. (1 p) Bovendien roept het besef dat mensen onbedoeld anderen met hun taalgebruik hebben gekwetst of gediscrimineerd, spanning op. (1p) 
  • Iedereen + 1 punt.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 11 - 1p
Hoe kan de tekst ‘Je mag ook niks meer!’ het best worden omschreven?
De tekst kan het best worden omschreven als ...

A een advies over taalaanpassing, waardoor de ontvanger onze communicatie niet langer als pijnlijk ervaart.
B een beschouwing over de acceptatie van taalaanpassing.
C een oproep om onze taal aan te passen en zo meer rekening te houden met de ontvanger.
D een uiteenzetting over de acceptatie van taalaanpassing.
  • D, een uiteenzetting, want:
  • Uiteenzetting: verschijnsel wordt uitgelegd, informatief.
  • Geen beschouwing, want bij een beschouwing: verschijnsel wordt onderzocht uit meerdere gezichtspunten, waarna je zelf een mening moet formuleren, waarderend.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Framing - plofkip

Vraag 12a - 1p
Leg uit wat framing is.

  • Je stuurt het denken van je publiek door specifiek taalgebruik. Je woorden wekken een beeld op. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 12b  - 1p
Waarom is het woord plofkip een voorbeeld van framing?
> Verwijs naar het frame! 
> Wat wordt er geframed? 
> Wat is het beeld in jouw hoofd als je het woord 'plofkip' hoort? 

  • Een plofkip is een kip die heel snel groeit en veel borstvlees heeft. Plofkip is een voorbeeld van framing, omdat daarmee het beeld wordt opgewekt dat de kippen zo snel groeien dat ze ontploffen. Het gevoel dat wordt geassocieerd met ontploffende kippen is natuurlijk negatief

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Framing - plofkip

Vraag 13 - 1p
Zou je het woord plofkip een neologisme kunnen noemen? Leg je antwoord uit.

  • Ja, want het woord is bedacht door Wakkerdier en bestond nog niet voor deze campagne/is een nieuwe samenstelling van de woorden 'ontploffen' en 'kip'. 
  • Nee, want het woord bestaat al sinds 2012 en is dus niet nieuw meer.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Framing - plofkip
Vraag 14 - 1p
Citeer twee andere woorden of woordgroepen uit de tekst die het frame van Wakkerdier versterken.
Let op: alleen de eerste twee antwoorden worden nagekeken.
Let op: alleen 1 punt bij twee juiste antwoorden. Er worden geen halve punten gegeven. 

  • Bijvoorbeeld: Extreem doorgefokt, spotgoedkoop, kippenleed, leedvlees, schattig geel kuikentje, vleeshomp, absurd snelle groei, minder dan één A4-tje leefruimte, goedkope kipfiletje.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Framing - plofkip

Vraag 15 - 2p
Schrijf een advies van minstens 40 woorden voor de pluimveehouders waarin je reageert op het frame van Wakkerdier.nl.

  • Duidelijk dat er geschreven wordt aan pluimveehouders: 1 punt
  • 1 punt: gereageerd op het frame met een nieuw frame, want een frame ontkennen werkt niet, maar er een ander frame tegenover zetten wel!

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 16 - 11p

  • i = interpunctiefout
  • Bekijk het nakijkmodel dat erbij zit. 




Tel je punten na. 
Docent neemt toetsen weer in. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periode 2

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Nieuwe lesstof                      Herhalende lesstof:






Troublespeech 
Communicatie: 
les 19, 20, 21, 22

Literatuur: 
les 5, 6, 8, 9, 10 + 
begrippen 156-159
Communicatie: 
les 2, 3, 4, 5, 6

Literatuur: 
les 1, 2, 3

Slide 26 - Diapositive

vwo
  • Hiernaast staat een lijst met boeken waaruit je kunt kiezen voor periode 2 (sommige boeken zijn alleen voor ISK beschikbaar): 
  • Ga naar www.lezenvoordelijst.nl 
  • Zoek uit welke van de boeken hier jouw interesse wekken. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions