taal thema 6 extra meewerkend + lijdendvoorwerp

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

thema 6 

het lijdend voorwerp

het meewerkend voorwerp

het lijdend voorwerp

wie/wat +  gezegde + onderwerp?

Bob heeft een cadeau gekocht.

wat heeft Bob gekocht?

Max heeft een voetbal gevonden.

Wat heeft Max gevonden?

1. voetbal
2. gevonden
3. Max
4. een voetbal

Wij gaan een brood kopen.

Wat gaan wij kopen?

1. kopen
2. wij gaan
3. brood
4. een brood

Wat is het lijdend voorwerp?

Jack is zijn huiswerk aan het maken.

1. huiswerk
2. aan het maken
3. zijn huiswerk
4. Jack

Wat is het lijdend voorwerp?

Wij lezen het goed door.

1. wij
2. lezen
3. het
4. goed

Wat is het lijdend voorwerp?

We vertellen haar het geheim.

1. vertellen
2. het geheim
3. geheim
4. we vertellen

aan wie/wat + gezegde + ow + lv?

gezegde = alle werkwoorden

ow = onderwerp

lv = lijdend voorwerp

het meewerkend voorwerp

aan of voor wie/wat +  gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Bob heeft een cadeau gekocht voor Sam.

voor wie heeft Bob een cadeau gekocht?

Thomas gaf Bob een appel.

aan of voor wie/wat + gezegde + ow + lv?

AAN WIE GAF THOMAS EEN APPEL?

Joris geeft een papiertje aan Oma.

Aan wie geeft Joris een papiertje?

1. aan Oma
2. Oma
3. geeft
4. een papiertje

Mijn Oma geeft Joris een snack.

Aan wie geeft mijn Oma een snack?

1. aan mij
2. mijn Oma
3. Joris
4. geeft

De meester legt de kinderen wat uit.

Aan wie legt de meester wat uit?

1. de kinderen
2. legt
3. de meester
4. uitleggen

De kinderen vragen de meester om uitleg.

Aan wie vragen de kinderen om uitleg?

1. de kinderen
2. vragen
3. de meester
4. aan de meester

Nu zelf proberen...

Wat is het meewerkend voorwerp?

Papa geeft Bodie een cadeautje.

1. papa
2. aan papa
3. aan Bodie
4. Bodie

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sem geeft de sleutels aan Dani.

1. Sem
2. aan Dani
3. Dani
4. aan Sem

Wat is het meewerkend voorwerp?

Dylan geeft Maarten een harde duw.

1. Maarten
2. Dylan
3. aan Maarten
4. aan Dylan

maken:

1. taaloefenen > gezegde + onderwerp

2. taaloefenen > lijdend voorwerp

3. taaloefenen > meewerkend voorwerp

4. alle lijsten spellingoefenen en taaloefenen