Transport door membranen

Celmembranen
Transport door membranen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Celmembranen
Transport door membranen

Slide 1 - Diapositive

Osmotische waarde van een oplossing is de hoeveelheid opgeloste stoffen in een oplossing
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Membranen 
Membranen in cellen zijn semi-permeabel

Gassen, Kleine polaire moleculen en hydrofobe moleculen kunnen passeren 
(zuurstof, koolstofdioxide)

Grote polaire moleculen en geladen moleculen kunnen niet passeren
(Glucose, Eiwitten)

Water kan heel langzaam door het membraan 

Slide 4 - Diapositive

Aquaporine
Omdat water heel langzaam door het membraan kan maakt de cel vaak gebruik van aquaporines


Aquaporines zijn membraaneiwitten die water doorlaten

Slide 5 - Diapositive

Osmose in dierlijke cellen

Slide 6 - Diapositive

Als de osmotische waarde van extra-cellulaire vloeistof hoger is dan in de cel dan...
A
gaat het water de cel in
B
loopt het water de cel uit

Slide 7 - Quiz

Als de extra-cellulaire vloeistof een hogere osmotische waarde heeft noemen we dat...
A
Isotoon
B
Hypotoon
C
Hypertoon

Slide 8 - Quiz

Osmose in plantaardige cellen

Slide 9 - Diapositive

Wanneer treedt plasmolyse op in een plantaardige cel?
A
Als de osmotische waarde van de extracellulaire vloeistof hoger is
B
Als de osmotische waarde van de extracellulaire vloeistof lager is
C
Als de osmotische waarde van extracellulaire vloeistof gelijk is aan de cel

Slide 10 - Quiz

Turgordruk in een plantencel ontstaat doordat...
A
De osmotische waarde van de cel hoger is dan buiten de cel
B
De osmotische waarde van de cel lager is dan buiten de cel
C
De osmotische waarde van de cel gelijk is aan buiten de cel

Slide 11 - Quiz

Passief transport
Cellen bevatten veel porie-eiwitten in het membraan

Deze eiwitten kunnen open of dicht staan

Slide 12 - Diapositive

Passief transport
Cellen bevatten ook veel transporteiwitten in het membraan.

Deze eiwitten maken transport van grote moleculen zoals glucose mogelijk

Stoffen diffunderen automatisch met de concentratie-gradiënt mee (van hoog naar laag)
Dit kost de cel geen energie, en deze vorm van transport wordt daarom passief genoemd.

Slide 13 - Diapositive

Actief transport
Als een cel een stof tegen de concentratie-gradiënt in wil transporteren kost het energie

Transporteiwitten die stoffen tegen hun concentratiegradiënt in transporteren maken gebruik van ATP

Transport dat energie kost wordt actief transport genoemd.

Slide 14 - Diapositive

Actief transport

Slide 15 - Diapositive

Transport met blaasjes
Stoffen kunnen ook getransporteerd worden door blaasjes af te snoeren van het membraan = exocytose

Blaasjes met daarin opgeloste stoffen kunnen de cel uit worden getransporteerd = Secretie

De cel kan ook blaasjes insnoeren en daarmee stoffen van buiten de cel opnemen. Dit noemen we endocytose. 

Slide 16 - Diapositive

Fagocytose
Het proces waarbij voedingsstoffen worden opgenomen door middel van endocytose en waar het endosoom vervolgens versmelt met een lysosoom noemen we fagocytose

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo