Junior Einstein groep 8 les 8 (De huifkar)

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 8

Dit is Junior Einstein les 8 voor groep 8.

De tekst: De huifkar.

Je krijgt zo een tekst te zien. Lees deze tekst eerst goed door. Maak daarna de vragen. De tekst komt voor elke vraag opnieuw in beeld, zodat je makkelijk met één klik naar de tekst kunt.

Tip: Lees voor het beantwoorden van de vraag ook de zinnen die voor en na de genoemde regels komen!

1. Welke zin vat de eerste alinea het best samen?

1. De huifkar is een wagen met een motor, waar een lange kap overheen zit en die voortgetrokken wordt door paarden.
2. Een huifkar is een kar met een beschermende overkapping en wordt vaak voortgetrokken door paarden.
3. Een huifkar wordt altijd voortgetrokken door paarden.
4. Een overkapping wordt oak wel een huif genoemd.

2. Op welke vraag geeft de eerste alinea antwoord?

1. Hoe werkt een huifkar?
2. Waar gebruik je een huifkar?
3. Waarom wil je een huifkar?
4. Wat is een huifkar?

3. Lees de tweede a linea.
Om welke twee redenen werd de huifkar gebruikt?

1. Om er geld mee te verdienen en het te verhuren als slaapplek.
2. Om materialen mee te verslepen en als tijdelijke woning.
3. Om mensen in te vervoeren en om erin naar school te gaan..
4. Om met de paarden te wandelen en als permanente woning.

4. Waar gaat de vierde alinea vooral over?

1. Hoe de stoomlocomotief uitgevonden is.
2. Hoe het gekomen is dat de huifkar nu massaal voor recreatieve doeleinden wordt gebruikt.
3. Hoe het kwam dat de huifkar na verloop van tijd bijna geheel verdwenen is..
4. Hoe het kwam dat de huifkar steeds meer gebruikt werd als transportmiddel. 5

5. Lees de vierde en de vijfde a linea.
Wat is het verband tussen deze twee alinea's?


Alinea vijf ...

1. geeft de gevolgen aan van het bijna verdwijnen van de huifkar.
2. geeft de oorzaak aan van het bijna verdwijnen van de huifkar.
3. geeft een mening over water in a linea vier verteld is.
4. geeft een samenvatting van water allemaal verteld is in a linea vier.

6. Jolijn maakt een schema bij de tekst.
Dit schema moet afgemaakt worden.

Wat moet Jolijn op plaats 1 zetten?

1. functies
2. Nederland
3. Ieger
4. zigeuners