if-sentences (if-zinnen)

If kan je op 3 manieren gebruiken


1. Gebruiken bij feiten, aan beiden kanten van de if is het werkwoord in present simple.

Water boils if you heat it to 100 degrees
If you heat water to 100 degrees it boils

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

If kan je op 3 manieren gebruiken


1. Gebruiken bij feiten, aan beiden kanten van de if is het werkwoord in present simple.

Water boils if you heat it to 100 degrees
If you heat water to 100 degrees it boils

Slide 1 - Diapositive

  1. Gebruiken als je het bijna zeker weet dat het gaat gebeuren. Aan de ene kant van de komma/if will + hele werkwoord en aan de andere kant van de komma/if present simple

I will send him a card if I have is address
If I have his address, I will send him a card.

Slide 2 - Diapositive

  1. Als je bijna zeker weet dat het NIET gaat gebeuren. Aan de ene kant van de komma/if would + hele werkwoord en aan de andere kant van de komma/if past simple

I would buy a computer if I had money
If I had money, I would buy a computer

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

...., I'd buy a Porsche
A
If I would have the money
B
If I will have the money
C
If I had the money
D
If I have the money

Slide 5 - Quiz

......, I will be happy
A
If he will do that
B
If he does that
C
If he did that
D
If he would do that

Slide 6 - Quiz


......, we will miss our flight.
A
If you will be late
B
If you are late
C
If you had been late
D
If you were late

Slide 7 - Quiz

... you ..... water, you can make tea.
A
if ...... boiled
B
if .... boil

Slide 8 - Quiz

If-zinnen: Which is correct?
A
He will be better at soccer, if he practises.
B
If he will practise, he is better at soccer.

Slide 9 - Quiz

...., I take an aspirin
A
If I have a headache
B
When I have a headache
C
If I had a headache
D
If I would have a headache

Slide 10 - Quiz