23/2 H5 een beoordeling schrijven

timer
10:00
In stilte lezen!


1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

timer
10:00
In stilte lezen!


Slide 1 - Diapositive

Schrijven
H5

Een beoordeling schrijven 

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning

  • Lezen
  • Instructie/quiz
  • Werken
  • Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kan je  wen beoordeling schrijven met behulp van een bouwplan
  • kan je het verschil tussen mening geven en overtuigen benoemen

Slide 4 - Diapositive

Wat is het verschil tussen mening geven en overtuigen?

Slide 5 - Question ouverte

Overtuigende tekst
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening

Het doel is dat de lezer die mening overneemt. 

De schrijver geeft argumenten om de lezer te overtuigen van zijn standpunt.


Slide 6 - Diapositive

Opbouw overtuigende tekst
Inleiding: de mening van de schrijver. Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.

Kern: de argumenten. Dit zijn vaak de feiten.

Slot: de conclusie. Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.

Slide 7 - Diapositive

Zo schrijf je een overtuigende tekst

  1. Maak een bouwplan.
  2. Schrijf de inleiding: omschrijf het onderwerp en kondig je standpunt aan met signaalwoorden zoals Ik vind …, Ik ben van mening dat …, Het wordt tijd dat ….
  3. Gebruik in het middenstuk bij elk nieuw argument signaalwoorden voor een opsomming: om te beginnen, bovendien, vervolgens, daarnaast, ook, ten slotte (tekstverbanden).
  4. Herhaal in het slot kort je standpunt. Gebruik signaalwoorden voor een conclusie: al met al, kortom, daarom, dus (tekstverbanden).
  5. Zet een titel boven je tekst.

Slide 8 - Diapositive

Bouwplan
Een bouwplan is een ontwerp van de tekst die je gaat schrijven. 

In het bouwplan bedenk je alvast wat je wil vertellen, zodat je daar niet meer over na hoeft te denken tijdens het schrijven van de tekst.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld bouwplan
Alinea
voorbeeld
Functie
Deelonderwerp
Steekwoorden
1
Inleiding
2 t/m 4
Argumenten
5
Slot

Slide 10 - Diapositive

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 11 - Quiz

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 12 - Quiz

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 13 - Quiz

In de conclusie herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Nieuwe lesstof

Slide 15 - Diapositive

Een beoordeling schrijven
Je kunt een tekst schrijven om iets te beoordelen, zoals een product, een boek, een film of een festival. Je maakt dan aan andere mensen duidelijk wat jij ervan vindt en waarom je dat oordeel hebt. Je geeft dus niet alleen je mening, maar ook argumenten voor je beoordeling.

Slide 16 - Diapositive

Mening geven

- Uitleg geven over jouw mening

- Subjectieve argumenten
Overtuigen

- Anderen overhalen jouw mening te delen

- Objectieve argumenten

Slide 17 - Diapositive

Zo schrijf je een beoordeling

  • Maak een bouwplan, zie het schema hieronder.
  • Schrijf de inleiding: noem het door jou beoordeelde onderwerp. Geef daarbij in het kort je oordeel door de beoordelingswoorden op te sommen, zoals mooi, stevig, licht, saai, adembenemend enzovoort.
  • Schrijf over elk deelonderwerp of aspect één alinea en bouw die alinea zo op:
        - Geef eerst kort en krachtig je mening. Gebruik een beoordelingswoord.
        - Noem dan je argumenten.
        - Geef daarna toelichting bij die argumenten; dat kunnen voorbeelden zijn.
  • Sluit je tekst af met een korte, samenvattende alinea, waarin je beoordeling duidelijk naar voren komt (geen herhalimg van argumenten!) en sluit af met een uitsmijter.
  • Zet een titel boven je beoordeling, bijvoorbeeld Verrassend veel mogelijkheden of Waardeloos vervoermiddel.

Slide 18 - Diapositive

Ter vergelijking: zo schrijf je een overtuigende tekst

  1. Maak een bouwplan.
  2. Schrijf de inleiding: omschrijf het onderwerp en kondig je standpunt aan met signaalwoorden zoals Ik vind …, Ik ben van mening dat …, Het wordt tijd dat ….
  3. Gebruik in het middenstuk bij elk nieuw argument signaalwoorden voor een opsomming: om te beginnen, bovendien, vervolgens, daarnaast, ook, ten slotte (tekstverbanden).
  4. Herhaal in het slot kort je standpunt. Gebruik signaalwoorden voor een conclusie: al met al, kortom, daarom, dus (tekstverbanden).
  5. Zet een titel boven je tekst.

Slide 19 - Diapositive

En bij de recensie recensie
1. Maak een bouwplan.
2. inleiding: bijv. kort leuk/spannend fragment of anekdote
3. korte samenvatting (alleen hoofdzaken en het slot niet verraden!)
4. beoordeling + feitelijke argumenten per alinea (geen herhaling!)
5. eindoordeel = beoordeling met beoordelingswoorden en GEEN herhaling van de argumenten uit het middenstuk! (beoordelingswoorden/standpunt) + uitsmijter

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Opbouw recensie
1. inleiding: bijv. kort leuk/spannend fragment of anekdote
2. korte samenvatting (alleen hoofdzaken en het slot niet verraden!)
2. beoordeling + feitelijke argumenten per alinea (geen herhaling!)
3. eindoordeel = beoordeling met beoordelingswoorden en GEEN herhaling van de argumenten uit het middenstuk! (beoordelingswoorden/standpunt) + uitsmijter

Slide 23 - Diapositive

Een boekrecensie in de krant is een
A
Beoordeling
B
Overtuigende tekst

Slide 24 - Quiz

Een tekst bij een paar schoenen in een webwinkel is
A
Beoordeling
B
Overtuigende tekst

Slide 25 - Quiz

"Ik vond de kleur van deze trui niet mooi, dus heb ik die terug gestuurd."
A
Beoordeling
B
Overtuigende tekst

Slide 26 - Quiz

"Samsung maakt superslechte producten"
A
Subjectief argument
B
Objectief argument

Slide 27 - Quiz

De producten van Nokia gaan gemiddeld langer mee.
A
Subjectief argument
B
Objectief argument

Slide 28 - Quiz

Opbouw recensie
1. inleiding: bijv. kort leuk/spannend fragment of anekdote
2. korte samenvatting (alleen hoofdzaken en het slot niet verraden!)
2. beoordeling + feitelijke argumenten per alinea (geen herhaling!)
3. eindoordeel = beoordeling met beoordelingswoorden en GEEN herhaling van de argumenten uit het middenstuk! (beoordelingswoorden/standpunt) + uitsmijter

Slide 29 - Diapositive

Hoe is een beoordelende tekst opgebouwd?

Slide 30 - Question ouverte

Werk voor de deze les + huiswerk om te leren/oefenen voor schrijven betoog (toets):

Blz. 139, opdracht 3 
Donderdag en huiswerk voor vrijdag:
Vraag 1, 2, 3 en 4 (t/m het bouwplan, dus NIET het schrijven!) = alleen.

Vrijdag tijdens de les en huiswerk/oefenen voor de PO voor na de vakantie:
Vraag 4 uitschrijven van je bouwplan tot een tekst = alleen
Vraag 5: alleen - in stilte uitwisselen en in stilte feedback geven
Vraag 6: verplicht herschrijven naar aanleiding van de ontvangen feedback!


timer
15:00

Slide 31 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kan je  wen beoordeling schrijven met behulp van een bouwplan
  • kan je het verschil tussen mening geven en overtuigen benoemen

Slide 32 - Diapositive

Ik kan het verschil benoemen tussen feiten, meningen en argumenten.

😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

IK weet hoe een beoordelende tekst is opgebouwd.

😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 35 - Question ouverte

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders zien?

Slide 36 - Question ouverte