Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Les 1




1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

Les 1




Slide 1 - Diapositive

Typisch Nederlands landschap?

Slide 2 - Carte mentale

Los zand
  • NL: lagen zand, grind en klei.
  • Ontstaan uit gesteente uit bergen: o.a Alpen, Ardennen, Eiffel. 
  • Vervoerd door rivieren naar ons land. (sedimentatie)

Slide 3 - Diapositive

IJstijden in NL
IJstijden hebben het landschap in NL veranderd.

-Landijs duwt aarde en gesteente naar hoge punten: Stuwwallen
-ontstaan van heuvels in NL

Slide 4 - Diapositive

Hoe zijn de stuwwallen in Nederland ontstaan?

Slide 5 - Question ouverte

Is het natuurgebied De Veluwe, bij Arnhem, ook ontstaan door de IJstijd? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Question ouverte

Laatste IJstijd
12.000 jaar geleden.
-Helft van NL onder dik pak ijs en sneeuw.
-Ontstaan in Scandinavië.
-Noordzee droog gevallen.
-Kou; weinig begroeiing.
-Wind vrij spel: zand land inwaards blazen. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hoe komen we in het oosten van Nederland aan zandgrond?
A
Wind die zand van drooggelegde Noordzee het land in blies.
B
Door IJs uit Scandinavië die zand meenam.
C
Via de Rijn die zand meenam uit sedimentatie.
D
Door de stuwwallen die het zand omhoog duwde.

Slide 9 - Quiz

Welke soorten grond kom je in de Nederlandse boden tegen?
A
Alleen klei
B
Zand en grind
C
Zowel Klei, zand als grind
D
Turf en löss

Slide 10 - Quiz

Hebben de rivieren invloed gehad op de vorming van ons land?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 12 - Question ouverte

Aan de slag!
Pak je werk voor je!
Opdracht 2, 3, 5, 6

timer
20:00

Slide 13 - Diapositive

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen
Les 2
M&M LJ1

Slide 14 - Diapositive

Een spons van veen
  • Na de ijstijden: warmer in NL.
  • Gevolg 1: ijs smelt en land wordt zichtbaar. 
  • Gevolg 2: zeespiegel steeg.
  • Gevolg 3: rivieren treden buiten oevers: overstromingen

= Ideale omstandigheden voor ontstaan moerassen/ veengebieden.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Veen
-Ontstaan uit dode planten en dierenresten.
-Houdt water vast, net als spons.
-NL: 2 soorten venen: hoog en laagveen.
-Friesland, Groningen, Drenthe: Veen

Slide 17 - Diapositive

Hoog en droog
1e mens in NL: woonachtig in Limburg op hogere zandgronden. 
-Reden: bescherming tegen hoog water.
-Rest van land onveilig; geen goede bescherming tegen zee en rivieren.

Slide 18 - Diapositive

 Bewoners in laag-land
  • Lage gebieden: overstromen. 
  • Mensen bouwden huizen en boerderijen op heuvels = terpen
  • Noord-Nederland kent vele terpen zoals het kaartje laat zien.

Slide 19 - Diapositive

Terpen of Wierden
  • Langs de kust in Groningen en Friesland bouwden boeren terpen.
  • Reden: beschermen tegen hoog water en overstromingen.
  • Gemaakt van: klei, mest, stenen en afval.
  • Nog steeds terpen te zien in Noord-Nederland.

Slide 20 - Diapositive

Waar vind je in Nederland vooral veenlandschappen?
A
Drenthe, Friesland en Groningen
B
Limburg en Noord-Brabant
C
Gelderland
D
Noord- en Zuid Holland

Slide 21 - Quiz

Waarom trokken de eerste mensen in Nederland naar Limburg?
A
Omdat het daar warmer was
B
Laagland was te onveilig
C
Omdat daar meer eten te vinden was.
D
Rivieren treden buiten hun oevers

Slide 22 - Quiz

Wat zijn terpen of wierden?

Slide 23 - Question ouverte

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag!
Pak je werk voor je!

Opdrachten: 
6-7-8-9

timer
20:00

Slide 25 - Diapositive

Blok 2 Typisch Nederlandse landschappen

M&M LJ1
Les 3

Slide 26 - Diapositive

Waar denk je aan bij een veenlandschap?

Slide 27 - Carte mentale

Hoe komt het dat Nederland veel vochtige/natte gebieden kent in het noorden van ons land?

Slide 28 - Question ouverte

Wat stellen de rode stippen voor op deze kaart?

Slide 29 - Question ouverte

Sloten graven in veen
  • Rond het jaar 1000: klimaat NL veranderd --> Warmer
  • Gevolg korte termijn: Landbouw geeft grotere opbrengsten
  • Gevolg langer termijn: bevolkingsgroei.
Oplossing: landbouwgronden en woongronden creëren uit veengebied. = Ontginning. (droogleggen van de gebieden)

Slide 30 - Diapositive

Landbouw in veengebieden
  • Boeren kregen stuk land in veengebied. Konden slootjes graven om het water af te voeren.
  • Veen droogde daardoor op. ontstaan van langgerekte akkers.

  • Ook windmolens werden ingezet om de veengebieden droog te leggen voor de landbouw

Slide 31 - Diapositive

Dammen en droogmakerijen
Rivieren en zee controleren door aanleg van dammen

Gebeurde rond de rivier de Amstel: Amsterdam.
Ook in de rivier de Rotte: Rotterdam. Enzovoort. 

Slide 32 - Diapositive

Droogmakerijen
16e en 17e eeuw ging men grote meren in Noord-Holland droog leggen voor landbouwgrond en voor huizen. 

-Aanleg ringdijken en kanalen. Met molens (en later met een gemaal) de meren leegpompen en water in ringvaart laten stromen. 
= Droogmakerij

Slide 33 - Diapositive

Polders
Wat zijn het? En waarom is NL er zo beroemd mee geworden?

-Polder: stuk land dat is drooggelegd en die meters onder zeeniveau ligt. 
Molens en gemalen houden de polder droog.

Slide 34 - Diapositive

NAP
Nederland strijdt al jaren tegen het water.  Meten is weten, dus houden we bij hoe hoog de waterstanden zijn t.o.v. de zeespiegel.

Amsterdam bepaalde nulpunt. Andere metingen werden hiervan afgeleid.  Pijlschaal kan je het aflezen.
NAP = Normaal Amsterdams Peil

Slide 35 - Diapositive

Waarom werden er in veengebieden sloten gegraven?
A
Om turf te steken
B
voor goederentransport per boot
C
Om drinkwater in op te slaan
D
Om water af te voeren en land droog te leggen

Slide 36 - Quiz

Leg het verband uit tussen de bevolkingsgroei na het jaar 1000 en het ontginnen van gebieden.

Slide 37 - Question ouverte

Waarvoor werden windmolens voor gebruikt in het westen van Nederland?
A
Om water uit de polders te pompen.
B
Om zout water zoet te maken.
C
Om drinkwater mee op te pompen.
D
Om water naar droge gebieden te brengen.

Slide 38 - Quiz

Omschrijf hoe een droogmakerij werkt.

Slide 39 - Question ouverte

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 40 - Question ouverte

Aan de slag!
Pak je werk voor je!

Opdrachten:
14-15-20-21
timer
20:00

Slide 41 - Diapositive