Modernisme

• Kunst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Modernisme deel 1

Theorie en opdrachten: 

Expressionisme
, Kubisme, Futurisme, De Stijl 

First things first...

Toen de twintigste eeuw aanbrak, hadden kunstenaars alle reden om te geloven dat ze een geheel nieuwe en unieke moderne tijd binnen gingen.

1. Filosofen zoals Henri Bergson waren bezig ons concept van tijd te beschrijven, en de theorieën van Sigmund Freud openden nieuwe wegen naar onbekende delen van de menselijke geest.

2. De industriële revolutie van de negentiende eeuw bracht moderne vervoersmiddelen met zich mee, zoals de auto, het vliegtuig en de elektrische lift, die hand in hand gingen met de constructie van staal en glas bij de geboorte van de wolkenkrabber - het idee van de moderne stad. Het leven was nog nooit zo snel geweest.

Alles nieuw! ook de kunst?

Dit spannende moment, zowel in de intellectuele als in de populaire cultuur, heeft kunstenaars er echt toe gebracht te geloven dat ze deel uitmaakten van een project om zowel een nieuw visuele taal voor de moderne wereld uit te vinden als om tegelijkertijd bestaande ideeën over wat kunst zou kunnen en moeten zijn, in vraag te stellen. 

Vaak werd dit standpunt verder geradicaliseerd door historische gebeurtenissen en de aantasting van politieke overtuiging. Geef een aantal historische gebeurtenissen die volgens jou van invloed zijn geweest op de kunst.

meer dan dat

Het modernisme stelde voor dat een schilderij of sculptuur meer zou kunnen zijn dan een meestal herkenbare reproductie van iets dat in de natuur bestaat. Toen kunst eenmaal was losgekoppeld van dat doel, werd er geëxperimenteerd met de basis van de beeldende elementen (bijvoorbeeld lijn, kleur en diepte) 

Enkele thema's die centraal stonden bij kunstenaars in de periode van 1900 tot 1950 

Kunst is meer dan een visuele representatie van de objectieve werkelijkheid

Kunst als afbeelding van moderniteit

Kunst als middel voor sociaal of politiek engagement

Kunst als weerspiegeling van geschiedenis

Veel verschillende stromingen

Expressie en abstractie

Rationalisme en abstractie

Primitivisme

DADA en Surrealisme / toeval en vervreemding van de werkelijkheid

Op de afbeelding zie je een Straatscène in Berlijn uit 1913 van de Duitse schilder Ernst Ludwig Kirchner. Hij was gefascineerd door de grote stad. Berlijn was in die tijd een opkomende wereldstad, vergelijkbaar met Londen en Parijs. Kirchner roept hier de spanning op van het stadse nachtleven. Geef aan hoe dat blijkt uit de voorstelling van afbeelding

Sleep de tekst naar de juiste afbeelding

Fauvisme

Die

Brücke

Der 

Blaue

Reiter