§3.5 Groepen vergelijken - les 1

§3.5 Groepen vergelijken - les 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

§3.5 Groepen vergelijken - les 1

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel 
Groepen met elkaar kunnen vergelijken aan de hand van een kruistabel. 

Slide 2 - Diapositive

Belangrijke begrippen bij statistiek
Absolute waarde = getallen/hoeveelheden 
Absolute frequentie = frequentie in getallen 

Relatieve waarde = hoeveelheden in percentages 
Relatieve frequentie = frequentie in percentages 

Slide 3 - Diapositive

Opgave 26a 
Maak een kruistabel bij de variabelen plezier en geslacht

Slide 4 - Diapositive

Opgave 26a 
Maak een kruistabel bij de variabelen plezier en geslacht
Plezier
man
vrouw 
Totaal
neutraal
behoorlijk
veel
nee
weinig
totaal 

Slide 5 - Diapositive

Opgave 26a 
Maak een kruistabel bij de variabelen plezier en geslacht
Plezier
man
vrouw 
Totaal
neutraal
18
22
40
behoorlijk
22
24
46
veel
12
14
26
nee
4
10
14
weinig
13
15
28
totaal 
69
85
154

Slide 6 - Diapositive

Opgave 26b 
Hebben meer jongens of meer meisjes veel plezier in school?
Plezier
man
vrouw 
Totaal
neutraal
18
22
40
behoorlijk
22
24
46
veel
12
14
26
nee
4
10
14
weinig
13
15
28
totaal 
69
85
154

Slide 7 - Diapositive

Opgave 26b 
Hebben meer jongens of meer meisjes veel plezier in school?
Plezier
man
vrouw 
Totaal
neutraal
18
22
40
behoorlijk
22
24
46
veel
12
14
26
nee
4
10
14
weinig
13
15
28
totaal 
69
85
154
26b. 
Meisjes hebben meer plezier in school dan jongens. 

Slide 8 - Diapositive

Opgave 26c 
Is het percentage jongens dat met veel plezier naar school gaat groter of kleiner dan het percentage bij de meisjes? 
Plezier
man
vrouw 
Totaal
neutraal
18
22
40
behoorlijk
22
24
46
veel
12
14
26
nee
4
10
14
weinig
13
15
28
totaal 
69
85
154
26c.
Percentage jongens:
12 : 69 x 100% = 17,4%

Percentage meisjes:
14 : 85 x 100% = 16,5%

Relatief gezien hebben jongens meer plezier in school dan meisjes. 

Slide 9 - Diapositive

Opgave 26c 
Is het percentage jongens dat met veel plezier naar school gaat groter of kleiner dan het percentage bij de meisjes? 
Plezier
man
vrouw 
Totaal
neutraal
18
22
40
behoorlijk
22
24
46
veel
12
14
26
nee
4
10
14
weinig
13
15
28
totaal 
69
85
154

Slide 10 - Diapositive

Opgave 26d 
Geef een verklaring voor het verschil tussen de antwoorden van de antwoorden van b en c. 
26b. 
Meisjes (14) hebben meer plezier in school dan jongens (12).
26c.
Percentage jongens:
12 : 69 x 100% = 17,4%

Percentage meisjes:
14 : 85 x 100% = 16,5%

Relatief gezien hebben jongens meer plezier in school dan meisjes. 

26d. 
In het onderzoek zijn in totaal 69 jongens en 85 meisjes. Dus het aantal meisjes is niet gelijk aan het aantal jongens. 

Slide 11 - Diapositive

Opgave 26e 
Wat geeft beter weer wie er veel plezier heeft in school, de daadwerkelijke aantallen of de percentages? Waarom? 
26e. 
Percentages geven het beste weer, omdat je aantallen van groepen van verschillende groottes niet goed met elkaar kunt vergelijken. 

Slide 12 - Diapositive

Wanneer kun je de kruistabel niet gebruiken?
Als je kruistabel te groot en/of overzichtelijk is, dan kun je een;
  • dotplot;
  • boxplot;
  • staafdiagram gebruiken.

Slide 13 - Diapositive

3 diagrammen om groepen te vergelijken
Dotplot
Boxplot
Staafdiagram

Slide 14 - Diapositive

Maken en nakijken
&3.5

Slide 15 - Diapositive