2022-10-07 GM3A Latijn (herh. bnw)

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe congruentie tussen bnw en znw werkt
  • Je kunt het verschil tussen suus/sua/suum en eius/eorum/earum uitleggen
Weektaak

  • herhalen W t/m les 16
  • herhalen rijtjes bijv nw grammatica 15.1 en 16.1 en bezittelijk vnw 15.3




Donderdag 20 oktober:
toets Latijn H 15 + 16
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe congruentie tussen bnw en znw werkt
  • Je kunt het verschil tussen suus/sua/suum en eius/eorum/earum uitleggen
Weektaak

  • herhalen W t/m les 16
  • herhalen rijtjes bijv nw grammatica 15.1 en 16.1 en bezittelijk vnw 15.3




Donderdag 20 oktober:
toets Latijn H 15 + 16

Slide 1 - Diapositive

Begintaak

Leg uit wat het verschil is tussen:
1. Puer patrem suum salutat.  2. Puer patrem eius salutat

Noteer naamval, geslacht, getal (alle mogelijkheden) van:
  1. longa
  2. forti
  3. longis
  4. forte
Je hebt je laptop nodig vandaag!

Slide 2 - Diapositive

Leg uit wat het verschil is tussen
1. de verbuiging van rex
2. de verbuiging van fortis
3. de verbuiging van ingens

Wat wordt bedoeld met de i/ia/ium regel?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Noteer het geslacht van
familia - tempus - consilium

Slide 14 - Question ouverte

Zet het woord tussen () in de juiste vorm bij het znw
sorori (meus)

Slide 15 - Question ouverte

Zet het woord tussen () in de juiste vorm bij het znw
fratribus (carus)

Slide 16 - Question ouverte

Zet het woord tussen () in de juiste vorm bij het znw
capitis (magnus)

Slide 17 - Question ouverte

Welke woorden kan/kunnen meervoud zijn?
a. cari b. communis c. pulchrae d. vestra e. meis
f. similis

Slide 18 - Question ouverte

NB:
Er blijven dus drie bnw/bez. vnw. over!


illustribus
suae
noster
omne
miseram
ingenti
fortes
bona
optimos
gladio
aedificium
uxore
sororis
maritis
mortem

Slide 19 - Question de remorquage

Verhaal:

Hoe praetextatus zijn naam kreeg.

Slide 20 - Diapositive