Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 2: Latijn!
Les 2: Latijn!
Hoe ging het eerste huiswerk?
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Les 2: Latijn!
Hoe ging het eerste huiswerk?
Slide 1 - Diapositive
Opdracht 3.1
Opdracht 3.1
Latijn Betekenis Nederlands woord
aqua
locus
gladius
medicus
Slide 2 - Diapositive
Opdracht 3.1
Opdracht 3.1
Latijn Betekenis Nederlands woord
carcer
docere
atrium
ego
Slide 3 - Diapositive
Opdracht 3.1
Opdracht 3.1
Latijn Betekenis Nederlands woord
castellum
Caesar
Slide 4 - Diapositive
Latijnse tekst
Maar daarvoor moeten we éérst Nederlands kunnen ontleden....
Slide 5 - Diapositive
Nederlandse grammatica
Voor nu onderscheiden we in een zin:
de persoonsvorm (de handeling die verricht wordt)
het onderwerp (degene die de handeling doet)
Slide 6 - Diapositive
Nederlandse grammatica
Ik
loop
naar de stad.
Persoonsvorm: loop
Onderwerp: ik
Slide 7 - Diapositive
Nederlandse grammatica
Vandaag
reden
de treinen
op tijd
Persoonsvorm: reden
Onderwerp: de treinen
Slide 8 - Diapositive
Nederlandse grammatica
De vader van Johan poetst de badkamer met een emmer.
Persoonsvorm: poetst
Onderwerp: de vader (van Johan)
Slide 9 - Diapositive
Nederlandse grammatica
Nu jullie!
Slide 10 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Marijke loopt naar school.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
De dokter onderzoekt de patiënt.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het onderwerp in deze zin:
Maarten maakt zijn huiswerk.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het onderwerp in deze zin:
Volgende week gaan de buren op vakantie.
Slide 14 - Question ouverte
Een stapje verder: lijdend voorwerp
Voor nu onderscheiden we in een zin:
de persoonsvorm (de handeling die verricht wordt)
het onderwerp (degene die de handeling doet)
lijdend voorwerp (degene die de handeling ondergaat)
Slide 15 - Diapositive
Een stapje verder: lijdend voorwerp
Voorbeeldzin: Michael maakt een tekening
de persoonsvorm: maakt
het onderwerp: Michael
lijdend voorwerp: een tekening
Het lijdend voorwerp geeft antwoord op de vraag: wat maakt Michael?
Slide 16 - Diapositive
Een stapje verder: lijdend voorwerp
Voorbeeldzin: Michael maakt een tekening
de persoonsvorm: maakt
het onderwerp: Michael
lijdend voorwerp: een tekening
Het lijdend voorwerp geeft antwoord op de vraag: wat maakt Michael?
Slide 17 - Diapositive
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
De kapper
knipt
mijn haren
Slide 18 - Question de remorquage
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
De bakker
bakt
brood
Slide 19 - Question de remorquage
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
De ruiten
wast
de ruitenwasser
Slide 20 - Question de remorquage
Gefeliciteerd!
Je hebt nu kennisgemaakt met de belangrijkste
functies
in zinnen.
Slide 21 - Diapositive
Nu in Latijn!
Avus dormit: vader slaapt
dormit is de persoonsvorm (een werkwoord)
avus is het onderwerp (een zelfstandig naamwoord)
In deze zin: twee functies, en twee woordsoorten
Slide 22 - Diapositive
Nu in Latijn!
Vader groet grootvader
Vader groet grootvader
Grootvader groet vader
Pat
e
r
avu
m
salutat
Avu
m
pater salutat
Avu
s
patr
em
sal
utat
Slide 23 - Diapositive
naamval
functie
pater
avus
nominativus
onderwerp
pater
avus
accusativus
lijdend voorwerp
patrem
avum
Naamvallen en functies
Slide 24 - Diapositive
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Pater
salutat
avum
Slide 25 - Question de remorquage
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Patrem
salutat
avus
Slide 26 - Question de remorquage
Persoonsvorm
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Avum
salutat
pater
Slide 27 - Question de remorquage
Avus senex est
Slide 28 - Diapositive
naamval
functie
pater
avus
nominativus
1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel van het gezegde
pater
avus
accusativus
lijdend voorwerp
patrem
avum
Naamvallen en functies: aanvulling
Slide 29 - Diapositive
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
Slide 30 - Diapositive
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
1. Iorix est Germanus.
2. Iorix Romanus non est.
3. In Germania habitat.
4. Iorix sororem habet.
Slide 31 - Diapositive
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
5. Soror eius Amalia est.
6. Iorix patrem quoque habet.
7. Iorix matrem non iam habet.
8. Mater mortua est.
Slide 32 - Diapositive
Aan de slag: opdracht 4.1 (p. 11)
Als Iorix in Germanië woonde, waarom hebben we het dan over hem in het Latijn??
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Vidéo
Hoera, Grieks!
Slide 35 - Diapositive
Romeinse cijfers
Slide 36 - Diapositive
Romeinse jaartelling
Slide 37 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 2: Latijn!
Septembre 2023
- Leçon avec
51 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 3: 9 tm 14
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Latijn 3
Juin 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Latijn - nom + acc
Mai 2018
- Leçon avec
10 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1KLT week 5
Janvier 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4 juni
Mai 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Octobre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs