P3 HS4 Arbeid

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Talking physic's  
Elelktrische Energie wordt in Arbeid (Work) omgezet=de trein beweegt

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
1. R  Je kunt verschillende manieren beschrijven om een voortstuwende kracht te produceren.
2. R Je kunt uitleggen hoe de arbeid afhangt van de afstand en de voortstuwende kracht.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
T1  Je kunt berekeningen uitvoeren met de arbeid, de (voortstuwende) kracht en de afstand.
R Je kunt het energiestroomdiagram van brandstof- en elektromotoren tekenen en toelichten.

 

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
R Je kunt uitleggen dat de arbeid even groot is als de hoeveelheid nuttig gebruikte energie.
T1 Je kunt het rendement van brandstofmotoren en elektromotoren berekenen.




 

Slide 5 - Diapositive

Wat is 1Nm?

Slide 6 - Carte mentale

.                                                 


                 . 
Arbeid: De hoeveelheid energie die een motor nuttig
gebruikt om een massa over een bepaalde
afstand te verplaatsen.

Slide 7 - Diapositive

W=F x s
  • Hoeveel arbeid 
   er wordt verricht, 
   hangt af van 
   de afgelegde afstand (s)
   en de kracht (F).
  • De eenheid is Nm of Joule. 

Slide 8 - Diapositive

voorbeeld W berekenen
Auto zet chemische energie om in beweging=arbeid wordt verricht=de auto beweegt.

Slide 9 - Diapositive

opdracht 5 blz 36
1. Welke kracht verricht hier de arbeid?
2. Welke kracht werkt vooral de beweging tegen?
.

Slide 10 - Carte mentale

opdracht 5 blz 36
1. trekkracht = 700 N.
2.Het kanaal = 5,5 km lang.
3.snelheid is constant
.

Slide 11 - Carte mentale

opdracht 5 blz 36 antw:  

  1. de weerstandskracht is van het water dat door het schip opzij moet worden geduwd

Ftrek=700Nv=constFtegen=700N
W=Fs=700N5,5km=7005500=3,9MJ
MEGA=106

Slide 12 - Diapositive

W verricht= E nuttig auto

Slide 13 - Diapositive

opdracht  6  boek blz 36
Peter trekt een kar met zijn twee vriendjes erin door de straat. De trekkracht is 52 N, de afstand 85 m.
UITWERKING:

Slide 14 - Diapositive

Opdracht T2
Tijdens een test in een autofabriek wordt gemeten aan een verbrandingsautomotor. 
De motor heeft in totaal 130 MJ  chemische energie verbruikt. 
 Hierbij heeft de motor  57 MJ arbeid verricht. Bereken het rendement van de automotor. 
Er
W=5,7107Nm=NuttigeE
Echem=1,3108J

Slide 15 - Diapositive

Instructie 
Voorbeeld 1 blz 31  kunnen 
opdrachten maken blz 35 en 36 1t/m 6 en 8.
Goed leren

Slide 16 - Diapositive

T1 opdracht blz 35
blz 35

Slide 17 - Diapositive

Welk verband bestaat er tussen de arbeid, de afstand en de kracht?
A
F=W/s
B
W=F/s
C
W= Enuttig= Fxs
D
s= W/F

Slide 18 - Quiz

Hoe luidt de definitie van de newton (J), de eenheid van arbeid en energie?
A
N x m
B
N/m
C
N /kg
D
Nm

Slide 19 - Quiz

elektrische energie
bewegings energie
zwaarte energie
chemische energie
Een boek valt op de grond. 


Een zeil duwt een zeilboot vooruit.

Een elektromotor drijft een e-scooter aan.
Een benzinemotor drijft een auto aan.

Slide 20 - Question de remorquage

Een trein verricht arbeid als hij een bepaalde afstand aflegt met een bepaalde kracht.

Als de trein een 2 kleine afstand aflegt, dan wordt de verrichte arbeid .......... zo ........................ .
A
2X zo klein
B
2x zo groot
C
4 x zo klein
D
4x zo groot

Slide 21 - Quiz

Joey oefent een kracht op de trappers uit van 30 N. De afstand is 246 m.

Bereken de arbeid die Joey hierbij verricht.
A
W= 30 x 246=7380 J
B
W=7380 Nm

Slide 22 - Quiz

Instructie 
Maak een test jezelf (par 3) (NOVA digitaal)



Slide 23 - Diapositive

Aan de slag

Slide 24 - Diapositive

Nabespreking

Slide 25 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 26 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 27 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 28 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Question ouverte