les 1 - 3.4

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Plattegrond

Welkom

Wat moet je pakken?

Etui

Boek op blz. 167

Schrift 

Agenda

Rekenmachine

'Startopdracht' 

Opdracht 36 op blz. 167.

Welkom

Wat gaan we vandaag doen?

 

Huiswerk

Leerdoel

Uitleg

Aan de slag 

LessonUp

Huiswerk

Agenda:

Dinsdag 13 februari: 

opdracht 36 t/m 40 maken en nakijken van 3.4 op blz. 167

Wat ga je leren?

1. Je kunt rekenen met woordformules.

Woordformules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

Woordformules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 

Woordformule

Verdiensten Lonneke: in een woordformule

Woordformule

Verdiensten Lonneke: in een woordformule

Inkomsten in € = 4 + 6  aantal uren

         

⋅

Woordformule

Verdiensten Lonneke: in een woordformule

Inkomsten in € = 4 + 6  aantal uren

         4 --> vast bedrag        

⋅

Woordformule

Verdiensten Lonneke: in een woordformule

Inkomsten in € = 4 + 6  aantal uren

         4 --> vast bedrag            6 --> bedrag per uur

⋅

Woordformules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6 x aantal uren'

Woordformules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:

⋅

Woordformules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:  € 4 + € 6 x 3 = 

⋅

Woordformules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:  € 4 + € 6 x 3 = €22   

⋅

Woordformules 

Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:  € 4 + € 6 x 3 = €22   

                                           Let op de rekenvolgorde! 

⋅

Aan de slag

Wat?    opdracht 36 t/m 40 op blz. 167

Hoe?    fluisteren

Hulp?   overleg of steek je vinger op

Tijd?     10 minuten

Klaar?  steek 3 vingers op

+ 18 t/m 22  op blz. 15

Aan de slag

Wat?    opdracht 36 t/m 40 op blz. 167

Hoe?    stil

Hulp?   steek je vinger op

Tijd?     5 minuten

Klaar?  steek 3 vingers op

+ 18 t/m 22  op blz. 15

Wat is het vaste bedrag?
kosten = 5 + 3 aantal uren

⋅

Wat is het bedrag per uur?
kosten = 5 + 3 aantal uren

⋅

Hoeveel kost het als je 4 uur werkt?
kosten = 5 + 3 aantal uren

⋅

Wat is het bedrag per uur?
kosten = 7 aantal uren + 10

⋅

Wat is het vaste bedrag?
kosten = 7 aantal uren + 10

⋅

Hoeveel het het als je 3 uur werkt?
kosten = 7 aantal uren + 10

⋅

Bedenk zelf een vraag over deze paragraaf.

Wat heb je vandaag geleerd?

Wat vond je van deze paragraaf?

Moeilijk

Beetje moeilijk

Beetje makkelijk

Makkelijk

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃