T3 L3 Discussiëren

• Mavo/Ned
• Secundair onderwijs

Thema 3


Les 3: Discussiëren

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je een ik-boodschap formuleren om effectief te communiceren tijdens een discussie. 

Aan het einde van de les ken je de stappen om een ander op storend gedrag te wijzen zonder agressieve reacties uit te lokken.

Wat weet je al over communicatie tijdens een discussie?

Wat is een goede discussie?

Een gesprek waarin alle partijen respectvol naar elkaar luisteren, elkaar laten uitspreken en proberen constructief tot een oplossing te komen.

Welke twee soorten discussies hebben we gezien in de vorige les?

Het gebruik van ik-boodschappen in communicatie

Ik-boodschap: Een communicatiemethode waarbij de spreker de focus legt op eigen gevoelens en ervaringen in plaats van op het gedrag van de ander om conflicten te verminderen.

De structuur van een ik-boodschap

- Noem eerst de naam van de ander.

- Begin je boodschap met ik.

- Benoem je gevoel.

- Benoem het gedrag van de ander.

- Geef de reden waarom dat gedrag je stoort.

- Geef een suggestie van het gedrag dat je graag van de ander zou zien

Lees de situatie

Je luncht iedere dag samen met je halfzus. Je halfzus gooit sinds kort haar boterhammen weg om een broodje te kopen. Jij vindt dit vervelend en wil dit graag met haar bespreken.

1. spreek je gesprekspartner aan met zijn of haar naam

2. Begin je boodschap steeds met ik.

(beschrijf wat je wil bereiken)

Ik zou graag...

3. Benoem je gevoel

omdat ik ...

4. Benoem het gedrag van de andere

Ik merk dat jij...

5. Leg uit waarom jij denkt dat de andere zich zo gedraagt

omdat je ...

6. Geef een suggestie van het gedrag dat je graag van de andere zou zien.

Ik zou het fijn vinden als jij ...

7. Geef een oplossing

dit kun je eventueel doen door...

htisa.smartschool.be

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.