Zorg en welzijn formatieve toets 1

Formatieve toets zorg en welzijn
Mens en gezondheid
Deel 1 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Formatieve toets zorg en welzijn
Mens en gezondheid
Deel 1 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je klaar bent met de toets
Als je klaar bent schrijf je op wat jij vindt van je eigen gezondheid. 

Geef jezelf bij elke gezondheidsaspect (sociale, mentaal en lichamelijke gezondheid)
 tips en een compliment je nog gezonder te voelen.
Je hebt jezelf dan minimaal 3 tips en 3 complimenten gegeven op je eigen gezondheid. (deze opdracht doe je in je portfolio)

Je maakt de toets helemaal zelfstandig.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De gezondheid van een mens bevat drie onderdelen, namelijk.....
A
Lichamelijke, fysieke + sociale gezondheid
B
Geestelijke, mentale + lichamelijke gezondheid
C
Lichamelijke, geestelijke + sociale gezondheid
D
Geestelijke, psychische + mentale gezondheid

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ziekte kan worden veroorzaakt door een tekenbeet?
A
Hondsdolheid
B
ziekte van pfeiffer
C
geelzucht
D
ziekte van lyme

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een oudere zorgvrager met een lichamelijke beperking krijgt bejaardengymnastiek. Onder welke activiteit valt dit?
A
Educatieve activiteiten.
B
Creatieve activiteiten.
C
Sportieve activiteiten.
D
Sociale activiteiten.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er een verstandelijke beperking?
A
Zorgvrager met het syndroom van down
B
Zorgvrager die in een rolstoel zit
C
Zorgvrager die blind is
D
Zorgvrager die doof is

Slide 6 - Quiz

Verstandelijke beperking > Mensen met syndroom van down
Lichamelijke beperking > Mensen die in een rolstoel zitten
Zintuigelijke beperking > Mensen die blind en/of doof zijn
Jan heeft het syndroom van Down.
Hij heeft een
A
Verworven verstandelijke beperking
B
Aangeboren verstandelijke beperking.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verstandelijke beperking is een beperking waarbij iemand geestelijk minder ontwikkeld is.
A
Waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als iemand het verstandelijk niveau heeft van een 12- jarige, is iemand ...
A
Ernstig verstandelijk beperkt
B
Matig verstandelijk beperkt
C
Licht verstandelijk beperkt

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke 2 hulpmiddelen zijn bedoeld voor iemand met een visuele beperking
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit hulpmiddel wordt gebruikt bij?
A
Doofheid
B
Blindheid
C
Beperkte mobiliteit
D
Lichamelijke beperking

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hulpmiddelen zijn voor mensen met een lichamelijke beperking?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lisa kan niet goed zien. Ze draagt daarom een bril. Lisa heeft een:
A
Auditieve beperking
B
Visuele beperking

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter heeft een gehoorapparaat.
Hij heeft een:
A
Auditieve beperking.
B
Visuele beperking.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze mevrouw heeft een:
A
Verstandelijke beperking.
B
Lichamelijke beperking
C
Zintuiglijke beperking.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke symptomen (kenmerken) horen bij hersenvliesontsteking?
A
Jeuk, blaasjes met vocht, lichte koorts
B
Hoesten, hoge koorts, begin vlekjes gezicht
C
Koorts, kleine puntjes in de huid, nekkramp, ernstig ziek
D
Keelpijn, uitslag buik, frambozentong, koorts

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lichamelijke beperking hebben deze mensen?
A
Zintuigelijke beperking
B
Motorische beperking
C
Organische beperking
D
Geen van allen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb een visuele beperking, dan heb ik een beperking van ….
A
de spraak
B
de zintuigen
C
de beweging
D
sociaal

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorbeelden van fysieke achteruitgang?
A
minder goed kunnen lopen
B
Minder goed kunnen zingen
C
minder goed kunnen onthouden
D
Niet meer onthouden wat je hebt gegeten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke sector valt een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking?
A
Gehandicaptenzorg
B
Psychiatrie
C
Thuiszorg
D
Verpleging en verzorging

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Harm heeft een ernstig verstandelijke beperking, hij heeft een ontwikkelingsleeftijd van .... jaar
A
3
B
16
C
5
D
7

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt een kindje met FAS- syndroom geboren?
A
Door te veel drugs gebruikt tijdens de zwangerschap
B
Door te veel koffie tijdens de zwangerschap
C
Door te veel alcohol tijdens de zwangerschap?
D
Hier kan je niks aan doen zo.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat houdt dementie in?
Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes die.....:
A
Het spier- en zenuwstelsel beïnvloeden
B
Te maken hebben met het achteruitgaan van de zintuigen
C
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen achteruit gaat
D
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen vooruit gaat.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld van lichamelijke (fysieke) veranderingen zijn?
A
Het lichaam groeit vaak ineens heel hard
B
Haar groei op verschillende plekken
C
Je leert verbanden te leggen
D
Je krijgt meer inzicht en overzicht

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke soort gezondheid hoort de volgende zin: ‘Bibi ervaart veel
stress op haar werk.’




A
Sociale gezondheid.
B
Mentale gezondheid.
C
Lichamelijke gezondheid.
D
Fysieke gezondheid.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn mogelijke oorzaken van een verstandelijke beperking?
A
Problemen tijdens de zwangerschap
B
Te veel televisie kijken
C
Genetische afwijkingen
D
Complicaties tijdens de bevalling

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke beperking heb je rolstoel nodig?
A
een auditieve beperking
B
een verstandelijke beperking
C
een motorische beperking
D
een visuele beperking

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor fysiek?
A
Emotioneel
B
Sociaal
C
Lichamelijk
D
Cognitief

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is geen signaal van een beroerte?
A
hangende mond
B
uitvallen van de voet
C
verwarde spraak
D
rechter boven helft verlamd

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen heeft iemand met het syndroom van down
A
45
B
46
C
47
D
48

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je klaar bent met de toets
Als je klaar bent schrijf je op wat jij vindt van je eigen gezondheid. 

Geef jezelf bij elke gezondheidsaspect (sociale, mentaal en lichamelijke gezondheid)
 tips en een compliment je nog gezonder te voelen.
Je hebt jezelf dan minimaal 3 tips en 3 complimenten gegeven op je eigen gezondheid. (deze opdracht doe je in je portfolio)

Je maakt de toets helemaal zelfstandig.


Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions