Taalverzorging H3

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Onderdelen toets Taalverzorging
Alle/allen
Werkwoordspelling
Spelling van bijvoeglijk naamwoord
Hoofdzinnen en bijzinnen
Samenstellingen
Van bedrijvende naar lijdende vorm


Slide 2 - Diapositive

Alle/allen
Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Diapositive

Alle/allen
Je krijgt een N erachter als:

- het om personen gaat

en

- er geen zelfstandig werkwoord achter staat

Slide 4 - Diapositive

Sommige/sommigen hadden een paraplu meegenomen naar de buitenvoorstelling.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 5 - Quiz

Alle/allen aanwezigen waren netjes aangemeld bij het bestuur.
A
Alle
B
Allen

Slide 6 - Quiz

Veel van de otters bouwden een mooie dam. Enkele/enkelen bakten hier niks van.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 7 - Quiz

Werkwoordspelling
2 regels: welke ook alweer en wanneer gebruik je ze?

Slide 8 - Diapositive

Spelling van bijvoeglijk naamwoord

Wat was de regel?

Slide 9 - Diapositive

Ik (worden) gek van werkwoordspelling

Slide 10 - Question ouverte

Mijn moeder (verdienen) het beste cadeau van de wereld!

Slide 11 - Question ouverte

Gisteren (verven) hij zijn huis, maar vandaag had hij alweer spijt.

Slide 12 - Question ouverte

Mijn vader (vertrekken) een paar uur geleden naar Alaska.

Slide 13 - Question ouverte

Tante Aaltje en oom Gerard zijn naar Oostenrijk (verhuizen).

Slide 14 - Question ouverte

Hier had niemand op (rekenen).

Slide 15 - Question ouverte

De (bemesten) grond was zeer vruchtbaar.

Slide 16 - Question ouverte

Hoofdzin en bijzin
Hoe zat het ook alweer?

Slide 17 - Diapositive

Hij kan zich niet concentreren, doordat zijn radio aan is.
Bijzin
Hoofdzin

Slide 18 - Question de remorquage

Hoofdzin, bijzin
hoofdzin, hoofdzin
bijzin, hoofdzin
Hij heeft zijn fiets gepoetst, nadat hij in het bos was wezen crossen.
Terwijl zij de kamer stofzuigde, lapte hij de ramen.
Zij vierden feest, maar ze dachten niet aan de buren.

Slide 19 - Question de remorquage

Samenstellingen
Wat zijn dit ook alweer? Welke uitzonderingen zijn er?

Slide 20 - Diapositive

Uitzonderingen (geen n)
1. Als er maar één van het linkerdeel is
2. Als het versterkend gebruikt wordt
3. Als het linkerdeel twee meervouden heeft
4. Als het linkerdeel geen zelfstandig naamwoord is

Slide 21 - Diapositive

Met of zonder tussen-n?
A
bessesap
B
bessensap

Slide 22 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 23 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 24 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 25 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
rodekool
B
rodenkool

Slide 26 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk

Slide 27 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
gedaanteverwisseling
B
gedaantenverwisseling

Slide 28 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
beregoed
B
berengoed

Slide 29 - Quiz

Van bedrijvende naar lijdende vorm

Hoe zat dit ook alweer?

Slide 30 - Diapositive

Van bedrijvende naar lijdende vorm
Van actief naar passief

Karin gooit de bal.

Begin in de verandering met het lijdend voorwerp. 
Wordt/worden
Door
Maak de zin af

Slide 31 - Diapositive

Maak de zin lijdend: Jasper gooit de frisbee mieters ver.

Slide 32 - Question ouverte

Maak de zin lijdend: Indy lost de som in meesterlijke snelheid op.

Slide 33 - Question ouverte

Maak de zin lijdend: Eva maakt zelden een fout in de toets.

Slide 34 - Question ouverte

Zelf oefenen!
Oefen met de Spelling App op Plot26!

Of oefen voor de toets woordenschat vrijdag via deze link:

https://quizlet.com/nl/551290085/nederlands-woordenschat-klas3-flash-cards/?i=3c8wrb&x=1jqY 

Slide 35 - Diapositive