Hoofdstuk 6 opg. 63 tm 83

Deze les
korte herhaling:
-  draaisymmetrie
-  oppervlakte driehoek berekenen
-  tekenen op schaal
-  kijklijnen en kijk
hoeken

Zelfstandig werken
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Deze les
korte herhaling:
-  draaisymmetrie
-  oppervlakte driehoek berekenen
-  tekenen op schaal
-  kijklijnen en kijk
hoeken

Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Draaisymmetrie

Slide 2 - Diapositive

Heeft een windmolentje ook 
symmetrie-assen?

Slide 3 - Diapositive

Deze bloem heeft 6 symmetrieassen

Maar is de bloem ook draaisymmetries?

Slide 4 - Diapositive

De bloem is na 6 stappen helemaal rond:
De kleinste draaihoek is 360 : 6 = 60 graden.

Het molentje is in 4 stappen  helemaal rond.
De kleinste draaihoek is 360 : 4 = 90 graden.

Slide 5 - Diapositive

Algemeen
Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal hoeken

Slide 6 - Diapositive

Is hier sprake van
lijn- of draaisymmetrie ?

A
alleen lijnsymmetrie
B
beide
C
alleen draaisymmetrie

Slide 7 - Quiz

Welke eigenschappen heeft
deze figuur?
A
Alleen lijnsymmetrie.
B
Alleen puntsymmetrie.
C
Alleen draaisymmetrie.
D
Lijn-, punt- en draaisymmetrie

Slide 8 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90°
B
72°
C
36°
D
180°

Slide 9 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
30°
B
60°
C
90°
D
120°

Slide 10 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?

A
45
B
90
C
180
D
360

Slide 11 - Quiz

Oppervlakte driehoek

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Bereken de oppervlakte van de driehoek.
A
14cm2
B
4cm2
C
28cm2
D
12cm2

Slide 16 - Quiz

Bereken de oppervlakte van driehoek EFG.
A
oppervlakte is 91
B
oppervlakte is 45,5
C
oppervlakte is 182

Slide 17 - Quiz

Met schaal rekenen

Slide 18 - Diapositive

schaal 1 : 25 betekent:
op de kaart is  in het echt
op de kaart
in het echt
1 cm
25 cm

Slide 19 - Question de remorquage

De schaal van dit model is 1 : 24
De auto is in het echt 3,6 m.
Hoe groot is de auto op schaal?
Vul de verhoudingstabel
echt
schaal
24 cm
1 cm
3,6 m
12 cm

Slide 20 - Question de remorquage

De pinguïn is in werkelijkheid 63 cm hoog.
wat is de schaal van de afbeelding?
A
schaal 1: 7
B
schaal 1 : 124
C
schaal 1 : 25
D
schaal 1 : 9

Slide 21 - Quiz

Het torentje is in Madurodam 160cm hoog. In het echt is deze 40m hoog. Bereken de schaal.
A
40 : 160 = 0,25 Dus schaal is 1 : 0,25
B
4000 : 160 = 25 Dus schaal is 1 : 25
C
160 : 40 = 4 Dus schaal is 1 : 4
D
160 : 4000 = 0,04 Dus schaal is 1 : 0,04

Slide 22 - Quiz

kijklijnen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Kijklijnen

Slide 25 - Diapositive

Kijklijnen en kijkhoek
  • Marloes kijkt door de deur, hoeveel klasgenoten ziet ze?

Slide 26 - Diapositive

Kijklijnen en kijkhoek
De kijklijnen van Marloes teken je vanaf het middelpunt van haar ogen, langs de zijkant van de deur. 
De hoek tussen de lijnen is haar kijkhoek.

Ze ziet dus 6 en een halve klasgenoot

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Opgave 10
Welke kijkhoek is het grootst?
A
David
B
Maas

Slide 29 - Quiz

Als ik je door een raam naar buiten kijkt zie je alles binnen jouw kijkhoek. Wat gebeurd er met de kijkhoek als ik dichter bij het raam ga staan?
A
De kijkhoek blijft gelijk
B
De kijkhoek wordt kleiner
C
De kijkhoek wordt groter
D
Ik heb geen kijkhoek meer

Slide 30 - Quiz

Wie heeft een grotere kijkhoek,
persoon A of persoon B?
A
Persoon A
B
Persoon B

Slide 31 - Quiz

Nog vragen???

Niet..... ?

Dan aan de slag met opgave 63 tm 70, 74 en 75 en 76 tm 83

Slide 32 - Diapositive