Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Wat viel je op aan deze video?
Slide 2 - Carte mentale
Vandaagkun je aan het einde van deze les:
…het verschil uitleggen tussen snelheid en gemiddelde snelheid.
…de gemiddelde snelheid berekenen in m/s en km/u.
Slide 3 - Diapositive
Welke 2 gegevens heb je nodig om de snelheid uit te kunnen rekenen?
A
afstand en het type voertuig
B
afstand en tijd
C
massa en tijd
D
afstand en massa
Slide 4 - Quiz
Afstanden worden weergegeven eenheden, wat is juist?
A
1 km = 100 m
B
1 km = 10 m
C
1 km = 1000 m
D
1 km = 10000 m
Slide 5 - Quiz
De tijd wordt aangegeven in verschillende eenheden. Wat is juist?
A
1 uur = 60 min
1 min = 60 sec
B
1 uur = 100 min
1 min = 100 sec
C
1 uur = 50 min
1 min = 60 sec
D
1 uur = 60 min
1 min = 100 sec
Slide 6 - Quiz
Gemiddelde snelheid wordt uitgedrukt in km/u
Wat staat hier nu eigenlijk?
Gemiddelde snelheid =
km (afstand) per (delen door) uur (tijd)
FORMULE --> gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld 1:
Elk jaar in augustus wordt in Amsterdam de Canal-Parade gehouden. Op de afbeelding links zie je het parcours van 5 km lang. Een speedboot van de waterpolitie heeft het parcours net voor de start geïnspecteerd in 25 minuten. Wat was de gemiddelde snelheid van de speedboot?
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Afstand = 5 km
tijd = 25 minuten
Gemiddelde snelheid = 5 : 25 = 0,2 km/min
omrekenen naar km/u (60 min = 1 uur)
Gemiddelde snelheid = 60 x 0,2 = 12 km/u
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld 2:
Adina en haar vriendin Salma lopen in het publiek langs het parcours. Het is heel druk! Ze leggen de 5 km al feestend af in 3,5 uur.
Wat is hun gemiddelde snelheid in km/u en in m/s?
Slide 9 - Diapositive
Voorbeeld 2:
Afstand = 5 km
tijd = 3,5 uur
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd
Gemiddelde snelheid = 5 : 3,5 = 1,4 km/u
1,4 km/u omrekenen naar m/s:
1,4 km = 1,4 x 1000 = 1400m
1 uur = 60 minuten x 60 seconden = 3600 s
1400 m/ 3600 s = 1400 : 3600 = 0,4 m/s
Slide 10 - Diapositive
Verschil tussen snelheid en gemiddelde snelheid!
Snelheid is de snelheid op een bepaald tijdstip of bv. je actuele snelheid.
Gemiddelde snelheid is de snelheid over een bepaalde tijd of een bepaald traject.
Voorbeeld 3:
De regenboogboot van de vrienden Bas en Joris doet 3 uur over het parcours van 5 km.
Ze maken hebben 2 keer een stop van 15 minuten op de route.
--> Wat is hun gemiddelde snelheid?
Afstand = 5 km
Tijd = 3 uur + (2 x 15 min) = 3,5 uur!
Gemiddelde snelheid = 5 : 3,5 = 1,4 km/u
--> Wat zou de gemiddelde snelheid zijn als ze niet zouden stoppen?
Gemiddelde snelheid = 5 : 3 = 1,7 km/u
Slide 11 - Diapositive
Post-it Rekenoefeningen:
3 rijen met post-its met daarop een rekenopgave (standaard-uitdagend-super uitdagend)
Iedereen begint met een standaard opgave
Pak een post-it, reken de som uit en zet het antwoord achterop de post-it met je naam erbij.
Plak de post-it terug en pak een nieuwe (maak nu zelf een keuze uit welke rij).
Reken de som uit en zet het antwoord op de achterkant met je naam.
Staat er al een antwoord? Controleer of deze hetzelfde is als die van jou!
Zelfde: TOP ga verder
Niet hetzelfde: Zoek de klasgenoot op met en bespreek de opgave
Tijd: 15 minuten
Kom je er niet uit --> vinger opsteken en docent komt bij je
Slide 12 - Diapositive
Hoe gingen de rekenopgaven?
A
B
Slide 13 - Quiz
Huiswerk voor de volgende les:
Werkboek blz. 59-60
Opgave 20-21-22
Opmerking bij de opgaven: 20/21: Kijk goed wat je moet invullen (tekst of getallen) 22: Gebruik een kladblaadje voor berekeningen