Introductie opdracht 3 thema 13 vriendschap

• Nederlands
• Middelbare school
• Basisschool
• vmbo lwoo, b, k
• Groep 7,8
• Leerjaar 1

Doel van de les 

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Je hebt in de vorige les al veel woorden geleerd. 

Welke woorden ken je nog?

Vul ze in op de volgende dia.

vriendschap

Uitleg van nieuwe woorden 

1.  Lees het woord

2.  Lees de betekenis(sen)

3.  Lees de voorbeeldzin(nen)

4.  Bekijk de plaatjes

zonnig

met veel zonneschijn

Op een zonnige dag gaan veel mensen naar het strand.

                                                              

bevriend

goede vrienden zijn met iemand

Sam en ik zijn al jaren bevriend.

weigeren

iets niet willen doen

Dat meisje is vegetarisch. Ze weigert vlees te eten.

bewegen

zorgen dat iets van plaats verandert

Bewegen is goed voor de gezondheid.

De jongen was hard gevallen. Hij kon zijn arm niet bewegen.

het gevolg

wat erna komt / 

dat wat na iets anders gebeurt

Die wond is het gevolg van een val.

Hij eet elke dag chips, met als gevolg dat hij erg dik is.

bevriend

het gevolg

bewegen

zonnig

weigeren

Maak een zin met "bewegen".

Wat is een gevolg van corona?

Wat hoort NIET bij "bevriend"?

1. vrienden
2. samen
3. vriendinnen
4. ruzie

Maak een zin met "weigeren".

Wat hoort NIET bij "zonnig"?

1. de paraplu
2. de zomer
3. het strand
4. de zwembroek

de conditie

de toestand van je lichaam / het uithoudingsvermogen

Ik heb al lang niet meer gesport. Daardoor is mijn conditie erg slecht.

vertrouwd

zonder gevaar of risico / 

waar je aan gewend bent

Is het wel vertrouwd om zonder zwemvest te gaan varen?

Na mijn vakantie, kwam ik weer terug in mijn vertrouwde huis.

   

tegenkomen

ontmoeten

In de supermarkt kwam ik mijn vriendin tegen.

   

het gebrek

een tekort /  

wat er niet is of te weinig is 

In Afrika is een gebrek aan water en voedsel.

   

de vriendschap

de band tussen mensen die elkaar vertrouwen en aardig vinden

De vriendschap tussen die twee bestaat al heel lang.

een

tekort

ontmoeten

de

toestand

van je

lichaam

de goede

band

tussen

mensen

zonder 

gevaar

tegenkomen

de vriend-schap

vertrouwd

het gebrek

de conditie

Wat betekent
"tegenkomen" NIET"?

1. vertrouwen
2. treffen
3. ontmoeten
4. samenkomen

Maak een zin met
"(de) conditie".

Wat betekent
"het gebrek"?

1. het gesprek
2. het tekort
3. het voedsel
4. het gevolg

Maak een zin met
"(de) vriendschap".

Wat hoort NIET bij "vertrouwd"?

1. veilig
2. bekend
3. zonder gevaar
4. vreemd

Maak oefening 3,  

op bladzijde 94 

van je boek.

Werk samen!!!