1.2 Je omgeving ontdekken

1.2 - Je omgeving ontdekken
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.2 - Je omgeving ontdekken

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
Je leert wat een organisme is
Je leert hoe een microscoop in elkaar zit en werkt
Je leert hoe je een goede beschrijving  van een dier of plant geeft
Je leert hoe je dieren of planten moet tekenen
Je leert hoe je de namen van dieren of planten kan vinden

Slide 2 - Diapositive

Kijken naar je omgeving
Organisme - alles dat leeft
Waarnemen, door aandachtig te kijken, horen, voelen, ruiken, proeven

Organisme herkennen aan kenmerken: eigenschappen die het organisme heeft

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van dit organisme?

Slide 4 - Question ouverte

En als het klein is...
Voor kleine onderdelen van dieren of planten kan je een loep (vergrootglas) gebruiken
Voor hele kleine onderdelen gebruik je een microscoop

Slide 5 - Diapositive

Microscoop

Slide 6 - Diapositive

Hoe werkt de microscoop?
Je maakt eerst een preparaat:  
Voorwerpglas+objectglas

Preparaat vastzetten op de tafel
kleinste objectief voor draaien
Scherpstellen met de grote- en kleine scherpstelschroef

Slide 7 - Diapositive

Hoe werkt een microscoop?
Je vergroot twee keer: 
- met het oculair
- met het objectief
vergroting oculair x vergroting objectief = totale vergroting

Slide 8 - Diapositive

Mijn oculair vergroot 10 keer, mijn objectief vergroot 20 keer. Wat is de totale vergroting?
A
20x
B
30x
C
100x
D
200x

Slide 9 - Quiz

Een organisme beschrijven
Vertellen hoe een organisme er uit ziet
Dat doe je met een beschrijving
Hiervoor gebruik je kenmerken

Je moet hiervoor heel precies zijn!

Slide 10 - Diapositive

Oefenen met beschrijven
In tweetallen
Een leerling doet zijn ogen dicht.
Ik laat zo een plaatje zien
De leerling met zijn/haar ogen open moet dan omschrijven hoe het dier er uitziet, zonder de naam van het dier te noemen

Wanneer ik het zeg doet de ander de ogen open en gaan we kijken of het goed is uitgelegd.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Tekenen
Waarnemingen kan je tekenen
Een dier of plant, maar ook een onderdeel er van
Natuurgetrouw (‘net echt’)
Schematisch (simpel, zwart/wit met namen van onderdelen)

Slide 24 - Diapositive

Tekenen
Waarnemingen kan je tekenen
Een dier of plant, maar ook een onderdeel er van
Natuurgetrouw (‘net echt’)
Schematisch (simpel, zwart/wit met namen van onderdelen)

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

De binnenkant bekijken
Doorsnijden in de lengte -> lengtedoorsnede
Doorsnijden in de breedte -> dwarsdoorsnede

Slide 27 - Diapositive

De binnenkant bekijken
Doorsnijden in de lengte -> lengtedoorsnede
Doorsnijden in de breedte -> dwarsdoorsnede

Slide 28 - Diapositive

Wat voor tekening zie je hier?
A
Natuurgetrouwe lengtedoorsnede
B
Natuurgetrouwe dwarsdoorsnede
C
Schematische lengtedoorsnede
D
Schematische dwarsdoorsnede

Slide 29 - Quiz

Hoe heet een organisme?
Namen zoeken kan je doen met een zoekkaart
Vragen over kenmerken, met pijlen naar de volgende vraag of een organisme

Ontdekken hoe iets heet noemen we determineren

Slide 30 - Diapositive

Een voorbeeld met zoekkaart

Slide 31 - Diapositive

Appel tekenen
Denk aan de tekenregels.
Teken zo groot mogelijk 3 appels na: buitenaanzicht/ lengtedoorsnede/ dwarsdoorsnede
Benoem de onderdelen van de appel en geef je tekening een titel.

Slide 32 - Diapositive

Ga aan de slag
Maken uit je werkboek  alle opdrachten van 1.2

Slide 33 - Diapositive