toets botweefsel en bindweefsel

Toets 
Learnbeat 24.12
ziekten van het botspierstelsel en het bindweefsel
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Toets 
Learnbeat 24.12
ziekten van het botspierstelsel en het bindweefsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de primaire oorzaak van Duchenne Dystrofie?
A
virusinfectie
B
een tekort aan vitamine D
C
mutatie in het dystrofine gen
D
overmatige fysieke activiteit

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke van de volgende symptomen is kenmerkend voor Duchenne
A
ernstige progressieve spierzwakte
B
veelvuldig hoofdpijn
C
slechtziendheid
D
tekort aan vitamine B12

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende methoden wordt meestal gebruikt om de diagnose van Duchenne Dystrofie te bevestigen?
A
Bloedonderzoek om glucosewaarden te meten
B
Röntgenfoto van de borstkas
C
DNA-analyse en spierbiopsie
D
. MRI-scan van de wervelklom

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende aandoeningen wordt gekenmerkt door een verminderde botmassa en een verhoogd risico op botbreuken?
A
artritis
B
spierdystrofie
C
fibromyalgie
D
osteoporose

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van osteomyelitis(botinfectie)?
A
virale infectie
B
auto-immuunziekte
C
bacteriële infectie
D
hormonale disbalans

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de primaire behandeling voor een patiënt met osteoporose?
A
Antivirale medicatie
B
Calcium- en vitamine D-supplementen
C
Antibiotica
D
corticosteroïden

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende tests wordt vaak gebruikt om de spierkracht en functie bij patiënten met spierziekten te beoordelen?
A
Röntgenfoto
B
elektromyografie(EMG)
C
echografie
D
CT-scan

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een veelvoorkomende complicatie bij patiënten met ernstige osteoporose?
A
hartfalen
B
heupfracturen
C
longontsteking
D
nierfalen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een belangrijk aspect van de verpleegkundige zorg voor een patiënt met spierdystrofie?
A
toediening van chemotherapie
B
bedrust voorschrijven
C
verhoging van calorie-inname
D
mobiliteit en valpreventie

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerkend symptoom van Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS)?
A
verlies van gezichtsvermogen
B
progressieve spierzwakte
C
huiduitslag
D
ernstige gewrichtspijn

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende diagnostische tests wordt vaak gebruikt om ALS te bevestigen?
A
bloedonderzoek
B
elektromyografie(EMG)
C
röntgenfoto
D
echografie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de rol van riluzol in de behandeling van ALS?
A
het kan de ziekte genezen
B
het kan de pijn verlichten
C
het vermindert de spasticiteit
D
het vertraagt de progressie van de ziekte

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de meest voorkomende oorzaak van fracturen bij ouderen?
A
vallen
B
sportblessures
C
verkeersongevallen
D
werkgerelateerde ongelukken

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende symptomen wijst het meest waarschijnlijk op een fractuur?
A
hoofdpijn en braken
B
roodheid, jeuk en koorts
C
zwelling, pijn en verlies van functie
D
misselijkheid en braken

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke diagnostische methode wordt het vaakst gebruikt om fracturen te bevestigen?
A
MRI
B
röntgenfoto
C
echografie
D
bloedonderzoek

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een gecompliceerde fractuur?een fractuur waarbij het bot in mer
A
een fractuur waarbij het bot in meerdere stukken is gebroken
B
een fractuur die niet door de huid heen breekt
C
een fractuur waarbij het boot door de huid is heen gebroken
D
een fractuur die snel geneest zonder interventie

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de eerste stap in de behandeling van een open fractuur?
A
toedienen van pijn medicatie
B
spoelen en bedekken van de wond om infectie te voorkomen
C
immobilisatie van het getroffen gebied
D
het maken van een rontgenfoto

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een greenstick fractuur is:
A
een fractuur in drie of meer botfragmenten
B
het bot is gebogen en slechts gedeeltelijk(aan 1 zijde ) gebroken
C
het bot is volledig gebroken in twee of meer stukken
D
het bot is verbrijzeld en verspreid in kleine stukjes

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke behandeling is meestal vereist voor een gesloten, niet-gecompliceerde fractuur?
A
chirurgie om de botten weer op hun plaats te krijgen
B
immobilisatie met een gipsverband of spalk
C
fysiotherapie zonder verdere interventie
D
toediening van antibiotica

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een mogelijk gevolg van een onbehandelde fractuur?
A
ontsteking van de spieren
B
chronische pijn en misvorming
C
verhoogde kans op vallen
D
verhoogde bloeddruk

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende complicaties kan optreden na een fractuur?
A
embolie
B
hartaanval
C
nierfalen
D
infectie

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een stressfractuur?
A
een breuk die ontstaat door een enkel groot trauma
B
een breuk veroorzaakt door herhaalde of langdurig belasting
C
een fractuur die voorkomt bij pasgeborenen
D
een breuk die gepaard gaat met een infectie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerkend aspect van het spontane genezingsproces van een fractuur?
A
Onmiddellijke vermindering van pijn na de fractuur
B
Vorming van een bloedprop die wordt omgezet in callus
C
Onmiddellijke volledige bewegingsvrijheid van het getroffen gebied
D
afwezigheid van botgroei en stabilisatie

Slide 24 - Quiz

Callus is een klomp bot die ontstaat om de plek van de botbreuk heen
Wat is een belangrijke factor die de prognose na een heupfractuur beïnvloedt?
A
de locatie van de fractuur binnen de heupkop
B
de hoeveelheid bloedverlies na de fractuur
C
De aanwezigheid van een infectie na de fractuur
D
de leeftijd van de patient

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions