Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen
Grammatica blok 4
WWG
Zinsdelen
deel 1
1 / 44
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica blok 4
WWG
Zinsdelen
deel 1
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is ook alweer het werkwoordelijk gezegde (WWG) ?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het WWG in deze zin ?
We hebben vandaag ons schoolwerk gemaakt.
A
hebben
B
hebben gemaakt
C
schoolwerk
D
we hebben
Slide 4 - Quiz
Wat is het WWG in deze zin ?
De regering heeft extra maatregelen genomen.
A
regering
B
heeft
C
heeft genomen
D
genomen
Slide 5 - Quiz
Wat is het WWG in deze zin ?
Thuis gaan we ons misschien snel vervelen.
A
gaan vervelen
B
thuis
C
gaan
D
vervelen
Slide 6 - Quiz
Wat is het WWG in de zin:
Op onze school heeft iedere leerling een iPad.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het WWG in de zin:
Joy heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het WWG in de zin:
Natuurmonumenten zoekt donateurs.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het WWG in de zin:
De treinreizigers zijn op het station in Breda gestrand.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het WWG in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het WWG in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.
Slide 12 - Question ouverte
Theorie
Slide 13 - Diapositive
opdracht
Maak de volgende zinnen langer door er een WANNEER, WAAR en/of WAT aan toe te voegen.
Slide 14 - Diapositive
Maak de zin langer door er een WAT aan toe te voegen.
De jongens kregen ...
Slide 15 - Question ouverte
Maak de zin langer door er een WAAR en WAT aan toe te voegen.
Kees koopt ...
Slide 16 - Question ouverte
Maak de zin langer door er een WANNEER en WAT aan toe te voegen.
Ahmed eet ...
Slide 17 - Question ouverte
In zinsdelen verdelen doe je door streepjes tussen de zinsdelen te zetten.
vb. Maya | loopt | naar de sportclub.
vb. Gisteren | kocht | Lucas | een nieuwe smartphone.
Slide 18 - Diapositive
In het volgende filmpje wordt dit nog een keer uitgelegd.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ik | wil | dat | niet.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Heeft | Hans | Mira | naar | het kinderdagverblijf | gebracht?
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
Nu ga je zelf in zinsdelen verdelen.
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
Slide 27 - Diapositive
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
Maya vergat haar boeken op school.
Slide 28 - Question ouverte
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
Rosa maakt een mooie tekening.
Slide 29 - Question ouverte
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
In de lente bouwen vogels een nest.
Slide 30 - Question ouverte
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
Op de parkeerplaats controleert de politie de vrachtwagens.
Slide 31 - Question ouverte
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
Mijn opa gaat op de negende verdieping wonen.
Slide 32 - Question ouverte
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
De kinderen hebben honger.
Slide 33 - Question ouverte
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
Wij zulle de boeken betalen.
Slide 34 - Question ouverte
Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.
Wil je een boterham met hagelslag?
Slide 35 - Question ouverte
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?
Morgane fietst.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 36 - Quiz
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?
We maakten vandaag ons schoolwerk.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 37 - Quiz
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?
Slaap jij morgen tot 10 uur ?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 38 - Quiz
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?
Het ontbijt is om 9u.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 39 - Quiz
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?
Komen jullie vanavond naar het feest?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 40 - Quiz
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?
Vanmiddag verkocht Rosa haar kleding op de gezellige markt.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 41 - Quiz
https:
Slide 42 - Lien
Ik kan nu een zin goed in zinsdelen verdelen.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van
Slide 43 - Quiz
huiswerk online 4.4.
Slide 44 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen herhaling
Mars 2020
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen
Mars 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen herh 2
Mars 2020
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
gramm opdr 1, 4, 6, (SLR)
Juin 2020
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Blok 5 - Grammatica - les 1 - zinsdelen
Septembre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2
Blok 5 - Grammatica - les 1 - zinsdelen
Mars 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2
Grammatica blok 1 2KT
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
zinsdelen 1.4
Septembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2