het bijvoeglijk naamwoord

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 

Slide 1 - Diapositive

le programme
  • kort herhalen faire
  • uitleg grammaire: bijvoeglijk naamwoord
  • faire les exercices

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kan ik het bijvoeglijk naamwoord correct toepassen.
  • Kan ik het werkwoord faire herkennen en toepassen.




Slide 3 - Diapositive

Wat betekent faire ook al weer?
A
zijn
B
doen/maken
C
lopen
D
hebben

Slide 4 - Quiz

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie doen
zij doen
nous faisons
je fais
ils font
tu fais
elle fait
vous faites

Slide 5 - Question de remorquage

Het bijvoeglijk naamwoord


Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Het geeft extra informatie over dat zelfstandig naamwoord.


Slide 9 - Diapositive

Nederlands
In het Nederlands is het bijvoeglijk naamwoord hetzelfde voor enkelvoud/meervoud, mannelijk/vrouwelijk. Bijvoorbeeld:

Mijn broer (man. ev.) is groot.
Mijn zus (vr. ev.) is groot.
Mijn broers (man. mv.) zijn groot.
Mijn zussen (vr. mv.) zijn groot.

Slide 10 - Diapositive

Frans
Maar, let op! In het Frans past het bijv. nw. zich aan aan het zelfstandig naamwoord. Kijk maar:

Mon frère est grand.                      = man. ev
Ma soeur est grande.                    = vr. ev
Mes frères sont grands.               = man. mv
Mes soeurs sont grandes.           = vr. mv

Slide 11 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Un film intéressant. (mannelijk enkelvoud)
Une série intéressante (vrouwelijk enkelvoud)
Deux films intéressants. (mannelijk meervoud)
Deux séries intéressantes. (vrouwelijk meervoud)

  • Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord! 

Slide 12 - Diapositive

hoe maak je het bijvoeglijk naamwoord?
het zelfstandig naamwoord
het bijvoeglijk naamwoord
mannelijk enkelvoud
- (bv: petit)
vrouwelijk enkelvoud
e (bv: petite)
mannelijk meervoud
s (bv: petits)
vrouwelijk meervoud
es (bv: petites)

Slide 13 - Diapositive

Kies het juiste antwoord.
La maison est très ______________ (grand).
A
grande
B
grand

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
Léa est une fille ______________ (blond).
A
blonde
B
blond

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
J'ai deux cousins ______________. (français, tip: un cousin)
A
française
B
français.

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
J'adore les jupes ______________ (bleu, tip: la jupe)!
A
bleus
B
bleues

Slide 17 - Quiz

Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit).

Slide 18 - Question ouverte

Uitzondering 1:

Eindigt een bijvoeglijk nw. al op een –e? Dan hoef je in de vrouwelijke vorm er niet nog een extra –e bij te zetten.

Ties est timide.
Sophie est timide. (en niet: Sophie est timidee).
Ties est calme.
Sophie est calme. (en niet: Sophie est calmee).

Slide 19 - Diapositive

Uitleg:
De basisvorm is: triste (verdrietig).
Bij Ties (mannelijk enkelvoud) komt er niets bij, dus het wordt:
Ties est triste.

Bij Sophie (vrouwelijk enkelvoud) komt er normaal gesproken een -e bij. Maar omdat triste al op een -e eindigt hoeft dat niet.
Dus ook hier: Sophie est triste.

Slide 20 - Diapositive

Uitzondering 2:
Eindigt een bijvoeglijk nw. al op een –s? Dan hoef je er bij man. mv. er niet nog een extra –s bij te zetten.

le garçon français 
les garçons français (en dus niet: françaiss)


Slide 21 - Diapositive

Uitleg:
les garçons = de jongens (mannelijk meervoud)
Dus eigenlijk krijg je +s = françaiss

Maar: door de uitzondering blijft het français.

Slide 22 - Diapositive

Uitzondering 3
In het Frans staan de meeste bv naamwoorden achter het zelfstandig naamwoord. In een paar gevallen komt het bijvoeglijk naamwoord (net als in het Nederlands) voor het zelfstandig naamwoord. 

Slide 23 - Diapositive

joli 
mooi/leuk 
une jolie fille 
grand 
groot 
un grand acteur
petit 
klein 
une petite chambre
bon(m) / bonne (v)
lekker/goed
une bonne note
beau(m) / belle(m)
mooi 
un beau chien
nouveau(m) / nouvelle(v) 
nieuw 
une nouvelle amie
vieux (m) / vieille (v)
oud 
un vieux jean

Slide 24 - Diapositive

Het bijvoeglijk  naamwoord
DES QUESTIONS?

Slide 25 - Diapositive

faire les devoirs!
  • 16A
  • 16B
  • 16C
  • 16D
  • klaar? Leer voor de 1-toets!  

Slide 26 - Diapositive

Tekst
st
Au revoir!

Slide 27 - Diapositive