H1P2 (nieuw)

1.2 Leven in een industriestad
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

1.2 Leven in een industriestad

Slide 1 - Diapositive

Hoe noemen we het als mensen thuis met de hand grondstoffen verwerken tot producten?

Slide 2 - Question ouverte

Noem 3 oorzaken van de industrialisatie.

Slide 3 - Question ouverte

Noem 6 gevolgen van de industrialisatie.

Slide 4 - Question ouverte

Waarom werden producten goedkoper door de komst van machines?

Slide 5 - Question ouverte

Het leven van arbeiders

Slide 6 - Diapositive

Het leven van arbeiders
De leef en werkomstandigheden voor de fabrieksarbeiders waren extreem slecht.

Slide 7 - Diapositive

Het leven van arbeiders
De leef en werkomstandigheden voor de fabrieksarbeiders waren extreem slecht.
-werkdagen waren heel lang​
-lonen waren heel laag​
-arbeiders die klaagden of ziek werden konden worden ontslagen.​
-de fabrieken waren ongezond en onveilig.



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Arbeiders moesten dicht bij de fabriek gaan wonen. Openbaar vervoer was er nog niet.




Slide 11 - Diapositive

Arbeiders moesten dicht bij de fabriek gaan wonen. Openbaar vervoer was er nog niet.

Vlak naast de fabrieken ontstonden arbeiderswijken.





Slide 12 - Diapositive

Arbeiders moesten dicht bij de fabriek gaan wonen. Openbaar vervoer was er nog niet.

Vlak naast de fabrieken ontstonden arbeiderswijken.

Deze wijken waren smerig, hadden vaak geen stromend water en geen riolering.





Slide 13 - Diapositive

Arbeiders moesten dicht bij de fabriek gaan wonen. Openbaar vervoer was er nog niet.

Vlak naast de fabrieken ontstonden arbeiderswijken.

Deze wijken waren smerig, hadden vaak geen stromend water en geen riolering.

Hierdoor stierven mensen op hele jonge leeftijd.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe noemen we het als mensen thuis met de hand grondstoffen verwerken tot producten?

Slide 17 - Question ouverte

Noem 3 oorzaken van de industrialisatie.

Slide 18 - Question ouverte

Noem 6 gevolgen van de industrialisatie.

Slide 19 - Question ouverte

Geef 4 redenen waarom de leef- en werkomstandigheden voor de fabrieksarbeiders extreem slecht waren.

Slide 20 - Question ouverte

Arbeiderswijken hadden vaak geen stromend water en riolering. Wat was daarvan het gevolg?

Slide 21 - Question ouverte

Het leven van de burgerij

Slide 22 - Diapositive

Het leven van de burgerij
De gegoede burgerij woonde ver weg van de fabrieken.
(fabriekseigenaren, advocaten of bankiers)

Slide 23 - Diapositive

Waarom zouden de rijken (gegoede burgerij) ver van de fabrieken gaan wonen?

Slide 24 - Question ouverte

Een andere sociale groep was de middenklasse
(winkeliers, onderwijzers en kantoorpersoneel)

Slide 25 - Diapositive

Een andere sociale groep was de middenklasse
(winkeliers, onderwijzers en kantoorpersoneel)

Ze werkten niet met hun handen en sommigen waren eigen baas.

Slide 26 - Diapositive

Een andere sociale groep was de middenklasse
(winkeliers, onderwijzers en kantoorpersoneel)

Ze werkten niet met hun handen en sommigen waren eigen baas.

De kinderen uit de gegoede burgerij en de middenklasse gingen naar school.

Slide 27 - Diapositive

Wat had je nodig om bij de gegoede burgerij of de middenklasse te horen?

Slide 28 - Question ouverte

Het liberalisme

Slide 29 - Diapositive

Hoe noemen we het als mensen thuis met de hand grondstoffen verwerken tot producten?

Slide 30 - Question ouverte

Noem 3 oorzaken van de industrialisatie.

Slide 31 - Question ouverte

Noem 6 gevolgen van de industrialisatie.

Slide 32 - Question ouverte

Geef 4 redenen waarom de leef- en werkomstandigheden voor de fabrieksarbeiders extreem slecht waren.

Slide 33 - Question ouverte

Arbeiderswijken hadden vaak geen stromend water en riolering. Wat was daarvan het gevolg?

Slide 34 - Question ouverte

Het liberalisme
Mensen in het bestuur deden weinig om de situatie van arbeiders te verbeteren.

Slide 35 - Diapositive

Het liberalisme
Mensen in het bestuur deden weinig om de situatie van arbeiders te verbeteren.

Dat kwam doordat alleen de rijken mochten stemmen.

Slide 36 - Diapositive

Het liberalisme
Mensen in het bestuur deden weinig om de situatie van arbeiders te verbeteren.

Dat kwam doordat alleen de rijken mochten stemmen.

Zij hoorden vaak bij de politieke stroming van de liberalen, die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor burgers en bedrijven.

Slide 37 - Diapositive

Het liberalisme vindt dat de regering zich zo min mogelijk met de economie moest bemoeien. 

Slide 38 - Diapositive

Waar heeft economie mee te maken?

Slide 39 - Question ouverte

Het liberalisme vindt dat de regering zich zo min mogelijk met de economie moest bemoeien. 

Op politiek gebied wilden liberalen zoveel mogelijk vrijheid. De regering moet zorgen voor orde en veiligheid.






Slide 40 - Diapositive

Waar heeft politiek mee te maken?

Slide 41 - Question ouverte

Het liberalisme vindt dat de regering zich zo min mogelijk met de economie moest bemoeien. 

Op politiek gebied wilden liberalen zoveel mogelijk vrijheid. De regering moet zorgen voor orde en veiligheid.

Alle burgers moesten dezelfde grondrechten krijgen, zoals vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst.




Slide 42 - Diapositive

 Alleen rijke mannen mochten stemmen.

Slide 43 - Diapositive

 Alleen rijke mannen mochten stemmen.

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive