Uitlegles leerdoel 4 en 5

H12 Rekenen met variabelen





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H12 Rekenen met variabelen





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


Slide 1 - Diapositive

Opbouw les 
  • Start
  • Terugblik toets
  • Uitleg leerdoel 4 en 5
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Vragen tot nu toe?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Ik kan een lineaire formule opstellen.
Succescriteria
Ik weet wat kwadranten zijn.
Ik kan formules korter opschrijven.
Ik weet wat een lineaire formule is.
Ik kan een formule opstellen.







Slide 5 - Diapositive

Je hebt eerder geleerd wat een assenstelsel is.

Een assenstelsel bestaat uit

  • horizontale as (x-as)
  • verticale as (y-as)
  • oorsprong, punt O (0,0)

Slide 6 - Diapositive

Je hebt eerder geleerd wat coördinaten zijn.
De plaats van een punt op de kaart of in een assenstelsel geven we aan met twee getallen. Deze getallen heten coördinaten.

Notatie 


Een roosterpunt is het snijpunt van twee roosterlijnen.
Voorbeeld: A(3,1) en B (0,2).


 
Hoofdletter (horizontaal, verticaal)
P (x,y)

Slide 7 - Diapositive


Ik weet wat kwadranten zijn.

x
y
0

Slide 8 - Diapositive

Lineaire formules
Een lineaire formule heeft altijd de vorm:

De b is de beginwaarde (begingetal). Snijpunt met de verticale as.
De a is de stapgrootte. Wat gebeurt er als je een
stap opzij gaat?
 

De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.



a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
 y = a x + b

Slide 9 - Diapositive

Lineaire formules
Een lineaire formule heeft altijd de vorm:

De b is de beginwaarde (begingetal). Snijpunt met de verticale as.
De a is de stapgrootte. Wat gebeurt er als je een
stap opzij gaat?
 

De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.



a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
 y = a x + b

Slide 10 - Diapositive

Lineaire formules
Een lineaire formule heeft altijd de vorm:

De b is de beginwaarde (begingetal). Snijpunt met de verticale as.
De a is de stapgrootte. Wat gebeurt er als je een stap opzij gaat?
 

De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.



a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
 y = a x + b

Slide 11 - Diapositive

Lineaire formules
Een lineaire formule heeft altijd de vorm:

De b is de beginwaarde (begingetal). Snijpunt met de verticale as.
De a is de stapgrootte. Wat gebeurt er als je een stap opzij gaat?
 




De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.



a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
 y = a x + b

Slide 12 - Diapositive

Lineaire formules
Een lineaire formule heeft altijd de vorm:

De b is de beginwaarde (begingetal). Snijpunt met de verticale as.
De a is de stapgrootte. Wat gebeurt er als je een stap opzij gaat?
 




De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.



a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
 y = a x + b

Slide 13 - Diapositive

Een lineaire formule opstellen.
Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), dit kun je doen door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt met de verticale as (y-as). 
Stap 5      Noteer de lineaire formule, door a en b in te vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.

Slide 14 - Diapositive





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b

Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 15 - Diapositive





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b


Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 16 - Diapositive





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b

Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.

Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 17 - Diapositive





We stellen een formule op voor de groen grafiek.
De grafiek is een rechte lijn, dus we hebben te maken met een lineaire formule.

Standaardvorm: y= ax +b

Stapgrootte berekenen.
a = ∆ y : ∆ x.
a = -6 : 8 = -¾

De grafiek loopt door (0, 14) , dus b= 14

Dus de formule bij de groene grafiek is y= x +14










Stap 1       Noteer de standaardvorm y = a x + b 
Stap 2      Zoek twee roosterpunten en noteer deze in een                tabel.
Stap 3      Bereken de stapgrootte (a), door a = ∆ y : ∆ x.
Stap 4      Noteer de beginwaarde (b), dit is het snijpunt                    met de verticale as (y-as). 
Stap 5     Noteer de lineaire formule, door a en b in te                      vullen.

   


delta (∆), dit teken gebruiken we in de wiskunde voor het woord verschil.
Voorbeeld lineaire formule opstellen.
x
0
8
y
14
8

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
ondersteunend: 25, 26, 028, 030, 30, 31
doorlopend: 25, 26, 28, 29, 30, 31
uitdagend: 26, 28, 29, 30, U7, U8

Slide 19 - Diapositive

Zelfstandig werken (in stilte):

Maak nu de opgaven die bij jouw leerroute passen!

Klaar? 
Open de laptop en ga naar LessonUp.
Doorloop de gedeelde les in LessonUp.




timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Ik kan een grafiek bij een kwadratische formule 
herkennen en tekenen.
Succescriteria
Ik kan een kwadratische formule herkennen.
Ik kan een grafiek bij een kwadratische formule tekenen.
Ik kan onderzoeken of een punt op de grafiek ligt.







Slide 21 - Diapositive

Je hebt eerder in dit jaar al geleerd wat kwadraten zijn.
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.

3² = 3•3 =9           -3² = -3•3 =-9           (-3)² = -3•-3 =9          (½)² = ½•½ =¼

De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 ken je uit je hoofd als het goed is! 

Slide 22 - Diapositive

Kwadratische formule
Een kwadratische formule heeft altijd de volgende vorm:

De grafiek van een kwadratische formule is een parabool.

a > 0  dalparabool
a < 0  berparabool
 y = a x² + b

Slide 23 - Diapositive

Je hebt eerder geleerd hoe je een tabel bij een formule kunt tekenen.
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.

Stap 3  Zet bij de bovenste rij de hetgeen die je invult in de formule.
Stap 4  Zet bij de onderste rij hetgeen je wilt berekenen met de formule.

Stap 5  Noteer in de bovenste rij de getallen die je wilt invullen in de formule.
Stap 6  Vul de getallen in de formule in en bereken. 
           Noteer de uitkomst in de onderste rij van je tabel.
hetgeen
Dit is de grootheid met de bijbehorende eenheden.

Slide 24 - Diapositive

Je hebt eerder geleerd hoe je een grafiek bij een formule kunt tekenen.
Stap 1    Noteer de formule in je schrift.
Stap 2   Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).

Stap 3   Stapgrootte assen bepalen, gebruik eventueel een zaagtand.
Stap 4   Assen benoemen (Waar gaat het over? grootheden/eenheden).

Stap 5   Punten uit de tabel in het assenstelsel tekenen.
Stap 6   Verbind de punten met elkaar. Je tekent nu de grafiek.

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
ondersteunend: 33, 35, 36, 037, O39, 39
doorlopend: 33, 35, 36, 37, 38, 39
uitdagend: 33, 36, 37, 39, U9, U10

ondersteunend: 25, 26, 028, 030, 30, 31
doorlopend: 25, 26, 28, 29, 30, 31
uitdagend: 26, 28, 29, 30, U7, U8

Slide 26 - Diapositive

Zelfstandig werken (op fluistertoon):

Maak nu de opgaven die bij jouw leerroute passen!

Klaar? 
Open de laptop en ga naar LessonUp.
Doorloop de gedeelde les in LessonUp.




timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

Instructie proefwerk bespreken
Bespreek in je groepje het proefwerk.
Bekijk welke fouten jullie hebben gemaakt. 
Help elkaar door het juiste antwoord uit te leggen.
Noteer voor jezelf je verbeterpunten in je schrift.

Jullie krijgen hiervoor tien minuten.



timer
3:00

Slide 28 - Diapositive