wk 43 20212022

Groepjes 2 R
2: materiaalchef
3: rustchef
4: taakchef
5/1: vraagchef
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Groepjes 2 R
2: materiaalchef
3: rustchef
4: taakchef
5/1: vraagchef

Slide 1 - Diapositive

Groepjes 2 Q
2: materiaalchef
3: rustchef
4: taakchef
5/1: vraagchef

Slide 2 - Diapositive

Groepjes 2 N
2: materiaalchef
3: rustchef
4: taakchef
1: vraagchef

Slide 3 - Diapositive

LES 1
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
Tekstbegrip
Je hebt belangrijke leerstof uit leerjaar 1 herhaald (2R), andere klassen moeten nog starten. 

Spelling:
Je hebt geoefend met de volgende onderdelen van spelling: meervouden, hoofdletters en kleine letters, werkwoordspelling en de spelling van het bijvoeglijk naamwoord. Je weet welke onderdelen hiervan wel en niet lekker lopen. 

Slide 5 - Diapositive

Tekstbegrip
  • We herhalen belangrijke leerstof uit leerjaar 1
  • De groepsopdracht wordt afgerond
  • In tweetallen gaan we ons verder verdiepen in tekstbegrip.  

Slide 6 - Diapositive

Groepsopdracht starten + afronden
Wat weten jullie nog van de leerstof uit leerjaar 1?  Verwerk op jullie blad de volgende punten:
  1. Noteer welke 6 tekstdoelen er zijn en zoek een voorbeeld bij ieder doel.  
  2. Schrijf bij ieder voorbeeld bij welk tekstsoort dit voorbeeld hoort.
  3. Noteer bij ieder voorbeeld wat de tekstvorm is.
  4. Zoek een grote tekst. Geef in deze tekst aan waar de inleiding, het middenstuk of slot begint.
  5. Schrijf op het blad op welke 4 manieren een tekst in te leiden is. 
  6. Schrijf bij de tekst van vraag 4 welke manier daar is gebruikt. 
  7. Schrijf op het blad welke 3 manieren er zijn om een tekst af te sluiten. 
  8. Schrijf bij de tekst van vraag 4 welke manier van afsluiten daar is gebruikt.
  9. Achterhaal op welke 3 manieren alinea's aan te geven zijn. Nummer de alinea in je tekst van vraag 4.  


Let op: niet alle informatie kunnen jullie vinden in de methode voor leerjaar 2. Jullie hebben dus ook echt de kennis van elkaar nodig.

Klaar? Ga dan door naar dia 8
timer
30:00

Slide 7 - Diapositive

Afronden groepsopdracht (2Q + 2N)
Taakchef

Zorgt ervoor dat iedereen zijn taak uitvoert en ruimt eigen spullen op. Levert poster in bij docent. Helpt materiaalchef.
Vraagchef

Controleert of er nog vragen zijn in de groep en ruimt eigen spullen op. Helpt materiaalchef
Materiaalchef

Gooit kleine knipsels in de papierbak,  tijdschriften en kranten die nog redelijk heel zijn worden weer ingeleverd.
Rustchef

Zorgt dat iedereen klaar en stil is als de tijd om is. Ruimt eigen spullen op en helpt materiaalchef. 
timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Spelling
  • Je kent de regels voor de werkwoordspelling
  • Je kent de regels voor de hoofdletters en kleine letters
  • Je kent de regels voor het bijvoeglijk naamwoord
  • Je herkent de regels voor het meervoud 

Slide 9 - Diapositive

Groepsopdracht
  • Met je groepje maak je de opdracht die op tafel ligt. 
  • Je krijgt iedere keer 6 minuten. Er zijn 6 rondes (5 in 2N). 
  • Na iedere ronde draai je door naar een andere tafel met een nieuwe opdracht (de opdrachten blijven dus liggen, jullie verplaatsen). 
  • Het groepje met de minste fouten krijgt de week erop een lekker prijsje. 
timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

LES 2
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Tekstbegrip
  • Je weet wat een praatposter is
  • Je kunt een praatposter maken bij een gekozen tekst om zo de tekst te begrijpen.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht in tweetallen
Deze opdracht maak je met diegene die naast je zit op de plattegrond (sommige leerlingen maken de opdracht alleen). 

Maak samen een keuze voor één van de twee teksten.

Lees de tekst individueel goed door en maak daarna een praatposter (zie volgende dia)
timer
30:00

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Spelling
  • Kwartet maken bij de meervoudsuitgangen 

Slide 15 - Diapositive

kwartet
  • Er zijn 9 regels.
  • Ieder kiest 1 regel
  • Je bedenkt 4 woorden die volgens deze regel gespeld worden
  • Je maakt het kaartje (+ tekening die bij het woord hoort)

Slide 16 - Diapositive