H8 herhaling

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 8

Herhaling t/m 8.4

Uitleg paragraaf 8.5 deel 1

Met deze formule bereken je

1. inhoud cilinder
2. omtrek cirkel
3. oppervlakte cirkel
4. oppervlakte driehoek

Met welke formule kan ik de inhoud van een cilinder berekenen?

1. inhoud cilinder= pi x diameter x hoogte
2. inhoud cilinder = pi x diameter x diameter x hoogte
3. inhoud cilinder= pi x straal x hoogte
4. inhoud cilinder= pi x straal x straal x hoogte

Wat is de inhoud van
deze cilinder?

1. 829dm​3​​
2. 415dm​3​​
3. 2488dm​3​​
4. 9953dm​3​​

Wat is de inhoud van
deze piramide?

1. 7 x 5 : 3 = 11,67
2. 4 x 3 : 3 = 4
3. 3 x 4 x 5 = 60
4. 3 x 4 x 5 : 3 = 20

Wat is de inhoud van de piramide?

1. 36 cm3
2. 12 cm3
3. 18 cm3
4. 108 cm3

inhoud prisma =  

opp grondvlak  x  hoogte 

Welk vlak is het grondvlak?

1. ABDE
2. BECF
3. ABC
4. ADFC

Wat is de inhoud van de prisma?

1. 28 cm3
2. 112 cm3
3. 56 cm3
4. Kun je niet berekenen.

Welke formule hoort er bij de vergrotingsfactor?

1. Vergrotingsfactor = Lengte origineel : lengte beeld
2. Vergrotingsfactor = Lengte beeld : lengte origineel
3. Vergrotingsfactor x lengte beeld = lengte origineel
4. Vergrotingsfactor = lengte x breedte

Als de maten van een beeld met dezelfde factor vergroot zijn, dan zijn de twee plaatjes ............

1. even lang
2. met dezelfde oppervlakte
3. even groot
4. gelijkvormig

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 2,5
2. 2
3. 8,75- 3,5 = 5,25
4. iets meer dan 1

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1
2. 2
3. 0,5
4. 7,5

1. lengte 9,2 cm en breedte 3,5 cm
2. lengte 8 cm en breedte 3 cm
3. lengte 2 cm en breedte 0,75 cm
4. lengte 12 cm en breedte 4,5 cm

De foto hiernaast heeft de afmetingen 3,5 bij 4,5 cm

De foto wordt vergroot met factor 3.
Wat zijn nu de nieuwe maten van de foto?

1. 47 bij 25
2. 10,5 bij 13,5
3. 15 bij 75
4. 30 bij 40

Jan legt een foto van 28 bij 36 cm onder het kopieerapparaat.
Hij kiest voor 75%
Wat zijn de maten van de gekopieerde foto?
Schrijf op als .... bij ....

Hoe weet je dat deze 2 driehoeken gelijkvormig zijn?

Formules bij vergrotingsfactor    

• Bij lengte:                  lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel
                                          vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
  
• Bij oppervlakte:      Opp. beeld = vergrotingsfactor2 x opp. origineel
  
  
• Bij inhoud:               Inhoud beeld = vergrotingsfactor3 x Inhoud origineel
               
  
  

Vergrotingsfactor

bij oppervlakte

 Opp. beeld = vergrotingsfactor² x opp. origineel

De vergrotingsfactor is 4,5 : 1,5 = 3

 Oppervlakte origineel:

Oppervlakte beeld: 

1,5⋅1,9=2,85cm​2​​

3​2​​⋅2,85=25,65cm​2​​

Vergroting oppervlaktes

2cm                         4cm

4cm

8cm

De vergrotings-

factor is 2 

Welke formule hoort er bij het vergroten van de oppervlakte?

1. Vergrotingsfactor^3* oppervlakte origineel
2. Vergrotingsfactor^2
3. Vergrotingsfactor^2 * oppervlakte beeld
4. Vergrotingsfactor^2 * oppervlakte origineel

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting?

1. 4² x 10 =160
2. 4 x 10 =40
3. 4x4x4 x 10 =640
4. dat kun je niet weten

Een pasfoto heeft een oppervlakte van 6 cm2. De pasfoto wordt vergroot met vergrotingsfactor 5. Wat wordt de nieuwe oppervlakte?

1. 30cm​2​​
2. 180cm​2​​
3. 150cm​2​​
4. 60cm​2​​

Zet de juiste formules bij elkaar.

vergrotingsfactor = 

oppervlakte vergroting =

inhoud vergroting = 

lengte beeld: lengte origineel

opp. origineel x vergrotingsfactor²

inhoud origineel x vergrotingsfactor³

Wat is de oppervlakte van het beeld?

Vergrotingsfactor is 2
Opp. origineel is 9 cm2

1. 36
2. 27
3. 42
4. 60

Vergroting oppervlakte

Vergroting inhoud

Vergrotingsfactor X origineel

Vergrotingsfactor2 X origineel

Vergrotingsfactor3 X origineel

Paragraaf 8.5: maken opgaven 59 t/m 64

Klaar? Start met de Diagnostische toets hoofdstuk 8 

HAVO: Maken hoofdstuk 7 (lees goed de theorie!)