Lezen 7 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Fictie

Lezen in je leesboek voor het fictiedossier

Lesplanning

10 min uitleg 

15 min aan de slag

5 min afsluiting

Lesdoel

1. Je kunt het verschil tussen het onderwerp en hoofdgedachte uitleggen
2. Je kunt een functie van de inleiding noemen
3. Je kunt een functie van het slot noemen

Onderwerp

Vertelt waar de tekst over gaat.

Vaak 1 of 2 woorden of een hele korte zin.

Hoofdgedachte

Vertelt waar de tekst over gaat.

Vaak een langere zin in de inleiding of het slot. 

Bijvoorbeeld

Joseph Oubelkas

Bijvoorbeeld

Bijvoorbeeld:Joseph Oubelkas heeft onschuldig gevangen gezeten en brengt zijn verhaal over op anderen. 

Het leerdoel is dat je weet welke functies alinea's kunnen hebben.

Het leerdoel is dat je weet welke functies  alinea's kunnen hebben.

Aan de slag!

Wat: maken les 2: functies van alinea's. opdr. 1

Hoe: in tweetallen via Plot 26

Hulp: toolboxen - mevrouw Rondhuis

Tijd: 15 min

Klaar? Lezen in je leesboek

Afsluiting

Lesdoelen checken:

1. Je kunt het verschil tussen het onderwerp en hoofdgedachte uitleggen
   
2. Je kunt een functie van de inleiding noemen
   
3. Je kunt een functie van het slot noemen

Fictie

Lezen in je leesboek voor het fictiedossier

Lesplanning

10 min - lesstof van gisteren herhalen

5 min - huiswerkcontrole

15 min - aan de slag 

5 min - afsluiting

Lesdoelen

1. Je kunt het verschil tussen het onderwerp en hoofdgedachte uitleggen.
2. Je kunt een functie van de inleiding noemen.
3. Je kunt een functie van het slot noemen.

Wat is het verschil tussen het onderwerp en een hoofdgedachte?

Functies van een inleiding

Functies van een slot

Aan de slag 

Wat: maken opdr. 2 van Les 2: functies van alinea's

Hoe: zelfstandig

Hulp: Toolboxen + mevrouw Rondhuis

Tijd: 15 min

Klaar?  Lezen in je leesboek

Afsluiting

Huiswerk:

Les 2 moet vrijdag helemaal af zijn!

Lesdoelen checken 

1. Je kunt het verschil tussen het onderwerp en hoofdgedachte uitleggen.
   
2. Je kunt een functie van de inleiding noemen.
   
3. Je kunt een functie van het slot noemen.