2 feb 2021 - persoonsvorm

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Les 1

- De persoonsvorm

- Sterke en zwakke werkwoorden

Waarom is de persoonsvorm belangrijk?

Om een werkwoord goed te kunnen spellen, moet je het verschil tussen een persoonsvorm en een voltooid deelwoord kennen.

    

        Hij vertelt een verhaal.       -         Hij heeft een verhaal verteld

Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?

1. Zin vragend maken
2. Tijdproef
3. Eerste woord kiezen
4. Getalsproef

Wat is de persoonsvorm?
Jullie hebben vandaag je huiswerk gemaakt

1. gemaakt
2. hebben
3. huiswerk
4. vandaag

Getalsproef:
Jullie hebben vandaag je huiswerk gemaakt

Tijdproef:
Jullie hebben vandaag je huiswerk gemaakt

Persoonsvorm?
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld

1. de politie
2. een buurtonderzoek
3. heeft
4. ingesteld

Persoonsvorm?
Deze bijles betekent veel voor mij

Verleden tijd en onvoltooid deelwoord

Wat zijn sterke werkwoorden?

Wat zijn zwakke werkwoorden

Kies de zwakke werkwoorden

1. lopen
2. werken
3. zwemmen
4. fietsen

Kies de sterke werkwoorden

1. gaan
2. betekenen
3. zich vergissen
4. rijden

Les 2

Programma les 2

Herhalen: 

- getalsproef en tijdproef persoonsvorm

- Sterke en zwakke werkwoorden

- t of d bij zwakke werkwoorden: 't sexy fokschaap

- oefenen met verleden tijd en voltooid deelwoord

Vind de persoonsvorm met getalsproef:
Ik heb vandaag lekker gewerkt

Vind de persoonsvorm met de tijdproef:
Wij zijn ieder weekend in Zeeland aan 't zeilen

Kies de zwakke werkwoorden

1. gaan, lopen
2. lezen, rijden
3. schrijven, zwemmen
4. werken, fietsen

(sturen) Ik heb gisteren een bestand naar mijn leraar ...

1. gestuurt
2. gestuurd
3. gesturt
4. gesturd

Sturen

Hele werkwoord = sturen

Stam = stur

Laatste letter? -> r

in 't sexy fokschaap? Nee? -> stuurden/gestuurd

Noteer de juiste vorm van het voltooid deelwoord

(roken) Mijn vader heeft vroeger ...

Dit heeft veel voor mij ..... (betekenen)

1. betekent
2. betekend

Mijn vriendinnen hebben zich prima op het feestje ...... (vermaken)

1. vermaakt
2. vermaakd

Ik heb de muur van de keuken groen (verven)

1. geverft
2. geverfd

De brief wordt door de conciërge in het postvakje (leggen)

1. gelegt
2. gelegd

Les 3

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp?
De molenaar weegt voor mij het meel af

1. de molenaar
2. het meel
3. voor mij

Lijdend voorwerp?
Ilse drinkt elke dag een fles cola leeg

lijdend voorwerp?
Gelukkig heb ik de affiche voor het circus gezien

Maak een zin met een lijdend voorwerp

Wat hebben we vandaag behandeld?

- persoonsvorm

- sterke en zwakke werkwoorden

- regel van 't sexy fokschaap

- lijdend voorwerp