Woordenschat H2 (klas 2a)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Woordenschat H2

Figuurlijk taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik wordt letterlijk genomen.

Ze kookt van woede.

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

De toekomst lacht ons tegemoet.

1. Letterlijk taalgebruik
2. Figuurlijk taalgebruik

In onze tuin staat de hoogste boom van de buurt.

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

Dali was een Spaanse kunstschilder.
'Spaanse kunstschilder is ….. taalgebruik?

1. letterlijk
2. figuurlijk

Dali was de man met de beroemde snor. 'Beroemde snor' is …… taalgebruik?

1. letterlijk
2. figuurlijk

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?

1. Mijn broer is een beer van een kerel.
2. In het bos is een beer gespot.

Een uitdrukking is een vorm van figuurlijk taalgebruik.

1. Waar
2. Niet waar

Als je precies zegt wat je bedoelt is dat .... taalgebruik

1. letterlijk
2. figuurlijk

Bij welk woord zoek je het in het wb op:
De nieuwe skipiste is het neusje van de zalm

1. skipiste
2. neusje
3. zalm
4. nieuwe

Bij welk woord zoek je het in het wb op:
Het was zo stil, je kon een speld horen vallen.

1. stil
2. speld
3. horen
4. vallen

Bij welk woord zoek je het in het wb op:
Anne was de ster van de avond.

1. Anne
2. ster
3. avond