Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen vandaag?
- Welkom!
- Herhaling §3.2
- Lesson Up
- Afsluiting
Slide 1 - Diapositive
Herhaling §3.2
Slide 2 - Diapositive
Wie is deze man?
A
Lenin
B
Stalin
C
Trotski
D
Mussolini
Slide 3 - Quiz
Lenin was de opvolger van Stalin
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Welk begrip hoort bij deze uitleg: een land waar de overheid volledig heerst over de samenleving (bepaald wat mensen mogen denken, welke krant ze lezen enz.)
A
Nationalisme
B
Planeconomie
C
Totalitaire staat
D
Vrije staat
Slide 5 - Quiz
Hoe was het leven in de Sovjet-Unie onder Stalin?
A
Erg gezellig
B
Onvrij, terreur, angst, armoede, veel spionage en wantrouwen. Erg somber en angstig leven.
C
Goed, Stalin bouwde de economie op met de vijfjarenplannen en er werd veel winst gemaakt.
Slide 6 - Quiz
Leerdoelen
- Hoe ging het met de economie in de jaren 1920?
- Hoe veranderde de Amerikaanse cultuur?
Slide 7 - Diapositive
§3.3 een welvarende
tijd
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Hoe was de Amerikaanse cultuur en hoe veranderde dat?
Slide 10 - Diapositive
Roaring twenties
Na WO I bloeide de economie in Westerse landen op.
Veel lopende band werk + nieuwe uitvindingen = meer vrije tijd
Vooral in de Verenigde Staten --> die periode staat bekend als de roaring twenties
In Amerika heerste er een blind vertrouwen in de economie. Dankzij de economische groei zou welvaart binnenkort voor iedereen bereikbaar zijn.
Slide 11 - Diapositive
Roaring twenties
Lonen stegen, producten werden goedkoper
Veel Amerikanen kochten consumptiegoederen zoals koelkasten, auto's, strijkijzers
Wie geen geld hiervoor had, leende het geld van de bank (krediet), zelfs voor een radio of een strijkijzer.
Slide 12 - Diapositive
Waarom werden de jaren '20 de 'Roaring Twenties' genoemd?
A
Er werd veel gedanst
B
Er werd veel gerookt
C
Het was een levendige tijd
D
Kopen op afbetaling kwam opzetten
Slide 13 - Quiz
Consumptiemaatschappij
Toename van consumptie-artikelen, zoals de auto
'Status' door bezit en kopen van steeds weer nieuwe spullen.
Meer welvaart en daardoor ook vrije tijd
Andere invulling van vrije tijd: bioscoop, (jazz-)muziek, uitgaan, bioscopen, restaurants, sportstadions
Muziek, drank en veel dansen
Slide 14 - Diapositive
Roaring twenties
Komt veel naar voren in films.
fragmenten:
Peaky Blinders
The Great Gatsby
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Vidéo
Drooglegging (1920-1933)
Conservatieve Amerikanen streefden in de politiek naar behoud van het oude.
Regering komt met de Drooglegging (1920-1933)
Voorkomen criminaliteit; het tegendeel bleek echter waar: personen als Al Capone verdienen goed geld aan de illegale handel in drank.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Roaring twenties in Nederland
In de jaren 1920 ging het goed met de Nederlandse economie:
- Bijna geen werkloosheid
- Welvaart groeide hard
- Meer luxegoederen op de markt
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Noem twee kenmerken van de Roaring Twenties
Slide 22 - Question ouverte
Hoe kon een consumptiemaatschappij in de jaren 20 ontstaan?
A
De lonen stegen terwijl de producten goedkoper werden
B
Mensen gingen geld lenen om spullen te kopen
C
De Eerste Wereldoorlog had veel geld opgeleverd, daardoor kon er ook veel geld worden uitgegeven.
Slide 23 - Quiz
Wat is een consumptiemaatschappij?
A
Maatschappij waarin mensen veel eten en daardoor overgewicht een groter probleem wordt in de samenleving.
B
Maatschappij waarin het kopen van (luxe)goederen de status (of je rijk of arm bent) van mensen bepalen.
C
Maatschappij waarin mensen alleen geld hebben voor basisbehoeften, zoals eten en onderdak.
Slide 24 - Quiz
Toets hoofdstuk 3:
Maandag 7 februari
Slide 25 - Diapositive
Aan de slag!
Huiswerk voor woensdag 26 januari:
Maak van §3.3 vraag 3-4-5
Slide 26 - Diapositive
Hoe bekijk je een bron
Zie je bekende mensen?
Zie je bekende beeldelementen?
Is het een echt beeld of propaganda?
Slide 27 - Diapositive
Hoe geef je antwoord op bron vragen
- Wat willen we precies weten?
- Gebruik iets uit de bron (een beeldelement) om je antwoord uit te leggen.
- Probeer dus altijd te verklaren waarom of waaraan je iets kan zien.
Slide 28 - Diapositive
Gebruik bron 5. De man met de bezem stelt Lenin voor en de man linksonder een Russische priester. Beschrijf het uiterlijk van de andere mannen.