Circulatie leergang hartcentrum

Circulatie
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
verpleegkundeBeroepsopleiding

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Circulatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Na deze les kan de student omschrijven wat de functie van de circulatie is en uitleggen hoe de hemodynamiek veranderd bij shock.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de circulatie?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem minimaal 5 stoffen die door het bloed getransporteerd worden.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote en kleine circulatie
Kleine bloedsomloop longcirculatie pulmonale circulatie.
Grote bloedsomloop lichaamscirculatie systemische circulatie.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is de circulatie adequaat?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hart

Arterien
microcirculatie/ uitwisseling
Venen
De pomp
Vormen de schakel tussen hart en organen
capillairen
Brengen O2 arm bloed terug naar het hart en dienen als opslag

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuurstof arm of zuurstof rijk
O2 rijk bloed
O2 arm bloed
Long vene
Rechter ventrikel
Linker boezem
Arteria pulmonalis
Aorta

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

O2 arm bloed komt via de bovenste en onderste holle ader terecht in het rechteratrium
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bloed wordt van het RA naar de RV gevoerd via de
A
Mitralisklep
B
Pulmonalisklep
C
Tricuspidaalklep
D
Aortaklep

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Breng O2 naar de cellen
  • Volume
  • Pomp
  • Volume in het juiste component
  • Geen centrale blokkades 

Slide 13 - Diapositive

Om voldoende O2 aan de weefsels te bieden is naast een SaO2 van <90% ook een HB van 6-7 en een CO van meer dan 4 ltr noodzakelijk.
Normale bloedvolume

A
2,5 liter voor de man en 2 liter voor een vrouw
B
25 liter voor een man en 15 liter voor een vrouw
C
4 liter voor een vrouw en 5 liter voor een man
D
40 liter voor een vrouw en 50 liter voor een man

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdeeld over:
Hart 250 ml
Aorta en arteriën 550 ml
Longvaatbed 1300 ml
Capillair bed 300 ml
Veneuze bed 2250 ml

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pomp= het hart:
Hartminuutvolume:

De hoeveelheid bloed die per minuut wordt
rondgepompt = cardiac output 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cardiac Output =
Slagvolume x Hartfrequentie


Preload – Afterload - Contractiliteit



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor kan je slagvolume dalen?

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke compensatiemechanisme kent ons lichaam om de cardiac output constant te houden?

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Raas
Enzymsysteem die instaat voor een stabiele bloedduk.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is shock?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitie
Shock is het falen van de bloedsomloop, waarbij O2 vraag het O2 aanbod overschrijdt.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedverdeling bij shock

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klinische verschijnselen shock
Longen:
Snelle ademhaling (tachypnoe, dyspneu) zuur/base evenwicht herstellen.
Hart:
Snelle, weke pols (tachycardie) Systole tensie lager 90 (hypotensie)
Nieren:
Diurese kleiner dan de helft van het lichaamsgewicht per uur (oligurie)
Brein:
Onrust, verwardheid, verlaagd bewustzijn
Huid:
Bleek, klam, soms gemarmerde huid Koude extremiteiten Oedemen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De patiënt in shock wordt tachypnoe om
1. zijn zuurbase evenwicht te herstellen
2.om de zuurstofopname te maximaliseren
1 is juist
2 is juist
beide onjuist
beide juist

Slide 30 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel soorten shock ken jij?

Slide 31 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten shock
Hypovolemische shock -> Volume
Obstructieve shock ->Centrale blokkades
Cardiogene shock ->Pomp= het hart
Distributieve shock - > Volume in het juiste component

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welke parameter zie je het eerst bij de patient in (dreigende) shock?
A
Bloeddruk
B
Hartfrequentie
C
Onrust
D
verminderde urineproductie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypovolemische shock (er is een tekort aan circulerend volume)

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie oorzaken van hypovolemische shock

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken hypovolemische shock:
Uitwendig of inwendig bloedverlies (=hemorragische shock)
Plasmaverlies bij brandwonden
Verlies van water via huid, nier of maagdarmkanaal

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cardiogene shock (falen van de pomp)

Slide 38 - Diapositive

10%

Slide 39 - Diapositive

10%
Distributieve shock (Volume in het juiste component)
De bloedvaten gaan teveel openstaan zodat er relatief te weinig vulling is van het vaatbed en de druk wegvalt.
Septische shock
Anafylactische shock
Toxische shock
Neurogene (spinale) shock

Slide 40 - Diapositive

10%
Obstructieve shock (centraal in de circulatie gelegen blokkade die de O2 aanvoer naar de cellen verstoord) 
Longembolie
Harttamponade
Spannings pneu

Slide 41 - Diapositive

10%
Welke harthelft komt als eerste in de problemen
Linker harthelft
Rechter harthelft
Tamponade
Longembolie
Spanningsspneumothorax

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze les kan de student omschrijven wat de functie van de circulatie is en uitleggen hoe de hemodynamiek veranderd bij shock.
Leerdoel behaald
Ik heb nog wel een vraag

Slide 44 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

10%