Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Mens en Gezondheid
Thema 2: Organen en cellen
Slide 1 - Diapositive
Hiernaast zie je een torso. In de torso kun je de organen zien. Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak.
Slide 2 - Diapositive
Vaak werken organen samen. Om je eten te verteren gebruik je de maag, de dunne darm, de dikke darm en de lever. Deze organen werken samen aan de vertering. Hoe noem je een groep organen die samenwerken?
Slide 3 - Question ouverte
Slokdarm-lever-maag-dikke darm-dunne darm... Zijn organen van welk stelsel?
A
Uitscheidingsstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Bloedvatenstelsel
Slide 4 - Quiz
Alle organismen hebben organen.
Zo planten dus ook.
Slide 5 - Diapositive
Welke onderdelen van een plant zijn de organen?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Wat moet op de plaats van het vraagteken staan?
A
Wortelstelsel
B
Wortelharen
C
Worteldraad
D
Wortelspieren
Slide 8 - Quiz
1 van de onderstaande antwoorden is geen functie van de wortels. De andere drie wel. Welke niet?
A
Water met voedingsstoffen opnemen
B
Dieren afschrikken
C
De plant vastzetten in de grond
D
Reservevoedsel opslaan
Slide 9 - Quiz
Bladeren
De taak van bladeren is voedsel maken voor de plant. Dat doen ze door fotosynthese. Voor fotosynthese is licht nodig.
Slide 10 - Diapositive
De stengel is is het deel tussen de wortels en bladeren. Wat is de taak van de stengel denk je?
Slide 11 - Question ouverte
Door de stengel lopen dunne buisjes. Die noemen we vaten. Een groepje vaten bij elkaar wordt vaatbundel genoemd.
Slide 12 - Diapositive
Met een microscoop kun je ..
Slide 13 - Carte mentale
Planten en dieren bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme.
Slide 14 - Diapositive
Dierlijke cellen
Een cel bestaat voor het grootste deel uit celplasma. Dat is een dikke vloeistof van water met opgeloste stoffen. In het celplasma ligt de celkern. De celkern regelt alles wat in de cel gebeurt. Om het celplasma heen zit het celmembraan. Dat is een dun vlies. Het is een beetje doorlaatbaar.
Slide 15 - Diapositive
Neem het plaatje in je op
Slide 16 - Diapositive
Welk nummer geeft het celplasma weer?
Slide 17 - Question ouverte
Plantaardige cellen
Je hebt geleerd dat dierlijke cellen drie delen hebben:
• celplasma, celkern en celmembraan
Plantaardige cellen hebben deze delen ook. Maar plantaardige cellen hebben nog meer delen.
• vacuole
• bladgroenkorrels
• celwand
Slide 18 - Diapositive
Plantaardige cel
Slide 19 - Diapositive
Noem een onderdeel van een plantaardige cel die een dierlijke cel niet heeft.