Thema 2 Cellen en organen

Mens en Gezondheid
Thema 2: Organen en cellen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Mens en Gezondheid
Thema 2: Organen en cellen

Slide 1 - Diapositive

Hiernaast zie je een torso. In de torso kun je de organen zien.  Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak.

Slide 2 - Diapositive

Vaak werken organen samen. Om je eten te verteren gebruik je de maag, de dunne darm, de dikke darm en de lever. Deze organen werken samen aan de vertering. Hoe noem je een groep organen die samenwerken?

Slide 3 - Question ouverte

Slokdarm-lever-maag-dikke darm-dunne darm...
Zijn organen van welk stelsel?
A
Uitscheidingsstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 4 - Quiz

Welk orgaanstelsel zien we hier?

Slide 5 - Question ouverte

Welk orgaastelsel zien we hier?

Slide 6 - Question ouverte

Alle organismen hebben organen. 
Zo planten dus ook. 

Slide 7 - Diapositive

Welke onderdelen van een plant zijn de organen?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Wat moet op de plaats van het vraagteken staan?
A
Wortelstelsel
B
Wortelharen
C
Worteldraad
D
Wortelspieren

Slide 10 - Quiz

1 van de onderstaande antwoorden is geen functie van de wortels. De andere drie wel. Welke niet?
A
Water met voedingsstoffen opnemen
B
Dieren afschrikken
C
De plant vastzetten in de grond
D
Reservevoedsel opslaan

Slide 11 - Quiz

Bladeren 
De taak van bladeren is voedsel maken voor de plant. Dat doen ze door fotosynthese. Voor fotosynthese is licht nodig.

Slide 12 - Diapositive

De stengel is is het deel tussen de wortels en bladeren. Wat is de taak van de stengel denk je?

Slide 13 - Question ouverte

Door de stengel lopen dunne buisjes. Die noemen we vaten. Een groepje vaten bij elkaar wordt vaatbundel genoemd. 

Slide 14 - Diapositive

Met een microscoop kun je ..

Slide 15 - Carte mentale

Planten en dieren bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme.

Slide 16 - Diapositive

Dierlijke cellen
Een cel bestaat voor het grootste deel uit celplasma. Dat is een dikke vloeistof van water met opgeloste stoffen. In het celplasma ligt de celkern. De celkern regelt alles wat in de cel gebeurt. Om het celplasma heen zit het celmembraan. Dat is een dun vlies. Het is een beetje doorlaatbaar.  

Slide 17 - Diapositive

Neem het plaatje in je op 

Slide 18 - Diapositive

Welk nummer geeft het celplasma weer?

Slide 19 - Question ouverte

Plantaardige cellen 
Je hebt geleerd dat dierlijke cellen drie delen hebben:
• celplasma, celkern en celmembraan
Plantaardige cellen hebben deze delen ook. Maar plantaardige cellen hebben nog meer delen. 
• vacuole
• bladgroenkorrels
• celwand

Slide 20 - Diapositive

Plantaardige cel

Slide 21 - Diapositive

Noem een onderdeel van een plantaardige cel die een dierlijke cel niet heeft.

Slide 22 - Carte mentale

Nieuwe cellen ontstaan door..
A
Groeien aan
B
Lossen op
C
Celdeling
D
Bloeien uit

Slide 23 - Quiz

Wat zit er in de celkern van een cel?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Is de achtergrond een dierlijke of plantaardige cel? Waarom?

Slide 26 - Question ouverte

Kun je met de grote schroef de microscoop scherpstellen?
A
Ja
B
Nee
C
Ja
D
Nee

Slide 27 - Quiz

Heeft een plantencel een vacuole?
A
Ja
B
Ja
C
Nee
D
Nee

Slide 28 - Quiz

Zijn cellen de bouwstenen van een organisme?
A
Ja
B
Nee
C
Ja
D
Nee

Slide 29 - Quiz

Is de slokdarm onderdeel van het verteringstelsel?
A
Ja
B
Nee
C
Nee
D
Ja

Slide 30 - Quiz

Mogen er luchtbellen in een preparaat zitten?
A
Ja
B
Nee
C
Ja
D
Nee

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive