20_PT2KUNST-0 les 2

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

het diepere wezen van de werkelijkheid weer te geven en niet de natuur zoals die zich toevallig aan hem voordeed

Slide 2 - Diapositive

Programma 
  • Beschouwen: Piet Mondriaan 'De rode boom' 1908 
        n.a.v. 'Kijk goed', 'kijk toch eens goed!' uit: Kunst Meester
  • Verkenning & verdieping als eerste stappen naar CP & PGO
        werkvorm: 30 min in duo's 2 x 15 min, dus 4 x ieder 7 min
  • Productie: 'Muziek in Beeld'                                               
        volgens de procesgerichte didactiek 
     
kunstmuseum Den Haag

Slide 3 - Diapositive

Erwin Olaf

Slide 4 - Diapositive

MUZIEK IN BEELD volgens de procesgerichte didactiek
KIJK! IK ZIE MUZIEK  van Eric Carle

Slide 5 - Diapositive

Introduceren is Inspireren
Een 'introductie' moet kinderen 'betrekken', 
houvast bieden bij betekenisgeving 
en een associatief netwerk openen.
(laat maar zien 5.2) 
Geef voor het bekijken van de film van te voren een of meer kijkvragen of vraag om zelf een of meer kijkvragen te noteren.

Slide 6 - Diapositive

5 FASES IN EEN VERHAAL

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Informeren en Instrueren
Tijdens de 'informatiefase' geeft de leerkracht visuele informatie over de beeldaspecten, de verschijningsvormen van het onderwerp.
(laat maar zien 5.3 en 5.4)

Slide 9 - Diapositive

Materialen en technieken
Via de verleidingsbladen / effectbladen worden de beeldende mogelijkheden van verschillende materialen getoond en de betekenissen besproken, die je met beelden kunt doorgeven, contreet, maar ook symbolisch en abstract. 

We hebben het dan over de kennis van de beeldende mogelijkheden, die beeldaspecten kunnen bieden bij het vertalen van muziek in beelden.

Opdracht

Slide 10 - Diapositive

maak een foto van je werkstuk & nabeschouwen

Slide 11 - Question ouverte

Beeldende ontwikkeling in brede zin
  • Beeldende ontwikkeling bevat meer dan het maken van beeldend werk.

  • De manier van kijken naar de wereld en het werk van anderen hebben een belangrijke invloed op de ontwikkeling van een eigen referentiekader van kinderen. 6.1 Laat maar zien

  • Veranderingen in attitude zijn van invloed op het creatieve vermogen.

Slide 12 - Diapositive

rol van de leerkacht

moet je leerlingen helemaal vrij laten om remmingen te voorkomen?

Beeldaspecten:
Ruimte
Kleur
Vorm
Textuur
Compositie
Werprocessen:
Traditioneel ambachtelijk
Experimenteel
Ontwerp

Slide 13 - Diapositive

het beeldende leer- en ontwikkelingsproces wordt sterk beïnvloed door .....

Net als de manier waarop kinderen naar beelden kijken (Parsons) is het beeldende proces aan ontwikkeling onderhevig.
vormgeven is een open proces
het laat zich begeleiden H2
een procesgerichte didactiek

Slide 14 - Diapositive

Begeleiden van het creatieve proces H6
Laisser-Fairedidactiek of de vrije improvisatie?
leermodel
Begeleiding 'op maat'

Verkennen en aanrommelen

Slide 15 - Diapositive

Bij gebrek aan structuur wordt er niet meer ontdekt.

Slide 16 - Diapositive

Creativiteit ontwikkelen en attitude blz. 261
goed thuis raken in het medium waarin ze zich willen uitdrukken

leren associëren en ideeën produceren

leren beoordelen

nieuwe ontdekkingen doen.

Slide 17 - Diapositive

Hoe?

  • samen met de kinderen  werk te maken  (pendelen tussen interne en externe referentiekaders)
  • bieden van structuur en uitdaging
  • probleem oplossen, maar ook het probleem vinden

uitnodiging tot openheid, lef, flexibiliteit, initiatief nemen, motivatie, doorzetting en zelfstandigheid.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Beeldende ontwikkeling in brede zin.
kerndoel 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
kerndoel 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
kerndoel 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Naast de uitgangspunten vormen de leergebiedoverstijgende / 21e eeuwse vaardigheden de basis voor de leerlijnen van de kunstzinnige vakdisciplines.

Slide 20 - Diapositive

Tekenopdracht
associatief





opdracht
maak een tekening met potlood n.a.v. een cijfer

1
max 4 min
2
welk beeld past het best?
wat zou jij anders doen?
wat ontbreekt er aan?
en als je er kleur bij doet?
is dat functioneel?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Carte mentale

Pen & Inkt

Slide 23 - Diapositive

BEELDEND SPEL  TEKENDICTEE
Je werkt heel direct en intuïtief volgens een aangegeven techniek, zonder onderwerp vooraf.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Globale ontwikkeling Groep 1-2
Voor jonge kinderen is beeldend vormgeven aanvankelijk een sensopathisch spel met materiaal. Zij genieten van tastervaringen met verf, klei, zand en water en staan open voor toevallige ontdekkingen. Ze tekenen en schilderen om het plezier in de beweging en ontdekken dat ze op die manier sporen kunnen achterlaten op papier. Uit dit spel ontwikkelt zich een meer bewust vormgevingsproces, waarin zij ontdekken dat vormen betekenis kunnen hebben voor henzelf en voor anderen. Al werkende vertellen zij verhalen bij hun tekening en ontdekken dat bepaalde tekens kunnen verwijzen naar objecten uit de werkelijkheid. Een cirkel kan het wiel van een auto representeren, maar ook het hoofd of de buik van een mens- of een dier. Beeldend vormgeven wordt steeds meer een manier om te communiceren over ervaringen in hun leven. Naar mate kleuters hun tekens meer gaan variëren met allerlei toevoegingen groeit hun capaciteit om zich in beelden uit te drukken.
Bij het beschouwen van beelden ligt het accent op associëren. Kleuters hebben belangstelling voor beelden die associaties oproepen met de dingen uit hun eigen leven:‘ wij hebben thuis ook zo een….’ Kunstwerken kunnen voor hen ook volledig abstract zijn. Kleuters zijn gevoelig voor kleur en houden ervan in abstracte schilderijen kleuren te benoemen en erbij te associëren: ‘die vorm lijkt wel op…’

Slide 27 - Diapositive