Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
De industriële samenleving in Nederland
De tijd van televisie en computer 1950 - heden
Slide 1 - Diapositive
Deze week 1.3
Aan het einde van de paragraaf:
Kan je uitleggen waardoor de wederopbouw zo snel ging en benoemt gevolgen van de groei in welvaart.
Kan je voorbeelden geven hoe de Nederlandse economie zich ontwikkelt na de Tweede Wereldoorlog.
Kan je de gevolgen uitleggen van de automatisering en globalisering voor de (1) economie en (2) samenleving.
Slide 2 - Diapositive
Wederopbouw en samenwerking
Er was in Nederland veel oorlogsschade na WOII: waarom?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wederopbouw en samenwerking
Er was in Nederland veel oorlogsschade na WOII: waarom?
Nederland moest weer opgebouwd worden: wat is hiervoor nodig?
Marshallplan VS
EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (vanaf 1952)
EEG: Europese Economische Gemeenschap (vanaf 1958).
Slide 7 - Diapositive
Een welvarende
samenleving
Werkgevers, vakbonden en regering: afspraak om tijdens de wederopbouw lonen en prijzen laag te houden.
Vanaf 1963: stijgende lonen
Gevolg: tijd van welvaart koelkast, televisie of auto.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Een welvarende
samenleving
Werkgevers, vakbonden en regering: afspraak om tijdens de wederopbouw lonen en prijzen laag te houden.
Vanaf 1963: stijgende lonen
Gevolg: tijd van welvaart koelkast, televisie of auto.
Er zijn meer werknemers nodig: gastarbeiders
Multiculturele samenleving
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
De industriële samenleving in Nederland
De tijd van televisie en computer 1950 - heden
Slide 12 - Diapositive
Deze week 1.3
Aan het einde van de paragraaf:
Kan je voorbeelden geven hoe de Nederlandse economie zich ontwikkelt na de Tweede Wereldoorlog.
Kan je uitleggen waardoor de wederopbouw zo snel ging en kan je gevolgen noemen van de groei in welvaart.
Kan je de gevolgen uitleggen van de automatisering en globalisering voor de (1) economie en (2) samenleving.
Slide 13 - Diapositive
Een welvarende
samenleving
Economie en welvaart groeit na 1950.
Vraag naar werk werd té groot.
Vanaf 1950 dat er niet genoeg Nederlanders waren om al het werk te doen. En dan?
Slide 14 - Diapositive
Een welvarende
samenleving
Economie en welvaart groeit na 1950.
Vraag naar werk werd té groot.
Vanaf 1950 dat er niet genoeg Nederlanders waren om al het werk te doen. En dan?
Een deel van dat werk werd gedaan door gastarbeiders: buitenlandse werknemers.
Turkije en Marokko
Italië en Spanje
Gevolg op de lange termijn Multiculturele samenleving.
Slide 15 - Diapositive
De industriële samenleving in Nederland
De tijd van televisie en computer 1950 - heden
Slide 16 - Diapositive
Deze week 1.3
Aan het einde van de paragraaf:
Kan je voorbeelden geven hoe de Nederlandse economie zich ontwikkelt na de Tweede Wereldoorlog.
Kan je uitleggen waardoor de wederopbouw zo snel ging en kan je gevolgen noemen van de groei in welvaart.
Kan je de gevolgen uitleggen van de automatisering en globalisering voor de (1) economie en (2) samenleving.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Automatisering en globalisering
Jaren 1960: gastarbeiders
automatisering: vervanging van mensenwerk door uit zichzelf werkende machines.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Automatisering en globalisering
Jaren 1960: gastarbeiders
Jaren 1970: het ging weer slechter met de economie: Oliecrisis
automatisering: vervanging van mensenwerk door uit zichzelf werkende machines.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Automatisering en globalisering
Jaren 1960: gastarbeiders
Jaren 1970: het ging weer slechter met de economie: Oliecrisis
Veel fabrieken failliet of verplaatsen naar landen waar de kosten lager waren.
Nederlandse bedrijven automatiseren eind jaren 1970 grote werkloosheid.
automatisering: vervanging van mensenwerk door uit zichzelf werkende machines.
Slide 28 - Diapositive
Robots en computers in een autofabriek (Born, omstreeks 2000
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Automatisering en globalisering
Jaren 1960: gastarbeiders
Jaren 1970: het ging weer slechter met de economie: Oliecrisis
Veel fabrieken failliet of verplaatsen naar landen waar de kosten lager waren.
Nederlandse bedrijven automatiseren eind jaren 1970 grote werkloosheid.
Minder fabrieksbanen
Meer banen in de bijv. de ICT.
automatisering: vervanging van mensenwerk door uit zichzelf werkende machines.
Slide 31 - Diapositive
Automatisering en globalisering
De wereld globaliseert verder: we raken steeds meer verbonden, zoals bijv. in de EU.
Nederland profiteert van de globalisering: binnen en buiten de EU
globalisering:groeiende economische, politieke en culturele verbondenheid op de wereld.
EU: Europese Unie (vanaf 1993)
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Automatisering en globalisering
De wereld globaliseert verder: we raken steeds meer verbonden
Nederland profiteerde van de globalisering: binnen de EU, maar ook buiten de EU.
Eind van de jaren 1990 informatiemaatschappij, waarin mensen veel ICT gebruiken in hun werk en vrije tijd.
globalisering:groeiende economische, politieke en culturele verbondenheid op de wereld.
EU: Europese Unie (vanaf 1993).
informatiemaatschappij: samenleving waarin informatie- en communicatietechnologie (ICT) erg belangrijk zijn
Slide 34 - Diapositive
Opdrachten van de week
Maak de opdrachten bij:
1.3 de tijd van televisie en computers.
Slide 35 - Diapositive
Aan de slag!
We hebben voor vandaag de leerdoelen voorbereid!
Slide 36 - Diapositive
Wie vond het werken met de leerdoelen op deze manier fijn?
Prettig
Niet prettig
Slide 37 - Sondage
Wat vond je fijn / niet fijn aan deze manier van werken?
Slide 38 - Question ouverte
Aan de slag!
We gaan vandaag aan de slag met deze leerdoelen:
Je wisselt je uitwerkingen uit met die van je buur en vergelijkt met elkaar: wat heb jij gedaan en wat heeft de ander gedaan? Je vult verschillen aan in je schrift.
Waarom?
Inzicht in je eigen werk, maar ook inzicht in hoe een ander werkt!