Communicatie 10 Communicatieprofiel maken

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie

Bijeenkomsten

1. Intro module

2. Basis communicatie

3. Intake- en kennismakingsgesprek

4. Slechtnieuwsgesprek

5. Klachtengesprek

6. Lichaamsgebonden ervaringsordening

7. Associatieve ervaringsordening

8. Structurerende ervaringsordening

9. Vormgevende ervaringsordening

10. Communicatieprofiel maken

Lesdoelen

• Je herhaalt wat je vanuit de vorige les weet over TEO

• Je leest/bekijkt de PDF ‘communicatieprofiel’ vanuit de deelopdracht DulonOnline en stelt zo nodig vragen.

• Je luistert naar een mini-college over observeren

• Indien tijd: Je kiest een cliënt voor wie je een communicatieprofiel gaat maken en maakt een plan van aanpak

Benoem de 4 delen van ervaringsordening

Welke 2 overtuigingen helpen om werkelijkheid te organiseren van chaos naar orde?

De vraag 'Is mijn omgeving betrouwbaar?' hoort bij de ..

1. Structurerende ervaringsordening
2. Associatieve ervaringsordening
3. Lichaamsgebonden ervaringsordening
4. Vormgevende ervaringsordening

In de volgende situatie is er een probleem in het structurerende deel:

Margriet zit buiten. Ze is daar even gaan zitten om te wachten tot haar ouders haar komen halen om naar de stad te gaan. Maar ze komen niet opdagen. ‘Waar blijven ze toch?’ Margriet wordt onrustig. ‘Ik bel ze even op denkt ze.... ’

1. Waar
2. Niet waar

PDF bekijken

Onder kopje 'deelopdracht 3' (module Communicatie 1) staat een link naar een format 'Communicatieprofiel'. 

Bekijk de PDF en noteer vragen die in je opkomen

Vragen naar aanleiding van format?

Wat is het verschil tussen objectief (observeren) en subjectief (observeren)?

Vormen van observeren

Gestructureerd

Ongestructureerd

Participerend

Niet-participerend

Joost vraagt zich af waarom Jeanette haar werk nooit op tijd af heeft. Jeanette geeft aan dat ze vaak wordt afgeleid, maar kan niet goed aangeven waardoor. Joost besluit haar .. te gaan observeren

1. Gestructureerd
2. Ongestructureerd

Mandy is meewerkend teamleider op de PG-afdeling. Zij wil een nieuwe collega observeren, om te kijken of die in staat is goed samen te werken. Dit wordt een .. observatie

1. Participerende
2. Niet-participerende

Je wilt tijdens de ADL de mobiliteit van Mw. Winkel observeren. Dit is een .. observatie

1. Participerende ongestructureerde
2. Niet-participerende ongestructureerde
3. Participerende gestructureerde
4. Niet-participerende gestructureerde

Wat moet ik doen bij observeren?

Observeren =

1. Kijken
2. Luisteren
3. Voelen
4. Toetsen

Hoe observeer je?

• Luisteren, ook naar hoe het wordt gezegd (intonatie, volume) en naar wat er niet wordt gezegd
• Voelen, wat doet de ander met jou, wat voor gevoel roept het op? Probeer je eigen gevoelens weg te laten.

• Kijken naar lichaamstaal, non-verbale communicatie. Check jouw aannames om te zien of ze kloppen. Iemand kan krabben van jeuk of van zenuwen, wiebelen van ongeduld of door een volle blaas
• Toetsen = door- en navragen. Zo kom je er achter wat iemand bedoelt, denkt of voelt.
  

00:08

Wat ga je doen?

Bekijk de volgende video. Schrijf op (objectief) wat je hoort en ziet. 

Noteer daarbij ook wat voor gevoel deze video bij jou oproept. 

00:07

Wat ga je doen?

Bekijk de volgende video. Schrijf op (objectief) wat je hoort en ziet. 

Noteer daarbij ook wat voor gevoel deze video bij jou oproept. 

Valkuilen

1. Selffulfilling prophecy

2. Halo-effect

3. Horn-effect

4. Overdracht

Wat is die stagiair Maria beleefd tegen onze cliënten! Ze lijkt sprekend op de Michelle, die slaagde uiteindelijk ook met een dikke voldoende. Het zit vast wel goed met die Maria.

Welke valkuil trap je hier in?

1. Selffulfilling prophecy
2. Halo-effect
3. Horn-effect

Héh, die cliënt is alleen maar bezig met haar telefoon. Zal het tijdens het geven van de ADL ook wel niet zo gezellig zijn.

Welke valkuil trap je hier in?

1. Selffulfilling prophecy
2. Halo-effect
3. Horn-effect

En nu:

1. Bedenk voor jezelf welke cliënt jij gaat observeren om een communicatieprofiel op te stellen en waarom juist deze cliënt

En nu:

1. Bedenk voor jezelf welke cliënt jij gaat observeren om een communicatieprofiel op te stellen en waarom juist deze cliënt

2. Leg aan je klasgenoot uit waarom je deze cliënt gaat observeren. Stel elkaar vragen om de situatie te verduidelijken

En nu:

1. Bedenk voor jezelf welke cliënt jij gaat observeren om een communicatieprofiel op te stellen en waarom juist deze cliënt

2. Leg aan je klasgenoot uit waarom je deze cliënt gaat observeren. Stel elkaar vragen om de situatie te verduidelijken

3. Maak samen een plan van aanpak. Neem hierin mee

• Wanneer ga je de observatie uitvoeren?
• Welke vorm van observatie ga je kiezen en waarom?
  
• Kijkend naar het formatPDF: welke problemen verwacht je tegen te komen?
• Heb je hierbij hulp nodig van andere betrokkenen/disciplines?

Vragen?

Lesdoelen behaald?

• Je herhaalt wat je vanuit de vorige les weet over TEO
• Je leest/bekijkt de PDF ‘communicatieprofiel’ vanuit de deelopdracht DulonOnline en stelt zo nodig vragen.
• Je luistert naar een mini-college over observeren
• Indien tijd: Je kiest een cliënt voor wie je een communicatieprofiel gaat maken en maakt een plan van aanpak

Ja

Nee