3GR week 2

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

3GR week 2

1. Welkom terug! Vakantie? 

2. Instructies nieuwe grammatica 

3. Oefeningen 

4. Reflectie+afsluiting 

Lesdoelen: 

Je kunt NW2 onderscheiden van NW1. 

Je kunt de stam van NW2 bepalen.

Je kunt naamwoorden (NW1 en NW2) determineren. 

Wat ken je al? 

• NW1= naamwoorden 1e klasse 
• ZN1: -α, -η groep (η μαχη, η δεσποτης)
• ZN1: -ο groep (ο δουλος, το δωρον)
• BN1: δεινη, δεινος, δεινον 

Wat ga je nu leren? 

NW2: naamwoorden 2e klasse 

-ZN2 

-BN2 

Vergelijk: Latijn VS Grieks

• rex - gen: reg-is
• miles - gen: milit-is
• flumen - gen: flumin-is

• ὁ ἀνηρ - gen: του ἀνδρ-ος
• ἡ γυνη - gen: της γυναικ-ος
• το σωμα - gen: του σωματ-ος

Overeenkomst?

• Je moet de genitief weten om achter de stam van het woord te komen 
• De uitgangen zijn anders dan de eerste klasse 

De tweede klasse 

1.  De rijtjes van het ZNW gemengde groep zijn regelmatig
2. Je moet bij deze groep wel de stam weten om het rijtje verder te kunnen weten. Je vraagt je bij een woord daarom allereerst af 'wat is de gen.enk.'? --> Als je daarvan -ος afhaalt weet je de stam.
3. voorbeeld: 

• in de woordenlijst vind je  ἡ γυνη, γυναικος
• De genitief is blijkbaar γυναικος       
• De stam van dit woord is daarom  γυναικ-

Hoe ziet het rijtje eruit?

• ἡ γυνη
• την γυναικα
• της γυναικος
• τῃ γυναικι
• αἱ γυναικες
• τας γυναικας 
• των γυναικων
• ταις γυναικ + σιν         !!!   ---> ταις γυναιξιν  LET OP die gekke dativus meervoud

-σιν (p.6)

• κ, γ, χ + σ = ξ
• τ, δ, θ + σ = σ (dentaal vervalt)
• π, β, φ + σ = ψ
• ν + σ = σ (ν vervalt)
• ντ + σ = σ (ντ vervalt + stamklinker verlengt)

• γυναικ-σι ---> γυναιξι
• λεοντ-σι ---> λεουσι
• κυκλωπ-σι ---> κυκλωψι

op een rijtje

1. De rijtjes van het ZNW gemengde groep zijn regelmatig
2. Je vraagt je bij een woord dus allereerst af 'wat is de gen.enk.'?
3. In je boek staan 4 rijtjes om de meerdere mogelijkheden van de dat.pl. weer te geven
4. een woord van de gemengde groep gaat dus niet volgens één van die rijtjes
5. belangrijk is de eindletter van de stam!

Hoe herken je een ZN2 in de woordenlijst? 

genitief op -ος! 

BN2 

Dezelfde uitgangen als ZN2! 

Let op bij πασα

Rijtjes p. 7

Even oefenen met woordenlijst

Je kunt NW2 onderscheiden van NW1.

Je kunt de stam van NW2 bepalen.

Wat is de stam van ὁ ἡγεμών?

1. ἡγεμ-
2. ἡγεμώ-
3. ἡγεμον-
4. ἡγεμο-

Wat is de stam van τὸ ὄνομα?

1. ὄνομ-
2. ὄνοματ-
3. ὄνο-

1e of 2e klasse?
ὁ πατήρ, πατρός

1. 1
2. 2

1e of 2e klasse?
τὸ δάκρυον

1. 1
2. 2

1e of 2e klasse?
ἡ μήτηρ, μητρός

1. 1
2. 2

Bestudeer de uitgangen 

Je kunt NW2 determineren. 

σωτηρος

1. nom
2. gen
3. dat
4. acc

σωματι

1. nom
2. gen
3. dat
4. acc

λεοντα

1. nom ev
2. nom mv
3. acc ev

σωματα

1. nom ev
2. nom mv
3. acc ev

oefenen met p.8 

Je kunt NW2 onderscheiden van NW1.

Je kunt de stam van NW2 bepalen.

Je kunt naamwoorden (NW1 en NW2) determineren

Reflectie op leerdoelen 

Je kunt NW2 onderscheiden van NW1.

Je kunt de stam van NW2 bepalen.

Je kunt naamwoorden (NW1 en NW2) determineren.

Woensdag 

1. Herhaling tweede klasse 

2. Huiswerk bespreken 

3. Zelfstandig werken 

4. Reflectie+ afsluiting 

Lesdoelen: 

Je kunt NW2 onderscheiden van NW1.

Je kunt naamwoorden determineren, congrueren en vertalen. 

1. HERH: De tweede klasse 

1.  De rijtjes van het ZNW gemengde groep zijn regelmatig
2. Je moet bij deze groep wel de stam weten om het rijtje verder te kunnen weten. Je vraagt je bij een woord daarom allereerst af 'wat is de gen.enk.'? --> Als je daarvan -ος afhaalt weet je de stam.
3. voorbeeld: 

• in de woordenlijst vind je  ἡ γυνη, γυναικος
• De genitief is blijkbaar γυναικος       
• De stam van dit woord is daarom  γυναικ-

Hoe ziet het rijtje eruit?

• ἡ γυνη
• την γυναικα
• της γυναικος
• τῃ γυναικι
• αἱ γυναικες
• τας γυναικας 
• των γυναικων
• ταις γυναικ + σιν         !!!   ---> ταις γυναιξιν  LET OP die gekke dativus meervoud

Wat is de stam van ὁ ἡγεμών?

1. ἡγεμ-
2. ἡγεμώ-
3. ἡγεμον-
4. ἡγεμο-

1e of 2e klasse?
ὁ πατήρ, πατρός

1. 1
2. 2

σωτηρος

1. nom
2. gen
3. dat
4. acc

2. Huiswerk (oef. a)

1. zie werkboek, al besproken
2. dat vrl ev-σωφρονι -aan/voor het verstandige kind 
3. nom/acc o mv- μεγαλα- de grote namen 
4. gen m mv-παντων - van alle huwelijken 
5. acc v ev- νεαν - de nieuwe stad 

Reflectie 

lesdoel: Je kunt naamwoorden determineren, congrueren en vertalen.

Bij a max 1 fout? -> Verder met b

Bij a 2 of meer fout? -> Verder met werkblad 

Zelfstandig werken

             

              Bij a max 1 fout? ->

• Verder met oefening b. 
• Klaar? Vertalen tekst 9B

Zelfstandig werken 

             Bij a 2 of meer fout? ->

• Verder met werkblad 
• En dan oefening b

Oefening b bespreken 

1.  σωφροσι-aan/voor de verstandige vrouw  - τῃ σωρρονι γυναικι 
2. μεγαλοι-de grote leider -ὁ μεγας ἡγεμων 
3. πασι- met/door het hele huwelijk-παντι τῳ γαμῳ 
4. ἀριστας-de beste oorzaak -την ἀριστην αἰτιαν
5. φιλων-van de geliefde dochter- της φιλης θυγατρος 

4. Reflectie 

Lesdoelen:

Je kunt NW2 onderscheiden van NW1.

Je kunt naamwoorden determineren, congrueren en vertalen.