Week 13 Les 2 Pallas les 9.II gemengde groep znw

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Gemengde groep

ZNW

Hoe weet je of een woord bij de gemengde groep hoort?

ἡ τελευτη gaat dus volgens

1. το θηριον
2. ὁ σωτηρ
3. ἡ μαχη
4. ἡ χωρα

ὁ θεος gaat dus volgens

1. ἡ μαχη
2. ὁ σωτηρ
3. το θηριον
4. ὁ δουλος

ὁ παις gaat dus volgens

1. ἡ μαχη
2. ὁ σωτηρ
3. το θηριον
4. ὁ δουλος

op een rijtje

1. De rijtjes van het ZNW gemengde groep zijn regelmatig

2. Je moet echter bij deze groep wel de stam weten om het rijtje verder te kunnen weten. Je vraagt je bij een woord daarom allereerst af 'wat is de gen.sg.'? --> Als je daarvan -ος afhaalt weet je de stam.

voorbeeld: 

in de woordenlijst vind je  ἡ γυνη, γυναικος

De genitivus is blijkbaar γυναικος       

De stam van dit woord is daarom  γυναικ-

op een rijtje

ἡ γυνη

της γυναικος

τῃ γυναικι

την γυναικα

αἱ γυναικες

των γυναικων

ταις γυναικ + σιν         !!!   ---> ταις γυναιξιν  LET OP die gekke dativus meervoud

τας γυναικας 

op een rijtje

1. De rijtjes van het ZNW gemengde groep zijn regelmatig

2. Je vraagt je bij een woord dus allereerst af 'wat is de gen.sg.'?

3. In je boek staan 5 rijtjes om de meerdere mogelijkheden van de dat.pl. weer te geven

4. een woord van de gemengde groep gaat dus niet volgens één van die rijtjes

5. belangrijk is de eindletter van de stam!

-σιν (p.77)

κ, γ, χ + σ = ξ

τ, δ, θ + σ = σ (dentaal vervalt)

π, β, φ + σ = ψ

ν + σ = σ (ν vervalt)

ντ + σ = σ (ντ vervalt + stamklinker verlengt)

opgelet

ὁ πατερ heeft een stam die bij verbuiging soms wel soms geen extra -ε- heeft.

ἡ θυγατηρ, ὁ ἀνηρ en ἡ μητηρ hebben dezelfde dat.pl. als ὁ πατερ = -ασι(ν).

Dit wil dus niet zeggen dat de stam bij deze drie woorden ook een extra -ε- krijgt.

Verbind de juiste contracties
(= samentrekking) met de juiste medeklinkerbotsing -
LET OP je hebt slechts vier van de sleep-antwoorden nodig.

β + σιν

ν + σιν

τ + σιν

κ + σιν

ψιν

σιν

σιν

ξιν

πιν

τιν

wat is de dat.pl. van το πυρ (πυρος)?

1. τοις πυρσιν
2. τοις πυρασιν
3. τοις πυσιν

Wat is de dat.pl. van ἡ μητηρ (μητρος)?

1. ταις μητρσιν
2. ταις μητρασιν
3. ταις μηταξιν
4. ταις μησιν

wat is de dat.pl. van το δειπνον (δειπνου)?

1. τοις δειψιν
2. τοις δειπνασιν
3. τοις δειπνοις
4. τοις δειπνοσιν

wat is de dat.pl. van τι (τινος)?

1. τισιν
2. τινσιν
3. τινοις
4. τιψιν

Tot slot over ZNW gemengde groep

Net zoals je kent van Latijn groep III, zijn de uitgangen voor mnl. en vrl. in deze groep hetzelfde. Grieks heeft echter het lidwoord waar je goed aan kunt merken of het woord mnl. of vrl. is.

Bij onzijdige woorden zul je de volgende altijd geldende regels ook hier weer herkennen: 1. onz. nom = acc

2. onz. meervoud op een -α

Samenvatting

ZNW

α/η - groep

bv. ἡ μαχη

ο - groep

bv. ὁ νους

gemengde groep

bv. ὁ λεων (λεοντος)

extra oefenen?

Haal uit een tekst (9A of 9B) 5 zelfstandig naamwoorden van de gemengde groep en benoem naamval, getal, geslacht