Werken in een team en organisatie

• Specialisatie
• MBO
• Studiejaar 3

Jij als professional

Lesdoelen

1. Je kan ten minste 4 succesfactoren voor teamwerk benoemen.
2. Je hebt vier modellen van teamrollen uitgevoerd.
3. Je kan de 5 fasen van teamvorming uitleggen.
4. Je kunt bij het eindgesprek aangeven welke teamrol jij hebt en welke je wil worden (agendapunt voor het eindgesprek). Geef voorbeelden.

Werken in een team

* Hoe run je samen een groep of bso?

* Hoe verdeel je taken?

* Is samenwerken binnen het pedagogisch werk wel zo belangrijk?

Teamwerk (6 succesfactoren)

1. heldere doelen                                         SMART
2. flexibel aanpassen                                   zelfstandigheid, actualiteit
3. gezamenlijke verantwoordelijkheid    verbonden, doelgericht
4. open communicatie                                 eerlijk, open voor feedback
5. wederzijds respect                                   talenten, beperkingen
6. initiatief tonen                                           actief zijn

Modellen en rollen

* Er zijn veel theorien en modellen

* Belbin, Roos van Leary, Axenroos

* Handig hulmiddel, functioneren begrijpen en zelfs verbeteren

*Weten welke rollen er zijn en herkennen (valkuilen) en aanpassen, inleven

https:

Welke Belbin rol komt er bij jou uit de test?

Mededelingen

* Niet vergeten Afspraak maken voor het eindgesprek tussen 1 juni en uiterlijk 11 juni. (zelfde manier als tussengesprek)

* Vergeet niet om het voorblad van de eind BPV in te leveren.

* Iedereen alle herkansingen ingeleverd?

Enneagrammodel

* 9 persoonlijkheidstypen

* Alle typen in je

* Meer begrip voor elkaar opbrengen

https:

Welke type komt er bij jou uit de test?

Roos van Leary

* relatie mensen met communicatie

* twee vragen: 1. Wie is dominant (boven/ onder)

                                 2. tegenover of samen (tegen/ samen)

* 8 manieren

http://

https:

Hoe ga jij met anderen om?

Axenroos

* werken aan sociale vaardigheden

* verschillende rollen kun je aannemen

* jij kiest welke

In deze fase leren de teamgenoten elkaar kennen.

de teamverhoudingen worden bepaald

Alle (gedrags)regels binnen het team worden nu duidelijk.

Teamgenoten werken samen om hun doelen te bereiken.

Het team rondt de taak af en gaat weer uit elkaar.

Opdracht 4

Opdracht

* Wie ben jij? Is er een succesfactor (voor teamwerk) waar jij moeite mee hebt? Welke Belbinrollen passen het best bij jou?  Welk persoonlijkheidstype (enneagrammpdel) ben jij en waar moeten andere collega's dan rekening mee houden en jijzelf naar anderen? Hoe ga jij met collega's om (Roos van Leary)?

* Wie wil jij zijn? Als je zelf een team mocht vormen wat voor personen zou je uitkiezen? En welke juist niet? Of kun je je aanpassen? Wat moet je daarvoor doen? Wat wil je nog veranderen aan jezelf?

* Welke leerdoelen neem je mee naar je volgende plek (opleiding, werk)?

Zelfreflectie

Beantwoord voor jezelf de vragen op bladzijde 37 van je theorieboek.

Ga vervolgens in drietallen in gesprek over de antwoorden.

Zijn er overeenkomsten/ verschillen?

Teamreflectie

Organisatie

kenmerken van een organisatie

• doelgericht
• samenwerken
• middelen
• methodisch werken
• structuur

Doelgericht

Doel       

Missie    

Visie       

Beleid    

Wat wil je bereiken met de organisatie?

Wie zijn wij? Wat vinden wij belangrijk?

Waar willen wij heen? Waarmee willen wij ons onderscheiden?

Strategisch - abstract omschreven doelen

Tactisch - hoe richten we de organisatie in?

Operationeel - uitvoeren van concrete activiteiten

Wat is de missie van jouw stage?

Structuur van een organisatie

hiërarchie, organigram

• lijnorganisatie
• lijn-staforganisatie
• projectorganisatie
• matrixorganisatie
• zelfsturende teams

basisvorm, één bovengeschikte

staf geeft advies

tijdelijke, grote klus

permanent, twee leidinggevenden

teamleden zijn zelf verantwoordelijk

Aan de slag!

Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 uit je werkboek.

Lesdoelen

1. Je kan ten minste 4 succesfactoren voor teamwerk benoemen.
2. Je hebt vier modellen van teamrollen uitgevoerd.
3. Je kan de 5 fasen van teamvorming uitleggen.
4. Je kent drie vormen van beleid.
5. Je kan benoemen wat voor structuur jouw BPV organisatie heeft.

Huiswerk

Neem het scholingsbeleid van je stage mee naar de volgende les.