Herhaling H2

H2: Van de bergen naar de zee 

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2: Van de bergen naar de zee 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les....
  • Weet ik wat ik moet leren van hoofdstuk 2

  • Heb ik geoefend vragen


Slide 2 - Diapositive

Wat moet ik leren van H2? 
  • Dikgedrukte begrippen (blauw + zwart)
  •  Paragraaf 1 t/m 4

In sneltreinvaart door de paragrafen... 
... MAAK AANTEKENINGEN

Slide 3 - Diapositive

Endogene processen

Slide 4 - Diapositive

2.1 De vorming van de Alpen
  • convergentie (naar elkaar toe)
  • opstuwing land
  • plooiingsgebergte 
Klik op de illustratie 

Slide 5 - Diapositive

¨Plooiingsgebergte¨:


Gebergte dat ontstaat door de plooiing van de aardkorst!

Slide 6 - Diapositive

2.1 De vorming van de Alpen
Erosie
Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.
Verwering
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
Sedimentatie
Afzetting van materiaal dat is meegenomen door water, wind of ijs.
Jong (plooiings)gebergte
Oud (plooiings)gebergte

Slide 7 - Diapositive

2.1 De vorming van de Alpen
Jong gebergte
hoog, steile helling, spitse top, diepe dalen
Oud gebergte
lager, flauwe helling, afgeronde top, 

Slide 8 - Diapositive

Exogene processen 

Slide 9 - Diapositive

IJstijden
  • Glaciaal = periode waarin de gemiddelde temperatuur met 5 graden daalde

  • Interglaciaal = periode tussen de glacialen in 
  • Wij zitten nu in een interglaciaal.
  • B118 (fig. 4.37)

Slide 10 - Diapositive

IJstijd: tijdens & na
Veel gletsjers in de Alpen. Deze vormden het landschap door erosie.

Situatie ijstijd: (afbeelding A)
Huidige situatie : De meeste gletsjers zijn weg, maar de vorm van het landschap blijft over. (afbeelding B)

Slide 11 - Diapositive

Firn
Firn= Korrelige, overjarige en 
ijsachtige sneeuw

Firnbekken

Slide 12 - Diapositive


Gletsjer = Een met nauwelijks waarneembare snelheid naar het dal schuivende ijstong, die hoog in de bergen begint in een verzamelbekken van sneeuw.


Gletsjers

Slide 13 - Diapositive

2.2 Riveren van ijs
In het verleden waren de Alpen
bedekt met gletsjers

Door mechanische verwering
veel losste stenen
1. gletsjerpoort
2. eindmorene
3. gletsjerrivier
4. zijmorene
5. gletsjer

Slide 14 - Diapositive

Een gletsjer vormt een U-dal
Steile wanden
Vlakke bodem

Slide 15 - Diapositive

Onderaan de gletsjer

  • Gletsjertunnel
  • Gletsjerpoort
  • Gletsjerrivier

Slide 16 - Diapositive

2.3 Het stroomgebied van de Rijn
  • Bovenloop = rivier snijdt in het landschap, hoge stroomsnelheid, geen meanders ivm snelheid

  • Middenloop = rivier gaat langzamer, snijdt minder in het landschap, gaat meanderen

  • Benedenloop = traag, breed en vlak rivierdal, delta, veel sedimentatie 

Slide 17 - Diapositive

2.3 Meanders 
  • Ontstaan door verschil in 
    stroomsnelheid binnen-buitenbocht

  • erosie en sedimentatie 

  • Hoefijzermeer 

Slide 18 - Diapositive

2.4 Kustvormen 
Afbraakkust
- hard + zacht gesteente
- zacht gesteente verdwijnt door erosie
- sterke terugstroom van water
Aanslibbingskust
- golven glijden de kust op
- zand wordt afgezet
- zwakke terugstroom 

Slide 19 - Diapositive

Als de toets alleen over hoofdstuk 1 zou gaan, zou ik dit cijfer halen:
110

Slide 20 - Sondage