Les 1b werkloosheid

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom

Conjuncturele werkloosheid

Structurele werkloosheid

Frictie-werkloosheid

Seizoen-werkloosheid

Regionale werkloosheid

Tussen twee banen

Bepaald deel van het jaar

In bepaalde gebieden

Door een daling in koopkracht

Door technologie

Door een opleiding die niet geschikt is

Jij wilt een bijbaan bij de Jumbo. Ben jij dan een vrager van arbeid of een aanbieder van arbeid?

1. Vrager
2. Aanbieder

Het totaal van het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid

Inzichtvraag: Welke marktvorm heeft de arbeidsmarkt?

CBS: "Tegenover elke 100 werklozen stonden het afgelopen kwartaal 143 vacatures."
Waarvan is hier sprake?

1. Vraagoverschot
2. Aanbodoverschot

Wie werken er in Nederland?

Beroepsbevolking: De personen die betaald werk hebben en de personen die beschikbaar zijn voor werk. 

Werkgelegenheid: alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en overheid

• Uitgedrukt is personen
  
• Uitgedrukt in arbeidsjaren
  

Het aanbod op de arbeidsmarkt
verandert. Wat zou hier een
reden voor kunnen zijn?

Loonvorming

Hoe hoger het loon hoe meer mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt. hoe lager het loon, des te meer vraag naar arbeid. Loonvorming: als de vraag en het aanbod van arbeid in evenwicht zijn. 

Hoe ziet dat eruit? (blz. 85)

Waarom zou de overheid een minimumloon instellen?

Tijdens de crisis van 2008 waren veel mensen werkloos. Welke vorm van werkloosheid is dit?

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid

Werkloosheid

Het aanbod op de arbeidsmarkt is groter dan de vraag.

• Conjuncturele werkloosheid: werkeloosheid door een verandering in de vraag. 
  
• Structurele werkloosheid: werkloosheid die ontstaat door dat werk verdwijnt bijvoorbeeld doordat machines het overnemen of doordat een bedrijf zich verplaatst naar het buitenland.
  

De autoindustrie werkt steeds meer met machines. Hierdoor ontstaat er meer werkeloosheid. Welke vorm is dit?

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid

Maken opdracht 41-44, 46 en 47

Als je klaar bent ga je:

• Een samenvatting maken 
• Alvast doorwerken met de opdrachten