spelling groep 7 VT

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Werkwoorden in de verleden tijd en voltooid deelwoord , deel 1.

Stappen

1. Lees de zin.

2. Zoek het onderwerp.

6. Zet de stappen in het schema en controleer.

3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

4. Haal de -en van het werkwoord. 

5. Zit de laatste letter in 'T KOFSCHIP?

Zijn jullie er klaar voor?!

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "printen".

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "vergroten".

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "bereiden".

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "braden".

Welke zin staat in de verleden tijd?

1. Ik riep naar mijn vriendin.
2. Ik rijd op de rotonde.
3. Het vliegtuig vliegt langzaam over het land.
4. Het meisje zoekt naar haar pop.

Welke zin(nen) staan in de verleden tijd?

1. Ik dacht dat jij dat niet zou vergeten
2. Juf Anne gaat komend schooljaar leren haken.
3. Lachten jullie ook om die grap?
4. Wij zwaaien naar de koning.

winnen (VT)
..............jij de gouden medaille?

printen (VT)
De machine.................het document.

vergroten (VT)
Ik...........................de foto.

beantwoorden(VT)
Gisteren .....................groep 7 een moeilijke vraag

vallen
Er is een hoop regen...............

raden (VT)
Je ............dat raadsel in 1x goed!

verbinden (VT)
De computer........................de machines.

waarschuwen (VT)
De politie....................de jongen.

GOED GEOEFEND!!!!