5.2 Zelfstandige burgers

Par. 5.2




Zelfstandige burgers
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Par. 5.2




Zelfstandige burgers

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Je hebt je tekstboek nodig, verder heb je in een tabblad GWP openstaan
  • Huiswerk par. 5.1  controle. Vragen? -> KWT. 
  • Keuze toets of opdracht
  • Uitleg bij par. 5.2
  • Filmpje 
  • Lees zelf de paragraaf, bekijk afbeeldingen en extra filmpjes bij Geschiedeniswerkplaats
  • Huiswerk voor volgende les: maken par. 5.2
  • Vergeet niet de evaluatievragen aan het einde van deze LessonUp te maken. 

Slide 2 - Diapositive

Keuze toets of opdracht
Mail naar i.vanheijster@kempenhorst.nl jouw keuze:
In de week van 18 april 
toets of opdracht Middeleeuwse Memes.

Vragen over de opdracht? Lees eerst de opdracht in CumLaude nog eens goed door. 
Schrijf je in voor KWT geschiedenis!

Slide 3 - Diapositive

Feedback huiswerk
LessonUp
  • Alle dia's lezen, luisteren, kijken, maken
  • Vergeet niet de twee evaluatievragen -> serieus antwoorden.
     Het gaat niet alleen over wat je geleerd hebt in de LessonUp, maar ook van het 
     huiswerk/ huiswerk bespreken.

  • Evaluatievragen:  


Slide 4 - Diapositive

Huiswerk bespreken

  • Huiswerk controle
  • Opdrachten klassikaal bespreken
     Opdracht 2, 3, 5 en 6
    

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel
In deze paragraaf leer je hoe: 
  • handelssteden samenwerkten
  • steden stadsrechten kregen
  • burgers hun stad bestuurden
  • steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren


Slide 6 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Kenmerkend aspect bij deze paragraaf: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 7 - Diapositive

De Nederlanden
  • Nederland als één land bestond nog niet in de middeleeuwen
  • Er waren veel kleine gebieden (gewesten), die bij samen 'De Nederlanden' heetten.
  • In die gebieden was een hoge edelman (bijv. graaf  of hertog) de baas
  • Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo



Graaf Floris V werd door andere edelen in 1296 gevangen genomen en vermoord. Ze vonden hem te machtig worden.

Slide 10 - Diapositive

Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
  • De hoge edelen vonden een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad kregen, tegen betaling,  stadsrechten
  • Hierdoor verloren lage edelen veel invloed.

Uiteindelijk werden steden veel zelfstandiger ten opzichte van de edelen!
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 11 - Diapositive

Edelen gaven vele plaatsen stadsrechten. Hierna mocht een stad zelf recht spreken, wetten maken, belasting heffen en een stadsmuur bouwen.  

Ook Oirschot kreeg in de late middeleeuwen stadsrechten. Oirschot had in die tijd meer inwoners dan Eindhoven en Tilburg bij elkaar!
Degene die de stadsrechten op ging halen in Den Haag zakte echter door het ijs en zo kwamen de stadsrechten nooit in Oirschot aan!

Slide 12 - Diapositive

Horige boeren konden in de stad vrijheid krijgen. Zij verhuisden dus vaak naar de stad.
Uiteindelijk kregen boeren ook meer vrijheid van hun heer. Horigheid verdween daardoor in de tijd van steden en staten.

Slide 13 - Diapositive

Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen

  • De burgers van de stad (altijd mannen) vormden samen de burgerij.
  • De macht in de stad was in handen van rijke burgers.

Slide 14 - Diapositive

Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de hoogste bestuurder van de stad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) bestuurden vanuit het raadhuis de stad.
  • De vroedschap controleerde en adviseerde de stadsbestuurders

Slide 15 - Diapositive

Een gruwelijk goede opdracht!
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden

Slide 16 - Question de remorquage


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 17 - Diapositive

Planning komende weken
Volgende week: bespreken par. 5.2 + uitleg 5.3
Week 26: bespreken par. 5.3 + uitleg 5.4 en 
             SO begrippen (29 juni)
Week 27: bespreken par. 5.4 
Week 27: donderdag 8 juli start toetsweek
             In de toetsweek PW hfst. 5

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
  • Maak voor domderdag de opdrachten van par. 5.2
  • Kijk ook naar de tip onder de vraag.
  • Verbeter de opdrachten als je bij controle ziet dat je antwoord niet goed is. 
  • Maak evt. extra opdrachten die je krijgt om de stof beter te begrijpen.
  • Het is voor jezelf fijn als je de tekst van par. 5.3 alvast een keer gelezen hebt voor de les van donderdag.

Slide 19 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Question ouverte